Brussels talent
Deze zeven jonge namen uit Brussel moet u in het oog houden
Ze rijzen in de hoofdstad als paddenstoelen - of spruitjes - uit de grond: jong talent uit de meest uiteenlopende sectoren. Geboren en getogen of er, al dan niet gepland, een thuis gevonden. Zeven jonge namen uit Brussel om in het oog te houden.
1. Hiphopcollectief Stikstof
Jasper 'Jazz' De Ridder, Joris 'DJ Vega' Ghysens, Maxim 'Rosko' Lammens, Paulo 'Astrofisiks' Rietjens, Gorik 'Omar G' van Oudheusden
Het zevende element op de tabel van Mendeljev heeft bij jonge Brusselaars al lang niets meer te maken met muffe chemielessen. Stikstof staat voor hiphop vol donkere beats en rapteksten waarin onze hoofdstad en het leven erin voorop staan.
"Rappen over Brussel is geen drang, da's gewoon logisch", zegt Gorik van Oudsheusden, die spreekt in naam van de hele groep. "Het is de comfortzone die we om ons heen opbouwden. Stikstof is ook meer dan gewoon rappen. We zijn een vriendenkring, een bende, die op een boogscheut van elkaar woont. We hangen lekker in de hoofdstad van ons klein, maar o zo raar land, en proberen zoveel mogelijk te blaffen."
En blaffen doen ze, de Stikstof-leden die allemaal tussen de 24 en 29 jaar oud zijn, en opgroeiden in de verschillende Brusselse deelgemeenten. Ze hebben hun drukste zomer tot nu toe voor de boeg: een tweede keer op Couleur Café, een eerste keer op Dour, in juni zijn ze te gast in muziekprogramma pop-O-rama op Canvas en vervolgens spelen ze het voorprogramma van Cypress Hill in de AB, waar ze eerder ook al voor The Black Box Revelation speelden.
Onder die snelle evolutie blijven ze schijnbaar rustig. Gorik: "We geraken overal, da's goed he. Maar dat wil niet zeggen dat we enkel nog op grote podia willen staan. Als een jeugdhuis met een goeie sound system ons uitnodigt, want goed geluid gaat natuurlijk voorop, dan gaan we daar nog steeds heel graag op in. Die focus willen we behouden.
"We zijn gewoon heel veel plezier aan het maken en dat voel je. Als we zo lang mogelijk kunnen doen wat we nu doen, blijven flowen, is het goed. Natuurlijk zouden we wel evenveel als politici willen verdienen, maar misschien kunnen we er op een dag met onze muziek voor zorgen dat zij minder verdienen, en dat anderen daardoor de kans krijgen om meer te creëren. Wie weet."
De groep, wiens zwarte stickers met witte N, het stikstofsymbool, letterlijk de hele stad sieren, bracht onlangs een tweede album uit op Frontal, hun eigen label: "We gaan niet met onze albums leuren, steken er geen gratis downloadlinks bij. We brengen uit in eigen beheer en op onze eigen manier. Dus wie ons wil horen, komt ons maar zoeken." Een typisch vleugje Brusselse tire ton plan, zeg maar.
stikstofbrussel.be • Elke donderdag tussen 22 en 23 uur presenteren de heren van Stikstof hun radioprogramma Frontal op radiozender Bruzz
2. Take Eat Easy: home delivery uit de betere restaurantkeuken
Chloé Roose (26), Adrien Roose (28), Jean-Christope Libbrecht (28), Karim Slaoui (28)
Maaltijden aan huis werden in Brussel, net zoals elders, tot voor kort vooral geassocieerd met junkfoodbezorgingen van bedenkelijk allooi: pizza, kebap of platte friet. Tot Take Eat Easy food delivery in samenwerking met de populairste restaurants uitwerkte. Sindsdien wemelt het in de hoofdstad van de fietskoeriers in blitse outfits, die kwaliteitsvoer aan huis leveren. Met duidelijk succes.
"Sinds vorig jaar steeg ons team van 7 naar meer dan 170 man", vertelt Chloé Roose, een van de oprichters. "Toen we zo'n drie jaar jaar geleden begonnen, was ik amper afgestudeerd, daarna ging het heel snel. Tijd om zenuwachtig of bang te zijn, hadden we niet." Het was haar broer Adrien Roose, nu CEO, die enkele jaren geleden in Londen vaak laat werkte en maaltijden aan huis liet leveren. En vervolgens het idee kreeg om zelf een deliverybedrijf op te starten. Samen met zijn zus, Chloé en twee vrienden.
