Milieu
Een half punt op zes: Vlaanderen is zwaar gezakt op Europese natuurdoelen
Met slechts een half punt op zes is Vlaanderen faliekant gesjeesd voor de natuurambities die Europa in 2011 tegen 2020 vooropstelde, zo blijkt uit het Natuurrapport van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek (INBO).
Hoe is het gesteld met het herstel van de biodiversiteit in Vlaanderen? Helemaal niet goed, blijkt uit de analyse van het INBO. Op vijf van de zes Europese doelen halen we een onvoldoende. Er komt dan wel natuurgebied bij, maar structureel liggen we zwaar achterop.
Kwetsbare dier- en plantensoorten zijn nog steeds onvoldoende beschermd. Bijna 30 procent staat op de rode lijst van planten- en diersoorten die de afgelopen decennia rake klappen kregen, die kwetsbaar of met uitsterven bedreigd zijn. Nog eens 16 procent is ‘bijna in gevaar’.
Ook slaagt onze regio er niet in de natuur te laten herstellen door te zorgen voor minder bebouwing en versnippering van het landschap. De Vlaamse regering heeft nu wel een nieuwe versie van de bouwshift goedgekeurd – de nieuwe naam die de regering aan de betonstop wil geven – maar de effecten daarvan treden pas op lange termijn in werking.
Lees ook:
Standpunt: Als Demir de ‘Green Queen’ van de Vlaamse regering wil worden, zal ze nog meer ambitie moeten tonen
Verdroging
Stukken natuur verbinden is cruciaal. Tegen 2012 was 80.000 hectare ‘natuurverwevingsgebied’ gepland. Slechts 8 procent daarvan is gerealiseerd. Vlaanderen blijft ook een van de meest bosarme regio’s ter wereld. Moerassen, die een buffer zijn tegen droogte en overstromingen, zijn enorm zeldzaam geworden. Mede daardoor verdroogt Vlaanderen structureel. Minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) heeft intussen wel een ambitieus plan klaar om bossen te planten en droogte aan te pakken.
Daarnaast scoren we ondermaats als het gaat over het duurzaam maken van landbouw. Een belangrijk pijnpunt is de vermesting. Ondanks een duidelijke verbetering sinds de jaren 90 stagneert het niveau sinds 2015 en is dat onvoldoende om de natuur te vrijwaren. “Dit is de olifant in de kamer”, zegt Anik Schneiders, onderzoekster bij het INBO. “Zonder systeemverandering raakt dat niet opgelost.”
Ook is er te weinig oog voor de impact op de natuur in het buitenland door onze consumptie. 95 procent van de natuurschade door de Belgische consumptie gebeurt niet hier maar in de landen die onze koffie, rubber, chocolade, palmolie en soja telen.
Aziatische hoornaar
Alleen voor het doel ‘invasieve soorten bestrijden’ hebben we de wetgeving op orde, waardoor deels is gebeurd wat moest. Soorten uit andere streken, zoals de Aziatische hoornaar, strijken hier steeds meer neer en bedreigen fauna en flora. Daarnaast valt op te merken dat sommige soorten, zoals de boomkikker, opveren, en dat de waterkwaliteit is verbeterd en er beschermd natuurgebied is bijgekomen.
“Er zijn inspanningen geleverd, maar het is onvoldoende”, concludeert Schneiders. “De druk is alleen maar groter geworden door klimaatverandering en nieuwe invasieve soorten.” Een alomvattend beleid is nodig. Daarop hamert ook Europa, met nog scherpere doelen voor 2030.
Demir is zich bewust van de ernst van de situatie. “Er zijn nog grote uitdagingen”, zegt ze. “Maar stap voor stap hebben we het voorbije jaar zaken in beweging gezet om de biodiversiteit te verbeteren, om de tanker te keren.”
Vanuit de oppositie is er scepsis. “Als je kijkt naar de bouwshift of de strijd tegen stikstof gebeurt er veel te weinig”, zegt Vlaams Parlementslid Mieke Schauvliege (Groen). “De minister heeft al heel wat aangekondigd, nu is het tijd voor actie.”