Dwarsboomde Obama Hezbollah-misdaadonderzoek voor Iran-deal?

Project Cassandra zag in 2008 het levenslicht, een jaar voor Barack Obama zijn intrek nam in het Witte Huis. Onder die noemer werd een groot onderzoek gestart naar de Libanese beweging Hezbollah. Die zou namelijk jaarlijks een miljard dollar verdienen met drugs, wapenhandel, witwaspraktijken en andere misdaden.

De Drug Enforcement Administration moest dat in kaart brengen. Het onderzoek zou in totaal acht jaar in beslag nemen. Volgens enkele betrokkenen is dat een sof gebleken, mede door de regering-Obama. Die zou Hezbollah niet zwaar hebben willen straffen, om de op til staande nucleaire deal met Iran niet in het gedrang te brengen.

Hezbollah wordt namelijk gesteund door het Iraanse regime. Mocht de terreurgroep vol in de wind komen te staan, zou Iran zich misschien hebben teruggetrokken. Dat zeggen nu enkele mensen die betrokken waren bij Project Cassandra.

Volgens hen kwam het project steeds meer hindernissen tegen, naarmate het onderzoek vorderde. Zo werd het de betrokken onderzoekers moeilijk gemaakt of verboden om bepaalde vervolgingen of arrestaties te maken. Zo is er sprake van een grote Libanese bank, die enorme sommen zou hebben witgewassen. Ook daartegen zou niet zijn opgetreden.

“Dit was een systematische beleidskeuze”, zegt David Asher, een van de coördinatoren van Project Cassandra aan Politico. Een woordvoerder van president Obama heeft de beschuldigingen intussen ontkend. “Er werd consequent gehandeld tegen Hezbollah, zowel voor als na de Iran-deal.”