NieuwsAardbevingen Turkije en Syrië
Dodentol aardbevingen loopt op tot boven 7.200, Erdogan kondigt drie maanden noodtoestand af
Uit heel de wereld vertrekken nu hulpteams naar Turkije en Syrië, waar nog steeds slachtoffers tussen het puin van ingestorte gebouwen liggen. De Turkse president Erdogan heeft de noodtoestand afgekondigd.
Het dodentol in Turkije en Syrië na de verwoestende aardbeving van maandag was gisteravond al opgelopen tot meer dan 7.200. Tussen de ingestorte gebouwen is de menselijke schade enorm, zo blijkt ook uit de aangrijpende beelden die de rest van de wereld nu bereiken.
In de Turkse provincie Hatay is een baby samen met haar moeder uit het puin gehaald. De twee lagen al meer dan een dag tussen de brokstukken.
De Turkse president Erdogan heeft de tien provincies die zijn getroffen door de verwoestende aardbevingen in het zuiden van Turkije tot rampgebied verklaard. Er is een noodtoestand voor drie maanden afgekondigd. Met de noodtoestand wil Erdogan ervoor zorgen dat de zoek- en reddingsoperaties in het land snel kunnen worden uitgevoerd.
Erdogan zei in een toespraak dat 70 landen hulp hebben aangeboden bij zoek- en reddingsoperaties en dat Turkije van plan is hotels open te stellen in het toeristische centrum Antalya. Daarmee wil het land tijdelijk onderdak bieden aan mensen die door de bevingen zijn getroffen.
Omdat de nood ook in Syrië erg hoog is, vraagt het hoofd van de Syrische Rode Halve Maan, dat onderdeel is van het internationale Rode Kruis, de EU om de strafmaatregelen tegen het Syrische regime op te heffen. De sancties bemoeilijken de hulp aan de getroffen bevolking.
Volgens het hoofd van de organisatie, Khaled Hboubati, is er dringend behoefte aan zwaar materieel zoals graafmachines, ambulances en brandweerwagens. Die zijn niet enkel nodig om hulp te verlenen aan slachtoffers, maar ook om de schade van de beving op te ruimen. “De vrijwilligers staan klaar”, zegt hij, “maar ze hebben geen materieel”. In totaal zouden er 3.000 vrijwilligers van de Rode Halve Maan paraat staan.
Sinds de Syrische president Bashar al-Assad in 2011 burgerprotesten hardhandig heeft neergeslagen, gelden er verregaande westerse sancties tegen zijn regime. In de oorlog die uit de protesten voortvloeide kwamen al zeker een half miljoen mensen om het leven. De helft van de inwoners van het land is op de vlucht geslagen.
Het epicentrum van de aardbeving lag in buurland Turkije, maar ook in Syrië werden al zeker 1.800 doden en duizenden gewonden geteld. Er is schade in zowel de delen van het land die onder de controle van Assad staan, als in de delen die door rebellen worden bezet.
