Maandag 29/05/2023

InterviewDries Lens

Econoom Dries Lens over arbeidsmigratie: ‘Hoge minimumlonen sociaal? De praktijk toont het tegendeel aan’

Dries Lens. Beeld Wouter Van Vooren
Dries Lens.Beeld Wouter Van Vooren

Er is werk zat en veel mensen zitten zonder. Toch halen werkgevers arbeid graag uit het buitenland, via detachering. ‘Zo worden lokale mensen, ook migranten, uit de arbeidsmarkt verdrongen’, zegt econoom Dries Lens (31).

Joël De Ceulaer

“Het is dé grote paradox van de Belgische arbeidsmarkt”, zegt Dries Lens. “Wie de jongste maanden de kranten heeft gelezen, ziet die paradox telkens opnieuw opduiken. Aan de ene kant hebben we een van de krapste arbeidsmarkten van Europa: er zijn enorm veel tekorten qua mankracht en vaardigheden. Aan de andere kant hebben we een grote arbeidsreserve: mensen die om verschillende redenen niet actief zijn. De focus van mijn doctoraat ligt bij de migranten in die arbeidsreserve. België doet het al decennia slecht wat betreft de integratie van migranten op de arbeidsmarkt. Tegelijk hoor je voortdurend dat arbeidsmigratie een van de belangrijke oplossingen is om de tekorten aan te pakken.”

Dries Lens werkt als consultant voor de OESO, maar doctoreerde onlangs bij Ive Marx, directeur van het Centrum voor Sociaal Beleid aan de Universiteit Antwerpen. “Wat we vaak vergeten in de discussie over arbeidsmigratie, is dat België nu al kampioen is op dat gebied”, zegt Lens. “Maar niet zoals de meeste mensen het verstaan: er zijn meer dan 200.000 mensen uit het buitenland bij ons aan het werk, via het systeem van detachering – in de bouw, het transport, de vleesverwerking. Maar ook in hooggeschoolde jobs, in de ICT, de petrochemie. Die mensen zijn hier aan de slag, maar officieel tewerkgesteld in het buitenland, de helft in Oost-Europese landen. Dat systeem van detachering heeft voor- en nadelen. Het gaat om gemotiveerde werknemers met een hoge productiviteit, en hun arbeid kan leiden tot meer investeringen en extra groei, waar ook de lokale bevolking van profiteert. Maar er speelt mogelijk ook een effect van verdringing: de gedetacheerde is goedkoper en gemotiveerder en dringt zo lokale werknemers uit de markt, zowel migranten als autochtonen.”

Ik zou eerst iets willen ophelderen: in uw doctoraat spreekt u van ‘immigranten van de tweede generatie’. Dat is toch een contradictio in terminis? Wie hier geboren is, kan toch geen immigrant meer zijn?

“Dat is absoluut een contradictie. Maar ‘tweede generatie migranten’ wordt vaak in academische kringen gebruikt voor in België geboren kinderen van migranten. België heeft niet alleen een probleem met de arbeidsintegratie van mensen die in het buitenland geboren zijn, maar ook bij mensen met een migratieachtergrond van de tweede generatie. Terwijl je toch zou verwachten dat bij die mensen de uitdagingen kleiner zijn: ze kennen de taal, om maar iets te noemen. De tewerkstellingskloof die we zien bij migranten, zet zich in België meer dan in andere Europese landen door bij de tweede generatie – over derde en vierde generatie hebben we nog onvoldoende gegevens.”

Dries Lens: ‘De integratie van laaggeschoolden is een zwak punt van onze arbeidsmarkt: die is erg rigide, met een sterk onderscheid tussen insiders en outsiders.’ Beeld Wouter Van Vooren
Dries Lens: ‘De integratie van laaggeschoolden is een zwak punt van onze arbeidsmarkt: die is erg rigide, met een sterk onderscheid tussen insiders en outsiders.’Beeld Wouter Van Vooren

Hoe verklaart u die kloof? Speelt daar discriminatie?

“Dat is ongetwijfeld een belangrijke factor. Dat is al verschillende keren aangetoond: als je dezelfde sollicitatiebrief stuurt met een typisch Vlaamse of een Marokkaanse naam, zul je in dat laatste geval veel minder kans hebben om uitgenodigd te worden voor een gesprek. Maar er spelen ook andere zaken: het zou merkwaardig zijn mocht die discriminatie nu precies in België zoveel sterker spelen dan in pakweg Frankrijk of Nederland. Wat ook meespeelt, zijn de kenmerken van de migranten en de kenmerken van onze arbeidsmarkt.”

Trekt België andere migranten aan?

“In vergelijking met de buurlanden ontvangen wij een relatief groot aandeel laag opgeleide migranten, onder meer via gezinshereniging. En de integratie van laaggeschoolden is een zwak punt van onze arbeidsmarkt: die is erg rigide, met een sterk onderscheid tussen insiders en outsiders. België biedt een hoge bescherming aan mensen die een baan hebben, maar heeft weinig lageloonjobs en flexibele arbeid, bijvoorbeeld shiftwerk, waar nieuwkomers en laaggeschoolden makkelijk kunnen instappen.”

Om het wat provocerend te stellen: de vakbonden hebben hun werk té goed gedaan.

(lacht) “Zo provocerend is dat niet. Het ligt niet alleen aan de vakbond, deze situatie is het resultaat van het overleg tussen werknemers, werkgevers en de overheid.”

Is het te moeilijk om mensen te ontslaan en zijn werkgevers daarom niet happig om mensen een kans te geven? Is het zo cynisch?

