Een op de tien Belgische mannen werkt deeltijds
Deeltijds werk kende de voorbije decennia een opmars. Waar in 1983 8,3 procent van de loontrekkenden in België deeltijds werkte, was dat in 2013 al meer dan een kwart van de loontrekkenden (26,5 procent), al was er dat jaar voor het eerst sinds 2007 een, lichte, daling. Deeltijds werk is vooral een vrouwelijke aangelegenheid, maar inmiddels werkt ook bijna 10 procent van de mannen deeltijds. In 1983 was dat maar 1,9 procent.
De cijfers komen uit de steekproefenquête naar de arbeidskrachten, die de federale overheidsdienst Economie vandaag verspreidde. In 2013 namen bijna 79.000 personen van 15 jaar of ouder deel aan de steekproef.
Met de toename van de vrouwelijke werkgelegenheid - "een spectaculaire daling van het aantal huisvrouwen" - steeg ook het percentage deeltijds werkende vrouwen. "In 1983 werkte één loontrekkende vrouw op 5 deeltijds. Ondertussen gaat het om bijna 45 procent van de loontrekkende vrouwen", aldus de FOD.
Ook de gemiddelde leeftijd van een deeltijdse werknemer neemt toe. In 2013 was dit bijna 44 jaar bij mannen en bijna 43 jaar bij vrouwen. In 1983 bedroeg deze gemiddelde leeftijd voor beide geslachten 35 jaar.
Voorts blijkt uit de publicatie 'Analyse - Trends op de Belgische arbeidsmarkt (1983-2013)' dat de Belgische bevolking van 15 jaar en ouder in 2013 bestond uit zowat 4,53 miljoen werkenden, 417.000 werklozen en 4,29 miljoen inactieven. Dit betekent dat 49 procent werkt en 4,5 procent werkloos is. In 1983 lag het percentage werklozen ongeveer gelijk, maar lag het percentage werkenden 5 procent lager