ReportageTexas
Diversiteitsonderwijs verscheurt Amerikaanse scholen: ‘Doceer ook andere visies op Holocaust’
Scholen zijn de nieuwste frontlinie in de Amerikaanse cultuurstrijd, merkten twee rijke voorsteden van Dallas. In Southlake namen conservatieve ouders het schoolbestuur over en verboden diversiteitsonderwijs, in Colleyville moest het eerste zwarte schoolhoofd wijken.
Inmiddels loopt iedereen in Southlake zo op eieren, dat zelfs lesgeven over de Holocaust controversieel is geworden. Bij een instructie drukte de baas van de leerplancommissie leraren onlangs op het hart om het verwijt van partijdigheid te allen tijde te vermijden. “Als je een boek over de Holocaust in de klas hebt, zorg dan dat je er dan ook een hebt met een tegenovergesteld perspectief.”
De naar de media gelekte audio-opname zorgde voor een verse ronde ophef. Want, zoals een van de leraren direct al vol ongeloof tegenwerpt: hoe kan iemand het precies oneens zijn met de Holocaust?
Toen Rayna, inmiddels 17 en bezig aan haar laatste schooljaar, vier jaar geleden met haar ouders naar Southlake verhuisde, zat de spanning nog een stuk dieper onder de oppervlakte. “De mensen die ik hier leerde kennen hadden het altijd over de bubble. Over de mentaliteit van dat je liever niet openlijk over dingen praatte. Ik vroeg me dan steeds af: maar waar praat je hier dan precies liever niet over?”
Een bubbel is Southlake in ieder geval als we naar de statistieken kijken. Southlake, een van de tientallen kleinere voorsteden die in de agglomeratie Dallas-Fort Worth tegen elkaar aan klitten, is de rijkste buurt van Texas. Een gemiddeld huis kost hier meer dan een miljoen dollar (omgerekend zo’n 884.000 euro), een gemiddeld gezinsinkomen bedraagt ongeveer een kwart miljoen dollar per jaar. De meerderheid van de bewoners is niet alleen rijk maar ook wit, al nam dat laatste percentage tussen 2009 en 2019 wel af van 88 naar 67 procent, onder invloed van nieuwe bewoners die het inwonertal van het plaatsje de afgelopen jaren tot boven de 30.000 lieten stijgen.
In plaats van de statistieken te bekijken kunnen we natuurlijk ook gewoon om ons heen kijken. Dan zien we boomrijke lanen, met namen als Versailles Drive die zich langs statige vijvers slingeren, langs oude bomen, en langs kapitale villa’s met hier en daar een zuilengalerij voor de ingang. Overal hangen bordjes met de aansporing ‘Go Dragons Go’. Dragons, zo noemt men hier liefkozend de leerlingen van het schoolsysteem van Southlake, dat een excellente reputatie heeft, en de trots van het stadje is.
De rust in deze afgeschermde, geprivilegieerde enclave werd eind 2018 opgeschrikt door een filmpje, waarin enkele van die geliefkoosde dragons uit volle borst het n-woord scanderen.
Rayna, zelf van Indiase afkomst, had inmiddels ook al gemerkt dat de normen rondom racisme hier minder snel veranderden dan in de rest van Amerika. Het n-woord is hier nog gemeengoed, en de school treedt er niet echt tegen op. “Aha, dacht ik. Dus dat bedoelen ze.” Zelf hield ze zich aanvankelijk gedeisd, uit angst om buiten de groep te vallen. Inmiddels heeft ze zich aangesloten bij SARC, de Southlake Anti-Racism Coalition, een groep leerlingen en oud-leerlingen die strijdt tegen racisme op school.
Want het filmpje legde voor de hele gemeenschap bloot wat leerlingen van kleur allang ondervonden. “Dat er hier geen ruimte is om je seksualiteit te onderzoeken, om trots te zijn op je religie als die niet-christelijk is, dat het n-woord heel makkelijk rondgegooid wordt”, somt Alex Heymann op, die afgelopen zomer afstudeerde en ook lid is van SARC. Heymann is zelf wit, en wil haar eigen slachtofferschap dus zeker niet in de etalage plaatsen, maar ze is ook Joods, en kreeg dus zijdelings wel iets mee van hoe het is om buiten de norm te vallen in Southlake. “Toen ik vijf was werd ik door andere kinderen al uitgehoord over waarom ik Jezus vermoord had.”
