ReportageStierenvechten
Een laatste stunt van de centrumrechtse regering: de stierengevechten zijn terug in Madrid
Geen sport die zo geliefd én gehaat is als het stierenvechten. Zondag keerde de bloedige strijd tussen man en stier na anderhalf jaar terug naar Madrid, als laatste verkiezingsstunt van de zittende rechtse regioregering.
Een doodse stilte maakt zich meester van de arena als de stierenvechter oog in oog staat met zijn prooi. Dan begint het klappen, sneller, steeds iets sneller. De torero te paard verroert zich niet, het majestueuze zwarte beest voor hem evenmin. Pas als het klappen een climax bereikt haalt de stierenvechter uit en plant hij, pats, zijn speer in de rug van de stier.
Een enorm applaus stijgt op als de stierenvechter juichend wegsprint en zijn hoed als een frisbee door de arena werpt. De stier blijft roerloos staan, het bloed gutst over zijn rug. Een tweede speer volgt, een derde, een vierde. Na de negende speer geeft het verzwakte beest zich gewonnen. De torero daalt af van zijn paard en aait de stier tussen zijn hoorns. Dan zijgt het dier ineen. Terwijl de overwinnaar onder applaus zijn ereronde maakt, slepen drie versierde paarden de dode stier weg, de piste vrijmakend voor de volgende.
Anderhalf jaar bleven de Madrilenen verstoken van de bloedige strijd tussen man en stier, nadat na het sluiten van het stierenvechtseizoen in oktober 2019, het coronavirus de wereld platlegde. En dus ging er ook een streep door het stierengevecht, het in het buitenland onbegrepen fenomeen dat ook door meer dan de helft van de Spanjaarden inmiddels wordt afgekeurd, maar dat een substantiële minderheid nog altijd ziet als nationaal erfgoed.
Dat Las Ventas, de grootste stierenvechtarena van Spanje, juist zondag werd heropend, was om twee redenen niet toevallig. Op 2 mei vieren de hoofdstedelingen dat Madrid in 1808 in opstand kwam tegen de Franse bezetters van keizer Napoleon. Maar zondag was óók de laatste campagnedag voor de regioverkiezingen in Madrid, dinsdag, en dus de laatste kans om de kiezer te verleiden.
Vrijheid, vrijheid, vrijheid
Die kans greep Isabel Díaz Ayuso met beide handen aan. De regiopresident van de rechtse Volkspartij (Partido Popular) bouwde haar campagne op rond het sleutelwoord ‘vrijheid’, dat zij tijdens persoptredens in iedere zin probeert te proppen. Madrid, stelt Ayuso, ís vrijheid. De vrijheid om een biertje te drinken op het terras, een filmpje te kijken in de bios of naar de zondagsmis te gaan, want van alle regio’s voert de hoofdstad het soepelste coronabeleid.
Vrijheid in Madrid, zei Ayuso op de radio, is zelfs het wonen in een stad zo groot “dat je het kunt uitmaken met je partner en die nooit meer tegen hoeft te komen”. Met zulke uitspraken wist Ayuso de afgelopen weken bijna alle media-aandacht naar zich toe te zuigen.
Het levert haar de hoon op van haar tegenstanders, maar onder rechtse kiezers steeg haar populariteit tot grote hoogten. Volgens de peilingen wordt haar Volkspartij afgetekend de grootste. Dat Madrid een van de zwaarst getroffen regio’s is in deze derde golf van het coronavirus, met bijna de helft van de ic-bedden bezet door covidpatiënten, lijkt haar niet te schaden. Een echte noodsituatie blijft uit.
Ook stierenvechten ademt volgens Ayuso libertad. “Waar stierengevechten zijn, is vrijheid”, sneerde de regiopresident naar het opstandige Catalonië, dat de bloedige business in 2012 verbood. Daarom organiseerde Madrid zondag een benefietgevecht voor de Spaanse stierenwereld. Een sector die in normale jaren zo’n 1,5 miljard euro omzet, maar door de coronacrisis meer dan ooit de dood in de ogen kijkt.
De Madrileense fans van de corrida de toros verzaakten niet: de 6.000 vrijgegeven plekken in Las Ventas, een kwart van de gebruikelijke bezetting, waren in twee uur uitverkocht.
Sneltests? Niet nodig
Zondagmiddag doet de Volkspartij geen moeite om te verbloemen dat het hier om een campagnestunt gaat. Rond de in Moorse stijl opgetrokken arena, waar vlak voor het gevecht duizenden Madrilenen in hun beste kleding samendrommen, verspreiden kraampjes van de partij folders waarop de president zelf als torera staat afgebeeld. Gracias, Ayuso!’, staat erop.
Natuurlijk gaan ze op haar stemmen, zeggen Carmen Navarro (69) en Rosario López (65), twee deftige dames die niet kunnen wachten tot het vechten begint. Om hun arm dragen ze de bandjes die de Volkspartij ook uitdeelt en waarop de dragers hun stem aan de partij beloven. “Pure kunst”, dat is het stierenvechten, zwijmelt Navarro. En dat ze die kunst weer kunnen zien, hebben ze aan Ayuso te danken.
Een sneltest, gebruikelijk bij andere grote evenementen, blijkt bij de entree niet nodig. Een temperatuurmeting is voldoende. Een half uur later laten de 6.000 toeschouwers zien dat ze de regels van het spel nog niet zijn vergeten. “Olé! Olé!”, schreeuwen ze als de torero zijn stier met zijn rode doek weet te foppen, steeds iets harder bij een nieuwe mislukte aanvalspoging van het dier. Slechts één van de stierenvechters belandt op de hoorns van zijn doelwit, zonder serieuze schade op te lopen.
De beroemde matador El Juli valt deze avond de grootste eer ten deel: hij ontvangt de twee afgesneden oren van de stier die hij doodt na een intens gevecht. Wanneer hij de oren trots aan het publiek toont, klinkt het hardste applaus van de avond. Vooral voor El Juli, maar ergens toch ook voor Isabel Ayuso.