Dokterslonen
Dokters getuigen: “Eén dokter moet inkomen genereren voor zes andere personeelsleden”
Dat ze een goed inkomen hebben, vinden ze niet meer dan normaal. Dokters met naam en faam, die goed werk leveren en begaan zijn met de patiënten hoeven niet beschaamd te zijn om te zeggen hoeveel ze verdienen, menen cardioloog Pedro Brugada en neurochirurg Erik Van de Kelft.
Cardioloog Pedro Brugada
Er zijn niet veel dokters die een syndroom naar hen genoemd krijgen. Cardioloog Pedro Brugada wel. Het syndroom van Brugada, waar hij samen met zijn broers Josep en Ramon onderzoek naar deed, is een zeldzame en meestal erfelijke ziekte van het hart, die bij schijnbaar gezonde mensen tot een plotse dood kan leiden. Zijn strijd voor hartscreening bij jonge sporters maakte hem bekend in het hele land.
Dokter Brugada praat vrij openlijk over zijn loon. “Dat is ongeveer 400.000 euro bruto per jaar. Daar moeten wel nog belastingen en verzekeringen van af”, klinkt het onomwonden.
U stapte in 2007 over van een algemeen ziekenhuis naar het UZ Brussel, maar bleef toch werken als zelfstandige. U was de eerste in het UZ die zo’n statuut verkreeg. Waarom zag u de vaste loondienst niet zitten?
Brugada: “Het is een toch een andere visie op je werk. Er zijn mensen die zich goed voelen bij een vast ritme, een vast loon en een pensioen op het einde van de rit, maar als je een verzekerd inkomen hebt, dan ga je toch anders om met je job. Kijk naar de Scandinavische landen. Daar werken ze met quota voor ingrepen. Is dat quotum bereikt, dan mogen de artsen die ingreep niet meer uitvoeren. Dat is frustrerend voor de artsen, maar zeker ook voor de patiënt.
“Als zelfstandige heb je geen vast loon. Dus hoe beter je presteert, hoe beter je ervan wordt. Daar houd ik van. Ik vind het vooral positief dat je als dokter impact hebt. Wie met nieuwe, specifieke technieken werkt, zal het beter doen dan iemand die die niet gebruikt.”
Een systeem waarbij meer werken tot meer inkomen leidt, kan ook wel voor overconsumptie zorgen.
“Dat is inderdaad een gevaar. Het is hetzelfde met kernenergie: je kan zeggen dat het positief is omdat er elektriciteit mee opgewekt kan worden. Maar je kan er ook een atoombom mee maken. Wat het wordt, hangt af van mensen.”
Naast uw werk in het ziekenhuis heeft u ook nog een privépraktijk. Sommige critici zeggen dat zulke privépraktijken vooral bedoeld zijn om nog meer te verdienen.
“En waarom zou een arts die goesting heeft om nog wat meer te werken, dat niet mogen doen? Mijn directie heeft goed begrepen dat privéraadplegingen een win-winsituatie inhouden. Ik mag één dag per week privé werken, waar ik vooral mensen zie die voor een tweede of derde opinie komen. Als ik hen behandel, dan is dat in het UZ. Zo trek ik patiënten binnen. Terwijl andere universitaire ziekenhuizen hun beste specialisten zien wegtrekken, houdt het UZ Brussel zijn specialisten bij zich. Dat is slim.”
Kan de overheid hier ook in bijspringen? Veel specialisten trekken weg omdat ze een groot deel van hun inkomsten moeten afdragen.
“Mensen beseffen niet hoe de situatie scheefgegroeid is. De enigen die geld binnenbrengen voor het ziekenhuis zijn het medisch personeel. Nu moet één dokter inkomen genereren voor ongeveer zes andere personeelsleden. Wij betalen de verpleegkundigen, technici, poetsvrouwen en het administratief personeel. Een specialist zal al snel 40 procent van zijn inkomsten moeten afstaan aan het ziekenhuis, en dan nog eens 10 procent om de extra kosten voor medisch materiaal te dekken.
“Ik vraag me af of de kosten van medisch materiaal niet kunnen worden verlaagd. We betalen daar nog altijd 21 procent btw op, maar als arts kan je geen btw recupereren. Mocht de luxetaks op medisch materiaal naar beneden gaan, dan zou dat al heel wat schelen.”
Vindt u zelf dat uw inkomen hoog is?
