Een krabbel, een vetvlek
Beuys en Da Vinci ontmoeten elkaar in Berlijn
Joseph Beuys krabbelde en veegde met potlood gevoelige en vibrerende lijnen en streepjes, rechten en krommen, cijfers en letters, pijltjes, cirkels, driehoeken en kubussen. Wie goed kijkt (en Beuys kent), ziet landschappen, lichamen, skeletten, kelken, dieren, kruisen, (vilten) blokken en (vet)piramiden. Zijn potloodkrabbels kronkelen zich een weg tussen iele verbeeldingskracht en complexe iconografie.
Berlijn
Van onze medewerker
Ward Daenen
In Berlijn worden momenteel tekeningen van de Duitse kunstenaar Joseph Beuys (1921-1986) geconfronteerd met achttien vellen van Leonardo Da Vinci (1452-1519). De Codex Leicester van Da Vinci is in bezit van Bill Gates, die de tentoonstelling bedacht met een digitaal gastenboek en zo vrij was het geheel maar meteen als 'Great Exhibition' te bestempelen.
Magistraal is de tentoonstelling evenwel niet. De 72 bladzijden van de Codex Leicester zijn in een donkere ruimte uitgestald om het papier te beschermen. In 18 luxueuze kasten lichten Da Vinci's vellen met schriftuur en bijbehorende tekeningen afwisselend op over water, stenen, bergen en maan. Mooi, maar deze (schijnbaar) sacrale ruimte wordt voorafgegaan door een schemerzone, met zeteltjes en een klankband met een klaterend riviertje en citaten van de Renaissance-meester. Heeft de toeschouwer misschien nood aan bezinning en loutering vooraleer hij het heilige der heiligen van Bill Gates binnenwandelt? Bovendien wordt over Da Vinci en Beuys erg veel uitleg op panelen en blokken voorgeschoteld. Uitleg is vereist, maar deze teksten vergen een wel erg grote inspanning. Men kan de tentoongestelde Tekeningen naar de Codices Madrid, twee in 1965 herontdekte schetsboeken van Leonardo Da Vinci bovendien moeilijk als een topwerk in het oeuvre van Beuys beschouwen. Toch zorgt de tentoonstelling voor aanleiding tot nadenken over Da Vinci en Beuys. De tentoongestelde Tekeningen naar de Codices Madrid bevatten landschappen, anatomische representaties, nota's en visuele motieven, door Beuys gemaakt tijdens reizen van Düsseldorf naar Italië, Ierland en Kenia in 1974-1975. De kunstenaar koos zesennegentig schetsen uit schriften met honderden tekeningen en bundelde ze als litho's in een oplage van duizend exemplaren.
Steunend op de erfenis van Da Vinci wilde Beuys de band tussen cultuur en wetenschap opnieuw aanhalen en verstevigen. Beuys heeft zich niettemin steeds dubbelzinnig opgesteld tegenover zijn voorganger uit de Renaissance. Enerzijds moest hij niets weten van de Da Vinci, die reeds een verregaande analyticus en een wetenschapper was, met de potentialiteit van een zuivere materialist. Anderzijds verschilde het model van natuurwetenschappen uit de tijd van Da Vinci grondig van de hedendaagse pendant. Beuys hield van Da Vinci "omdat hij in tegenstelling tot Galileo nog het vermogen had om te denken in mythologische verbanden".
Ook de tekeningen naar de 'Codices Madrid' verweefde Beuys in zijn iconografisch kluwen. Een van de blaadjes toont een hert in profiel en twee vetvlekken. Een hert is hier niet zomaar een hert maar staat symbool voor vruchtbaarheid, een gewei is niet zomaar een gewei maar het cyclisch beginsel van sterven en geboren worden, een vetvlek is niet zomaar vetvlek maar een substantie met een magisch energiepotentieel. Elders doen zwart ingekleurde rechthoeken of driehoeken denken aan Beuys' uitverkoren materialen, vilt en vet, met het vermogen warmte vast te houden, te isoleren.
Op heel wat tekeningen worden in Beuys' typische terminologie en schematisch-associatief denken de grenzen van kunst naar wetenschap, politiek en pedagogie overschreden. Beuys wilde de schotten tussen man en vrouw, anorganisch en organisch, mens en maatschappij en wetenschap en kunst neerhalen om te komen tot een allesomvattend "erweiterte Kunstbegriff". "Kunst = Mensch = Kreativität = Wissenschaft."
Ondanks Beuys' sjamanistische pogingen om wetenschap en cultuur op te lossen in een verruimd mens- en wereldbeeld valt hier ook lichtvoetigheid te ontdekken - de vetvlek op het tekenblad - en een heel eigen nonchalante, speelse teken- en schrijfstijl. De verwijzingen allerhande mogen er dik op liggen, ze laten steeds ruimte voor een persoonlijke waarheid. Op verschillende schetsen schreef Beuys het woord 'sperimentata' wat zoveel betekent als 'door ervaring onderscheiden'. Het intieme schetsboek bevat in feite niets anders dan gedachtenexperimenten. Zesennegentig gebundelde tekeningen als een work in progress dat naar veel verwijst - Da Vinci onder meer - en nog meer openlaat.
Leonardo Da Vinci: Joseph Beuys, Museum der Dinge in de Martin Gropius-Bau, Berlijn. Nog tot 19 maart. Dagelijks behalve maandag. www.museumderdinge.de.