“Dat is zelfs niet cynisch. De kosten voor werkgevers zijn hoog en de wetgeving op ontslag is zeer strikt. Daarom nemen werkgevers bij ons minder risico’s, zeker met mensen van wie ze niet zeker weten dat ze productief genoeg zullen zijn. En we missen een segment waar mensen snel kunnen instromen. Flexibele jobs die een opstap kunnen vormen.”

Dries Lens: ‘Ik hoop dat we met de Oekraïense vluchtelingen niet dezelfde fout maken als met de mensen die in 2015 uit Syrië en Afghanistan kwamen.’ Beeld Wouter Van Vooren
Dries Lens: ‘Ik hoop dat we met de Oekraïense vluchtelingen niet dezelfde fout maken als met de mensen die in 2015 uit Syrië en Afghanistan kwamen.’Beeld Wouter Van Vooren

Misschien willen we liever geen al te flexibele en precaire jobs.

“Dat klopt. En dat brengt ons weer bij dat tweede deel van de paradox: dat segment van de arbeidsmarkt wordt nu in hoge mate ingevuld door een beroep te doen op detachering. En dat is moeilijk te controleren, omdat niet alles altijd volgens de regels gebeurt – het is onmogelijk voor onze sociale inspectie om contracten te controleren in Polen of Litouwen. Maar het is nu eenmaal zeer gemakkelijk: wie volk nodig heeft in de bouw of vleesverwerking, heeft aan één telefoontje genoeg. Maar het is niet altijd zonder gevaar.”

Hoe bedoelt u?

“Wel, u kunt zich voorstellen dat de veiligheid op een bouwwerf niet echt verbetert als er veel verschillende talen worden gesproken. Dan kan er sneller iets misgaan.”

Over die talen gesproken, dat stipt u ook aan: in de meeste vacatures wordt een goede kennis van Frans of Nederlands gevraagd. Terwijl die talenkennis bij gedetacheerden natuurlijk volledig ontbreekt.

“Inderdaad. Voor 80 tot 90 procent van de vacatures in ons land is die taalkennis vereist. Bij detachering niet. En voor nieuwkomers vormt het een enorm struikelblok, want wie pas in het land is, spreekt uiteraard onze taal nog niet. Het brede probleem is dat door detachering werkgevers minder gemotiveerd zijn om massaal te investeren in de opleiding van onze jeugd en het aantrekkelijk maken van knelpuntberoepen. Op die manier hebben we kostbare tijd verloren.”

En de detachering uit Oost-Europa droogt op.

“Absoluut. Dat is op dit moment een probleem. We hebben ons ervan afhankelijk gemaakt, maar nu beginnen de lonen in Oost-Europa ook te stijgen. Ook in Polen en Litouwen is er nu krapte op de arbeidsmarkt. Men is daar evengoed op zoek naar metselaars en lassers en vrachtwagenchauffeurs. En dus blijven veel arbeidskrachten daar nu liever thuis.”

null Beeld Wouter Van Vooren
Beeld Wouter Van Vooren

En dus wil Voka, vereniging van werkgevers, meer arbeidsmigratie uit niet-EU-landen.

“Klopt. Maar we kennen al veel tijdelijke arbeidsmigratie van niet-EU onderdanen via detachering. Dan gaat het om Brazilianen die via Portugal hier komen werken. Of Oekraïners via Polen en Litouwen – het is het sterkst groeiende kanaal voor arbeidsmigratie in België.”

Vluchtelingen rekent u ook bij ‘immigranten’ in uw onderzoek.

“Ja, die mensen komen uiteraard hiernaartoe om humanitaire motieven, niet om te werken. Omdat ze hier arriveren met heel wat bagage en trauma’s, duurt het langer voor hen om in te stromen op de arbeidsmarkt. Dat is logisch. Het probleem is dat ze na hun instroom vrij snel weer uitstromen. Zo komen ze snel terecht in onze sociale zekerheid. Een van de oorzaken is dat vluchtelingen vaak overgekwalificeerd zijn voor de jobs die ze kunnen vinden.”

De advocaat die moet gaan poetsen.

“Dat komt zeker voor. Ik hoop dat we met de Oekraïense vluchtelingen niet dezelfde fout maken als met de mensen die in 2015 uit Syrië en Afghanistan kwamen – door te weinig te investeren in het erkennen en benutten van hun competenties en kwalificaties.”

Hoe komen we hieruit? Hoe activeren we de eigen arbeidsreserve zodat we minder een beroep moeten doen op detachering?

“We moeten een debat houden over de organisatie van onze arbeidsmarkt, en over de vraag wat sociaal is.”

U bedoelt: te hoge bescherming en hoge minimumlonen zijn misschien asociaal?

“Precies. We gaan er nu van uit dat hoge bescherming en hoge minimumlonen sociaal zijn, maar de praktijk toont het tegendeel aan: hoge minimumlonen zijn goed voor mensen die aan de slag zijn, maar niet voor mensen die moeilijk toegang vinden tot onze arbeidsmarkt. Door die hoge bescherming grijpen werkgevers immers naar detachering, en vallen mensen die hier wonen, uit de boot. Vooral migranten.”

U zegt dat we laagbetaalde arbeid en flexi-jobs nodig hebben, maar onderzoek toont toch ook aan dat bij PostNL bijvoorbeeld vreselijke arbeidsomstandigheden heersen.

“Er komt inderdaad misbruik aan het licht. We hebben vooral goed gereguleerd flexiwerk nodig. Laagbetaalde jobs die als een soort draaideur functioneren, en een opstap bieden naar betere jobs. Wat we zeker niet willen, is nog meer mensen die via detachering hier werken. Want daar doet zich ook misbruik voor, en dat ontsnapt vaak aan onze radar. En het verhindert de arbeidsintegratie van mensen die hier wonen en zwak staan.”

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234