NieuwsNoorwegen
Duizenden Noren trotseren verhoogde terreurdreiging en duiken toch op tijdens Pride-bijeenkomst
Tegen de waarschuwingen van de politie in, kwamen Pride-demonstranten in Oslo toch massaal de straat op gisteren. Zo’n bijeenkomst werd geschrapt door de autoriteiten nadat zaterdag bij een aanslag in een homobar in Oslo twee doden vielen.
Een Noorse extremist met Iraanse roots opende afgelopen zaterdag het vuur in een populaire homobar in de Noorse hoofdstad. Daarbij kwamen twee personen om het leven en raakten eenentwintig anderen gewond. Het terreurniveau in Noorwegen werd verhoogd en de op zondag geplande Pride Parade mocht niet meer doorgaan. De politie omschreef de aanslag als ‘islamistisch terrorisme’ en zei dat alle komende Pride-evenementen om veiligheidsredenen moeten worden afgelast.
De organisatoren van de Oslo Pride Parade riepen vervolgens op om maandag een solidariteitsmars te houden voor de slachtoffers van de aanslag, maar enkele uren voor die van start ging werd de bijeenkomst geannuleerd op raad van de politie. Die was namelijk bang dat de opkomst te groot zou zijn om de veiligheid te kunnen garanderen, klonk het bij de organisatie.
Lees ook
Na aanslag in Oslo: ‘IS is niet verslagen. De groep wint opnieuw aan macht in Syrië’
Ondanks de annulering, waarschuwingen van de autoriteiten en het verhoogde dreigingsniveau doken maandagavond toch duizenden deelnemers op in Oslo. Een stoet mensen met bordjes en regenboogvlaggen trok door het stadscentrum, zo berichtte onder meer de Noorse omroep NRK. De deelnemers hielden borden omhoog met boodschappen als ‘je kunt ons niet uitschakelen’ en ‘seksuele vrijheid’.
“Ik voel me hier veel veiliger dan waar dan ook”, vertelde demonstrante Marie Sværen op NRK tijdens de onofficiële bijeenkomst. Volgens BBC News was er onder de deelnemers ook heel wat kritiek over de afgelasting door de politie. Het is net hun taak om ons te beschermen tegen extremisten in plaats van toe te geven aan hun wensen, klonk het.
De 43-jarige verdachte van de dodelijke aanslag zit in voorlopige hechtenis. Het motief wordt nog onderzocht, maar hij was sinds 2015 bekend bij de Noorse inlichtingendienst. Er zou sprake zijn van radicalisering en lidmaatschap van ‘een extremistisch islamistisch netwerk’.