Chloé: "Niet alleen kennen we elkaar al lang, we vullen elkaar goed aan. Adrien gebruikt zijn ervaring uit de financiële sector, Jean-Christophe Libbrecht houdt zich bezig met de technische zaken, Karim Slaoui is wiskundige en maakte de algoritmes en ik studeerde iets creatiever, interieurarchitectuur aan La Cambre."
Chloé is ook een van de bezielers van "Brussels Kitchen", een populaire blog met culinaire recensies. Goed eten heeft ze goed begrepen: "We willen alleen maar met goeie restaurants samenwerken en selecteren die zelf. Je moet met je ogen toe een restaurant kunnen uitpikken en steeds zeker zijn dat het goed is. We moeten wel eens resto's weigeren, want wie niet goed genoeg is, komt er niet in.
"Voor een start-up als deze was Brussel misschien niet de ideale locatie - alle resto's zijn geconcentreerd in bepaalde gebieden, waardoor leveringen niet altijd evident zijn - maar net omdát we allemaal uit de hoofdstad komen, zijn hier we van start gegaan. Ondertussen zitten we in meer dan tien steden, waaronder Parijs, Londen en Barcelona, maar ook Antwerpen en binnenkort Gent."
3. Designlabel PaulinePlusLuis
Pauline Capdo (23) en Luis Bellenger (28) zijn een koppel en werken dag in dag uit samen
Humor is niet per se nodig in design", vindt ontwerper Luis Bellenger (28). "Een bepaalde légèreté, een speelse lichtheid, wel." Samen met zijn vriendin Pauline Capdo (23) ontwerpt hij designobjecten waarin licht centraal staat. Wanneer het koppel voor een designconcours voor het eerst samen ontwerpt en ze gelijk de hoofdprijs winnen, besluiten ze verder samen te werken als 'PaulinePlusLuis'. Dit jaar stonden ze voor het eerst op de meubelbeurs van Milaan, waar ze samen met de nieuwe Belgische lichting aan de designwereld werden voorgesteld.
De speelse lichtheid zit bij PaulinePlusLuis in de manier waarop ze licht gebruiken. Bellenger: "We werken veel met licht. De effecten, reflecties en vormen ervan proberen we te gebruiken alsof het een materie op zich zou zijn. Zoals bij 'Memory on paper'. Voor die lamp werkten we met gevonden drinkglazen van de brocante." Het lichtprisma dat de lamp daardoor produceert, resulteert in een sierlijk patroon dat op stof geprojecteerd wordt.
"De lamp gaat volgend jaar in productie, maar de gesprekken zijn nog gaande", licht Pauline toe. Momenteel rondt ze het laatste jaar van haar master Industrieel Design af. "Onze droom is om dit fulltime te kunnen doen. Om een designstudio op te starten, en in opdracht voor grotere designfabrikanten te ontwerpen."
Pauline en Luis hebben allebei Franse roots, maar ze leerden elkaar kennen tijdens hun studies design aan de hogeschool van Doornik. Vervolgens besloten ze samen naar Brussel te verhuizen voor een extra jaar industrieel design aan La Cambre. Zoals velen bleven ze plakken: "Oorspronkelijk was het ons plan om enkel voor dat jaartje te komen, maar er is hier zo'n bruisende bedrijvigheid rond design dat we zijn gebleven. Hier ben je als jonge designer beter af dan in Parijs: er zijn veel wedstrijden en veel events. Bovendien is Brussel een mooie stad, én de mensen staan veel meer open voor design. Meer hebben we niet nodig."
De voorstelling van nieuw Belgisch design, 'The New Belgians', zoals die in Milaan werd getoond, is dit najaar in Brussel te zien tijdens Design September.
4. Illustrator en striptekenaar Bram Algoed
Extra opdrachten probeert tekenwonder Bram Algoed tegenwoordig te weigeren. Sinds hij vorig jaar een werkbeurs won van het Vlaams Fonds voor de Letteren, waarmee hij binnenkort een eerste stripverhaal zal realiseren, wil hij zijn tijd daarin steken.
Algoed werkte net de nieuwe huisstijl van het Nationaal Orkest van België af, maakte tekeningen voor het Brusselse jeugdnetwerk 'De Ambrassade' en maakte al albumillustraties voor de kleinkunstenaars van Yevgueni. Maar nu spendeert hij zijn tijd dus vooral aan het toekomstige stripverhaal dat in samenwerking met een Amerikaanse schrijver werd gemaakt. "De titel staat nog niet vast", vertelt Algoed. "Maar zeker is dat het een satirische strip wordt over twee schijnbaar sympathieke televisiepresentatoren die jaarlijks samen gaan golfen. Uiteindelijk blijkt dat ze helemaal niet zo tof zijn."