“Natuurlijk heb ik een goed inkomen, maar om miljonair te worden als specialist moet je niet in België zijn, wel in het buitenland. Hier doe je het vooral voor de mooie titel.” (lacht)
Neurochirurg Erik Van de Kelft
Ook Erik Van de Kelft, neurochirurg in AZ Nikolaas in Sint-Niklaas, ziet net als dokter Brugada geen reden om geheimzinnig te doen over zijn inkomen. “Aangezien we werken met overheidsgeld, denk ik dat transparantie noodzakelijk is.”
In ons onderzoek eindigen de neurochirurgen bovenaan de lijstjes. Jullie zijn grootverdieners. Kloppen die cijfers volgens u?
Van de Kelft: “Een neurochirurg verdient gemiddeld het dubbele van de eerste minister. Ik krijg elk jaar 500.000 euro van mijn ziekenhuis en daar hou ik na de afdrachten nog 300.000 euro van over. Per maand komt dat neer op zo’n 12.000 euro netto. Maar ik werk wel zo’n 40 à 60 uur per week. Mocht ik maar 38 uur per week werken, dan zakt dat al naar 8.000 euro per maand.
“Er zit weinig verschil op de lonen van neurochirurgen, want iedereen draagt ongeveer 40 procent af aan het ziekenhuis – om de kosten van het gebouw, de toestellen, het secretariaat... te dekken. Ziekenhuizen zijn ook niet dom, stel je voor dat één ziekenhuis maar een afdracht van 10 procent zou vragen, met alles erop en eraan. Dan zouden de andere ziekenhuizen leeglopen.”

Vindt u dat een billijk loon voor wat u doet?
“Het is niet aan mij om mijn loon correct te vinden, het is de maatschappij die vindt dat dit een correct loon is. Het zijn niet wij die de tarieven opstellen. De mensen die dit betalen, zij vinden dat wij het waard zijn om per prestatie zoveel geld te krijgen. Omdat we veel hebben gestudeerd en hoge risico’s dragen.
“Als morgen de maatschappij – dus u en uw lezers – vinden dat wij minder moeten verdienen, dan moeten we dat herbekijken. Ik ben voor een open maatschappelijk debat. Ik weet dat het systeem van sociale zekerheid begint te kraken. Dat kunnen we alleen maar oplossen als we eerst alles netjes op tafel gooien. De honoraria en medische overconsumptie mogen van mij zeker besproken worden.”
U bent openhartig over uw inkomen, maar heel wat andere artsen waren minder happig om mee te werken aan ons onderzoek.
“Ja, dat weet ik. Mijn eigen beroepsvereniging had me al gezegd dat ik misschien nog een telefoontje van jullie ging krijgen. Ze vroegen mij om alstublieft niet mee te doen. Dat mailtje hadden ze al aan het begin van de zomer naar alle neurochirurgen gestuurd.
“Maar als een journalist mij vraagt of het waar is dat ik zoveel verdien, en ik zou zeggen ‘geen commentaar’, dan gaat iedereen er zeker vanuit dat het waar is. Iedereen is tegen fake news, maar dan moet je ook het correcte nieuws verdragen. Dus ik ben bereid om over alles te praten. Ik heb niets te verbergen, ik leg u duidelijk uit wat er van mijn inkomen over blijft. En aangezien we werken met overheidsgeld, denk ik dat transparantie noodzakelijk is.”
Als het open debat ertoe zou leiden dat u wat moet inleveren, zou u daar dan mee kunnen leven?
“Niemand geeft graag iets af. Ondertussen is mijn leven ook aangepast aan mijn inkomen, ik moet mijn huis ook afbetalen. Maar ik ben niet bang dat mensen straks zullen zeggen dat wij veel te veel verdienen.
“Een inkomensverdeling is altijd een soort klok (gausscurve, CG). Iemand moet de 3 hoogste procent opvullen. Van mij mag iedereen daarin zitten, maar om de een of andere reden lukt dat niet. En ik denk dat het voor de meeste mensen vanzelfsprekend is dat ook artsen onder die best verloonde mensen vallen. Mensen vertrouwen ons, we dragen veel verantwoordelijkheid, we hebben lang gestudeerd. Maatschappelijk is de gezondheid een van de basistakken van geluk. En wie is uw beste partner om gezond te blijven? Uw arts.”