De video noopte het schoolbestuur om toch werk te maken van het racismeprobleem. Eerder om ervan af te zijn dan uit een diepgewortelde overtuiging, denkt Heymann. Maar evengoed werd er in 2019 een commissie opgetuigd met ouders, leerlingen en leraren, die een Actieplan voor Culturele Competentie opstelden. De doelen van dat plan werden in een ietwat zijige diversiteitstaal gegoten die bedoeld leek om niemand voor het hoofd te stoten: “het begrijpen en waarderen van de geschiedenissen, culturen, talen en tradities van anderen” en “herkennen dat diversiteit bijdraagt aan de rijkdom van onze schoolgemeenschap”.
Maar terwijl er zo, heel voorzichtig, wat begon te schuiven in Southlake, beleefde Amerika een maatschappelijke aardbeving: na de moord op George Floyd in het voorjaar van 2020 verspreidden de Black Lives Matter-protesten tegen racisme zich door het hele land.
In Colleyville, een buurgemeente van Southlake, en ook al zo’n welvarende voorstad, was James Whitfield net benoemd als eerste zwarte schoolhoofd van de middelbare school. Hij voelde zich geïnspireerd door die protesten, en stuurde vrijwel direct een brief rond aan ouders en leraren, over de rol die onderwijs kon spelen bij de strijd voor een betere toekomst. “Onderwijs is de sleutel om onwetendheid, haat en systemisch racisme te vermorzelen.”
Hij kreeg er alleen maar positieve reacties op. “Het was alsof we elkaar even als mensen konden zien, alsof we bereid waren om eindelijk samen die maatschappelijke misstanden onder ogen te zien die ons al zo lang verdelen”, blikt hij anderhalf jaar later terug. Maar dat duurde niet lang, voegt hij er meteen aan toe. “Mensen waren er kennelijk nog niet aan toe om die gesprekken te hebben”.
Critical race theory
Binnen een paar weken sloeg de welwillendheid bij veel Amerikanen om. President Trump kloeg over de vernielingen bij Black Lives Matter-demonstraties, dreigde met inzet van het leger. In die dagen verspreidde zich ook, als een soort virus, een nieuwe term door de debatten over racisme. Whitfield legt uit: “Ineens werd van alle kanten critical race theory als boeman opgevoerd”.
Critical race theory (CRT), dat begrip was begin 2020 alleen bekend bij een select groepje academici. Het beschreef de benadering van wetenschappers die racisme niet alleen zien als de specifieke vooroordelen van een individueel persoon, maar ook als een systeem dat in instituties en machtsverhoudingen huist.
Inmiddels is zelfs die afkorting, CRT, gemeengoed geworden bij conservatieve activisten en bij boze ouders, die bang zijn dat hun kinderen er op school mee geïndoctrineerd worden. De term is te lezen op boze spandoeken en borden, en te horen op inspraakavonden van schoolbesturen, waar ouders lucht geven aan hun vermoedens: dat Amerikaanse scholen CRT onderwijzen, dat hun witte kinderen daarbij geleerd wordt om zich te schamen voor hun huidskleur, dat ze permanent in de beklaagdenbank zitten vanwege vage ‘microagressies’, en dat dit alles onderdeel vormt van een communistische samenzwering tegen Amerika.
“God wordt gevraagd om onze scholen te verlaten, en ouders worden vervangen door een neomarxistische agenda”, fulmineerde een ouder op een van de vele inspraakavonden in Southlake. Die apocalyptische woorden gaan over dat Actieplan voor Culturele Competentie, dat toevallig net klaar was in de heetgebakerde zomer van 2020. Normaal gesproken was zoiets waarschijnlijk een hamerstuk geweest in het schoolbestuur. Maar nu keerden boze ouders zich tegen deze veronderstelde poging tot linkse indoctrinatie, en wordt het, onder invloed van ladingen boze insprekers, steeds uitgesteld.
In Amerika worden heel veel functies verkozen, dus ook de schoolbesturen. Niet dat veel mensen zich daar ooit druk om maakten. Normaal gesproken wordt degene die bereid is om wat vrije tijd op te offeren voor zo’n weinig prestigieuze functie zonder tegenkandidaat verkozen, bij een opkomst van hooguit 10 procent. Maar toen er in 2021 twee posities vrijkwamen in het schoolbestuur van Southlake, ontbrandde er ineens een politieke strijd.
Twee conservatieve kandidaten, Hannah Smith en Cam Bryan, voerden campagne tegen het actieplan. Ze werden daarbij gesteund door Southlake Families, een professionele politieke financieringsorganisatie, die speciaal voor deze verkiezingen werd opgericht. Die werd gesteund door de Republikeinse partij van Texas, en door donaties uit het hele land, die binnenstroomden nadat rechtse media als Fox News berichtten over de strijd. Ze wonnen met gemak. Het actieplan verdween in een la.