Zijn stijl omvat vele disciplines: van detailtekeningen tot zeefdrukken en penillustraties. "Mijn probleem," lacht Algoed, "is dat ik altijd iets nieuws wil proberen. Waar ik in mijn tekenstijl het dichtst bij aanleun, is het gevoel van een schetsboek: spontaan, snel neergepend, ruw, onaf."
Algoed begon in Gent met een opleiding animatiefilm, maar omdat je in animatie gigantische teams en budgetten nodig hebt voor amper twintig minuten film, breide hij er nog een master Beeldverhaal aan de Sint-Lukashogeschool in Brussel aan vast: "Daarin werk je alleen en kun je veel meer verhaal kwijt." Zo eindigde de Leuvenaar na enkele omzwervingen uiteindelijk in de hoofdstad, met zijn woonst in Vorst en zijn gedeelde atelier in de buurt van het Noordstation: "Freelancen was altijd een soort droom van me. Als het zou mislukken, dan was het maar zo. Maar in mijn atelier zie ik mensen met kinderen en gekochte appartementen. Niemand heeft het breed, maar iedereen doet wat hij graag doet. En dat motiveert natuurlijk ontzettend."
5. Modeontwerpster Ilke Cop
Met kleurrijke materialen, handgeborduurde dino's en vrolijke thema's als het circus en carnaval, toont Ilke Cop aan dat ethisch verantwoorde vrouwenmode, "urban couture for the non-conformist", zoals ze het zelf omschrijft, de geitenwollensokkenfase achter zich heeft gelaten. "Ik wil duurzame mode maken die zich in het hogere kwaliteitssegment bevindt, voor fashionista's die ook ecologisch bewust zijn. Daarom besteed ik veel aandacht aan afwerking en handgemaakte technieken", vertelt Cop, die drie jaar geleden vanuit het Antwerpse naar Brussel verhuisde en nu een atelier heeft vlak bij de Anderlechtse kanaalzone.
De collecties zijn volledig in eigen land vervaardigd. Cop: "Omdat ik trots ben op en gebonden ben aan België, waardoor ik het raar zou vinden om elders te produceren. En omdat ik hier op ethisch vlak controle heb: goede lonen en voorwaarden kan ik zelf nagaan en de kleine afstanden minimaliseren het transport. Als klein bedrijf kun je geen ethisch-ecologische perfectie behalen, maar je kunt er wel naar streven. Ik werk vaak met stockstoffen die ik opkoop, probeer tijdens de patroonontwikkeling niets verloren te laten gaan door met één snijlijn te werken en investeer via de ethische VDK-spaarbank.
"Hoewel ik nog geen anderhalf jaar bezig ben, is er momenteel veel in beweging", zegt Cop, die na haar studies kunstgeschiedenis en cultuurmanagement een modeopleiding in avondschool volgde in Sint-Niklaas. Nu combineert ze een job als begeleidster in een kinderdagverblijf in Jette met haar kledinglijn. "Maar eerst is het aftasten. Ik krijg veel aandacht en kansen. Binnenkort neem ik deel aan de Fashion Week van Amsterdam, waar ik voor de eerste keer een collectie op een catwalk zal presenteren."
Bovendien werd haar recente lente- en zomercollectie onlangs opgepikt door Not Just A Label, een bekend internationaal platform met eigen winkels en een webshop die opkomende moderne ontwerpers in de spotlights plaatst.
Ook maatschappelijk engageert Cop zich: "Ik probeer een agent van verandering te zijn. Op kleine schaal natuurlijk. Ik spreek vaak over ecologie op events en ben betrokken in programma's voor jongeren. Heel interessant om te zien hoe al die kleine beetjes samen voor een evolutie kunnen zorgen. Onlangs diende ik samen met enkele anderen een project in voor Make.Brussels, dat creatieve ideeën van de bevolking wil ondersteunen. Als we winnen, willen we lokale modemerken, zoals Doriane Van Overeem, Alice Springs en Akin To, samenbrengen in een pop-up, om Brusselse mode op te waarderen."
6. Fotografe Tina Herbots
Zes jaar geleden kreeg ik voor mijn verjaardag een gsm met een cameraatje in van mijn ouders", vertelt Tina Herbots, die film studeert aan de Sint-Lukashogeschool, maar ondertussen vooral furore maakt als fotografe. "Mijn oma lag in het ziekenhuis voor een kleine operatie, onder een mooi deken, met mooie bloemen en met een mooi kastje ernaast. De foto die ik daarvan nam, postte ik online. Daar kwamen goeie reacties op en dan ben ik blijven doorgaan." Ondertussen is ze al huisfotografe van Ancienne Belgique geweest, werkte ze samen met muzikale namen als The Van Jets en Admiral Freebee en won ze vorig jaar de fotoprijs van Jazz Bilzen.
