Eddy Merckx
Eddy Merckx is 70 geworden en daar is veel spel van gemaakt. Méér spel dan nuance.
Wat moet u weten van Merckx?
Dat hij de grootste sportman is uit de Belgische geschiedenis, maar dat Justine Henin in een veel mondialere sport misschien wel een ex aequo eerste was. Eddy Merckx gaf België voor het eerst (en het laatst) in de moderne geschiedenis van de sport het gevoel van onoverwinnelijkheid.
Dat hij een hele aardige mens is, die vooral goed wil doen voor anderen. Kocht je een fiets bij hem, dan kreeg je dat titaniumkader dat hij nog had liggen voor de prijs van de Campagnolo-groep.
Dat hij ook minder aardige momenten had/heeft. Want niemand iets weigeren, zorgde bij de over-bevraagde mens Merckx soms voor frustratie. Des duivels kon hij zijn, als hij dacht dat je hem niet waardeerde en de toorn kwam vooral als hij een glas te veel had gedronken. Neen, niets menselijks was/is de mens Merckx vreemd.
Ik heb hem het laatst gezien in 2009 bij de voorstelling van een compilatieboek over hem. Ik was gevraagd om het hoofdstuk te schrijven over zijn werelduurrecord. Hij kwam mij bedanken voor de bijdrage, terwijl ik hem had moeten bedanken voor de eer om in dat boek te staan en om zijn twijfels over mijn trouw aan hem te negeren.
Ik bén Merckx trouw. Ik was een 'Merckxist' en dat ben ik nog steeds en dat zal ik altijd blijven. Merckx is deel van mijn jeugd. Maar ik ben een journalist en mijn begin als journalist was zijn einde als wielrenner. Toen ik op een avond na de volleybalwedstrijd België-Cuba mijn getikt verslag kwam 'binnensteken' op de redactie, rinkelde net de telex drie keer, een teken van heel erg breaking news. Ting, ting, ting... 'Merckx stopt met koersen.'
Dat hele verhaal van die fiets die hij voor het laatst tegen de muur had gezet, in Kemzeke godbetert, en ver- eeuwigd op de over-bekende foto, is deel van de romantische wolk die rond Merckx is gaan hangen. In het weergaloze Merckx-nummer van Bahamontes staat het echte verhaal van die foto. Die is niet van zijn roemloze aftocht in Kemzeke, maar van een wedstrijd in Wilsele datzelfde jaar.
Dat zegt iets over hoe wij in Vlaanderen met de sportgeschiedenis omgaan: altijd romantisch, zelden correct, haast nooit kritisch. Kan Merckx worden bekritiseerd? Jawel, zoals elke sporter. Merckx koerste in de wilde jaren van het ongebreidelde dopinggebruik en was zoals alle renners uit die tijd niet vies van het medicijnkastje en ook niet van een spuit op tijd en stond. Onnodig te (ver)oordelen, want dat waren toen de zeden en gewoonten.
Ooit had ik het plan om hem de kleren van het lijf te vragen over hoe het er toen aan toeging. Ik heb hem nooit verder gekregen dan op die ene avond op Lanzarote in november 1995, toen hij zich bij een discussie over het toen nog nieuwe product epo boos maakte. "Maar epo is géén doping", riep hij getergd uit, daarin bijgetreden door een toenmalig bondscoach die aan onze tafel zat.
Ik had hem later ook willen vragen waarom hij Lance Armstrong zo is afgevallen na diens Oprah Winfrey-getuigenis. Ik had hem eraan willen herin-neren dat hijzelf in 1995 Armstrong - toen de ploegmaat van zijn zoon Axel - had geadviseerd naar Axels trainer-arts Michele Ferrari te gaan. In de eerste plaats voor trainingsadvies - wat ik ook nog geloof - en voor nog wat meer. Ik had Merckx willen vragen een voorbeeld te nemen aan Johan Museeuw. Die wil niet meer wil liegen over zijn dopinggebruik, is eindelijk in het reine gekomen met zijn verleden en niemand die iets wil afdoen van zijn palmares.
Museeuw, Armstrong, Merckx, ze waren allemaal kinderen van hun tijd, met hun sterktes en hun zwakheden. De grote Museeuw heeft alles mogen houden, de nog grotere Armstrong niks. We hadden de geschie-denis juister kunnen beschrijven en Lance Armstrong een correctere plaats geven als zijn vriend van ooit, de allergrootste, niet de andere kant had opgekeken.