NieuwsOnderwijs
Dierenartsen boos over toelatingsproef: ‘Er is nu al een tekort’
Wie zich wil inschrijven voor de opleiding dierengeneeskunde moet binnenkort eerst slagen voor een toelatingsproef. De Vlaamse regering introduceert de bindende test om het hoge aantal studenten te reduceren, maar de sector heeft kritiek op de aanpak. ‘Er is nu al een tekort aan artsen.’
“Toen ik het statement van Ben Weyts over de opleiding tot dierenarts las, viel ik bijna achterover.” Rudi Hendrikx, eigenaar van dierenkliniek De Poort in Lanaken, kan zijn verontwaardiging maar moeilijk verbergen wanneer hij over het beleid van de minister van Onderwijs (N-VA) spreekt. Maandag kondigde Weyts namelijk aan dat studenten vanaf het academiejaar 2022-2023 een toelatingsproef moeten afleggen voor ze zich kunnen inschrijven voor de opleiding dierengeneeskunde.
De test komt er omdat universiteiten de instroom van kandidaat-dierenartsen willen beperken. Ter illustratie: twintig jaar geleden studeerden 1.200 mensen aan de Gentse faculteit dierengeneeskunde, vandaag zijn het er 1.800. De populariteit van de opleiding maakt het moeilijk om tijdens praktijklessen iedereen een plaats te bieden. Toch waarschuwt Hendrikx voor een kloof tussen de academische wereld en het werkveld.
“De inschrijvingscijfers liggen misschien hoog, maar niet alle afgestudeerden stromen door naar de arbeidsmarkt”, zegt hij. “Ik ben al sinds mei hopeloos op zoek naar ondersteuning voor mijn team. Van mijn collega’s hoor ik soortgelijke geluiden. Het lukt gewoon niet om mensen aan te trekken.”
Veel vacatures
Een blik op de vele vacatures die op de websites van arbeidskantoren prijken ondersteunen Hendrikx’ stelling. Verschillende zoekertjes staan al maanden online en werden recentelijk nog van een ‘urgent-label’ voorzien.
“Zowel de vacatures voor specialisten als die voor allroundartsen raken moeilijk ingevuld”, vertelt Magali Van Tichelen van Dierenartsen Noord in Essen. Tijdens het voorjaar had haar praktijk nood aan een extra werkkracht die de bevruchting van paarden kon opvolgen. “Tijdens de vruchtbare periode worden merries meerdere keren per week onderzocht met een scanner, wat veel tijd in beslag neemt.”
Toch lukte het niet om iemand te vinden. “De lange zoektochten worden dan ook eerder de regel dan de uitzondering”, vertelt Mieke Vandenborre van de Gentse praktijk ’t Snorhaar. “Een collega stapte onlangs over naar een praktijk die al drie jaar naar ondersteuning zocht.”
Theo Borgers, voorzitter van de Orde der Dierenartsen, bevestigt dat een deel van de sector steeds vaker opmerkt dat het moeilijker wordt om werkkrachten aan te trekken. Dat komt volgens hem door de veranderde tijdgeest. “Het werk in een dierenartsenpraktijk houdt nooit op en jongeren tillen vandaag zwaarder aan een gezonde balans tussen hun privéleven en hun professionele carrière. Daardoor is er een groot verloop binnen de sector.”
Hendrikx voegt nog een andere reden toe waarom de inschrijvingscijfers aan universiteiten geen accurate weerspiegeling van de situatie op het werkveld zijn. “Veertig procent van de dierenartsen die in Vlaanderen opgeleid worden komen oorspronkelijk uit Nederland. Zij keren vaak terug naar hun thuisland zodra ze afgestudeerd zijn.”
Problemen in de toekomst
Verschillende eigenaars van dierenartsenpraktijken vrezen dat een lagere instroom aan studenten over enkele jaren tot een acuut tekort aan artsen zal leiden. “Op dat moment is het te laat om in te grijpen en zullen we bepaalde dieren niet meer kunnen behandelen”, zegt Hendrikx.
Borgers deelt de bezorgdheid, maar gelooft dat een meer gerichte toelatingsproef soelaas kan bieden. Hij pleit ervoor om bij de test niet alleen de intellectuele capaciteiten maar ook de werkhouding en motivatie van kandidaten te toetsen. “De job als dierenarts is veelzijdig en zwaar. Het totaalplaatje telt, niet alleen de verstandelijke kwaliteiten. Daar moeten de tests op anticiperen.”