Fotografe worden was nooit de bedoeling: "Maar dan won ik de wedstrijd van de Ancienne Belgique en werd ik twee jaar huisfotograaf. Zo kon ik gratis naar alle muziekshows en ik kon mijn fotografie uitbreiden." Vandaag is Herbots huisfotograaf af, maar trekt ze wel nog vaak op met muzikanten om hen te portretteren: "Vorig jaar ging ik de hele zomer mee met The Van Jets. Dat zijn ondertussen echt mijn schatjes.
"Bij muziekfotografie vind ik het interessant om in contact te staan met de groepen waarmee ik werk. Het is op basis van dat contact dat de foto's ontstaan. Vandaar ook mijn interesse in portretten: je moet mensen op hun gemak kunnen stellen voor de camera, iets wat ik altijd probeer. In mijn beelden probeer ik steeds een soort van rust terug te vinden. Dat is telkens de uitdaging.
Ondertussen maak ik ook beelden voor Tsar B en Glints - zeker in de gaten houden! Het wordt steeds leuker omdat ik er nu al enkele jaren in zit en mensen leer kennen.
Herbots kijkt wel verder dan muziek. "Onlangs maakte ik een reeks in Jamaica waarin ik schoolkinderen fotografeerde. Het is fantastisch hoe zelfstandig die kinderen zijn. Er zijn geen bussen, dus gaan ze samen met de taxi naar school."
Momenteel is de Brusselse - ze verhuisde vijf jaar geleden van Vilvoorde naar de Marollen en woont tegenwoordig in Sint-Gillis - razend druk bezig met het afwerken van haar eindejaarsfilm Les couleurs étaient si claires, waarmee ze haar filmstudies afrondt. Maar aan kiezen tussen fotografie en film waagt ze zich niet: "Het staat allebei zo dicht bij me. Met fotografie ben ik dagelijks bezig, met film op momenten als deze heel intens. Misschien vind ik film wel interessanter om naar te kijken en om te bestuderen, maar nu vind ik fotografie leuker om zelf mee bezig te zijn."
tinaherbots.tumblr.com• Van 16 tot en met 18 juni is haar Jamaicaanse fotoreeks 'You(th) be alright' te bekijken in Tour & Taxis
7. Regisseuse Anouk Fortunier
"Ik heb even tijd. Zit op een terras met wifi! Bellen we nu via Whatsapp?", sms't Anouk Fortunier. De regisseuse is voor het eerst, en nota bene al liftend, naar het Zuid-Franse Cannes afgezakt voor het jaarlijkse filmfestival en daar is het vooral heel hectisch. "Fantastisch," zegt de Brusselse extatisch, "dat heb ik nog nooit gezien!" Haar kortfilm Drôle d'Oiseau werd door het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) uit een brede selectie gekozen en opgestuurd naar de Short Film Corner, een nevenactiviteit van het filmfestival.
"Drôle d'Oiseau is het verhaal van een bipolaire vader en zijn elfjarige dochter", licht Fortunier toe. "Het mocht vooral geen typische, ongenuanceerde, depressieve film zijn. Bipolariteit gaat met ups en downs, waardoor het soms ook iets kinderlijks en heel moois met zich mee kan brengen."
De kortfilm, haar afstudeerproject aan de Sint-Lukashogeschool van Brussel, leverde haar niet alleen de publieksprijs van Film Fest Gent op en de debuutprijs van het kortfilmfestival van Leuven, ze won ook de Wild Card Fictie van het VAF. Het is de belangrijkste prijs voor startende filmmakers in Vlaanderen, waardoor 60.000 euro vrijkwam voor een nieuw project; ook een kortfilm.
Mensen die uit de pas lopen, de rare vogels, trekken haar aandacht: "Ook de vraag wat normaal zijn is. Er bestaan nog te veel taboes rond psychologische problemen. Iedereen heeft zijn demonen en bizarre trekjes en dat maakt mensen tot wie ze zijn. Die schoonheid wil ik inzien en vastleggen in plaats van ze weg te moffelen."
Haar kortfilm is gedeeltelijk autobiografisch. "De periode in mijn eigen leven waarin mijn vader bipolair was, was best zwaar: van vriendin naar vriendin, van job naar job en van huis naar huis. Dat was heel manisch maar daardoor ook kleurrijk en rock-'n-roll." Die vader vormt ook een deel van wat ze omschrijft als haar bizarre link met haar thuisstad: "Als kind ben ik zo'n tien keer in Brussel verhuisd, samen met mijn vader. Dat was hectisch en chaotisch. Maar ik heb hier altijd geleefd, en daarom hou ik van deze stad."