Smith, Bryan, noch Southlake Families wilden hierover geïnterviewd worden. Internationale en Amerikaanse mainstream media hadden moeite om ze voor de microfoon te krijgen. Maar in de rechtse podcast Freedom Talks spraken de twee in juli vrijuit. “Ik wil dat mijn kinderen die belangrijke gesprekken hebben met hun klasgenoten over hun culturele achtergronden en hun religie”, zegt Smith. “Maar dat wordt nu onmogelijk gemaakt omdat ze bang zijn dat alles wat ze zeggen als ‘microagressie’ wordt aangemerkt, en ze zullen worden gestraft. Dat is treurig.”
Alex Heymann van SARC vindt dat dat erg makkelijk voorbijgaat aan de echte slachtoffers. “Dat ongemak waar ze over klagen is 1000 procent minder dan wat leerlingen van kleur nu iedere dag moeten doormaken. En groeipijnen heten niet voor niets zo. Het is moeilijk om naar jezelf te kijken en te zeggen: ik heb iets verkeerds gedaan, ik had het beter moeten doen. Maar zo groei je. Dus het spijt me als je je daar even slecht over voelt, maar eigenlijk spijt het me niet echt.”
En dat ze onderdeel zou zijn van een communistisch complot? De 19-jarige activiste rolt met haar ogen om zoveel domheid. “Communisme betekent dat mensen de productiemiddelen bezitten, niet dat ze naar een diversiteitstraining moeten. Mensen die zo graag met zulke termen smijten moeten er misschien maar eens een boek over lezen, dan kunnen we er een echt gesprek over hebben.”
Censuur
De twee nieuwe schoolbestuurders geven in de podcast ook tips aan ouders elders: spreek met je schoolbestuur, vraag de bestuursdocumenten van je lokale bestuur op, werf vrijwilligers, richt een Facebook-groep op. Die tips zijn inmiddels gemeengoed. Niet alleen in Texas, in heel Amerika hebben boze ouders de afgelopen tijd hun weg gevonden naar de vergaderingen van schoolbesturen, en lopen de spanningen bij de verkiezingen daarvoor ineens hoog op. De landelijke vereniging van schoolbesturen waarschuwt dat het aantal bedreigingen van bestuurders scherp toeneemt.
“Je moet heel erg op de hoogte zijn van wat er in de klas van je kind gebeurt”, adviseert Cam Bryan verder. “Check wat voor huiswerk ze moeten doen, wat ze moeten lezen, welke boeken er in de bibliotheek staan”.
Dat laatste doen inmiddels niet alleen ouders, maar ook politici. Matt Krause, Republikeins lid van het Huis van Afgevaardigden van Texas, publiceerde onlangs een lijst van 850 boeken die wat hem betreft uit schoolbibliotheken moeten verdwijnen. Zelfs áls je voorstander zou zijn van censuur, zitten daar volslagen onschuldige boeken bij, klaagt Zeph Capo, directeur van de Texaanse afdeling van lerarenbond AFT. Maar het gaat volgens hem niet om de inhoud van de boeken. “Een van de partijen in ons land ziet het boos houden van mensen als een manier om aan de macht te blijven.”
Voor het openbaar onderwijs is het funest, zegt Capo. Er was al een tekort aan leraren, hij hoort nu dat nog meer leraren ermee stoppen vanwege de paranoïde atmosfeer waarin ze moeten werken.
Ook schoolhoofd Whitfield is inmiddels weg uit het onderwijs. Onvrijwillig. In de zomer van 2021 beschuldigt een ouder hem ervan dat hij critical race theory onderwijst, met als bewijs de brief die hij een jaar eerder had verstuurd. Het bestuur schiet in de kramp, en stelt hem op non-actief. De leerlingen voeren nog actie voor hem, maar dat haalt niets uit. Hij moet weg met een afvloeiingsregeling.
Southlake heeft dus nog steeds geen racismebeleid, en het eerste zwarte schoolhoofd van Colleyville is er alweer uitgewerkt. Maar wat Whitfield betreft, is de strijd pas net begonnen. Hij heeft inmiddels besloten om voorlopig niet door te gaan als leraar of schoolhoofd, maar om zich verkiesbaar te stellen voor de onderwijscommissie van de staat Texas, om daar de onafhankelijkheid van het onderwijs te verdedigen. “We hebben iets te lang achterover geleund, en dan laat je dit soort dingen gebeuren. Soms worden we iets te gemakzuchtig in de maatschappij. Maar hopelijk laat dit ons zien dat we dat niet kunnen zijn, als we willen knokken voor de dingen die we belangrijk vinden.”