WonenBinnenkijken
Deze voormalige fabriek werd de gezelligste ruwbouw van het land
Twee rijhuizen en een oude breigoedfabriek. Van dat hele zootje maakte architecte An Schoenmaekers een unieke thuis voor haar gezin, in hartje Sint-Niklaas. Haast niets ging verloren, ruwbouwmaterialen voeren de boventoon.
‘Onbewoonbaar verklaard’ is niet meteen een verkoopargument, zou je denken, maar An Schoenmaekers werd er hebberig van. “Die bouwvallige staat – er zat al vijf jaar geen dak meer op – vond ik een opportuniteit. Slechter dan dit kon niet. De kans was dus klein dat er nog onaangename verrassingen zouden komen. Iets verloederds nieuw leven inblazen leek me een nobel idee.”
Mogelijkheden waren er zeker. Het is een groot perceel met vooraan twee rijhuizen, achteraan een oude breigoedfabriek en daartussen een loods, samen goed voor zo’n 650 m2. En op tien minuten stappen sta je op de Grote Markt van Sint-Niklaas.
De onderhandelingen met de eigenaars, die hier eigenlijk zelf appartementen wilden zetten, namen een heel jaar in beslag, maar uiteindelijk zwichtten ze. An: “Ik wist meteen welke stijl ik wilde: eerlijke architectuur waarbij de ruwbouw meteen de afwerking is. Klinkt eenvoudiger dan het is, want je kan achteraf niks meer retoucheren. Omdat we niet gewoon alles in één keer sloopten, duurde de afbraakfase langer dan voorzien. De delen die we niet meer konden gebruiken, haalden we bij wijze van spreken met een scalpel weg.”
Hergebruik is een van de belangrijkste principes in het ontwerp, ondanks de penibele staat van het huis. Zo werden er geen muren verschoven en de originele trap bleef ook. Houten draagbalken en stalen balken die op de ene plaats niet meer nodig waren, kwamen aan de andere kant terecht. An: “Mijn man Thomas en ik deden dat uit principe. Aanvankelijk dachten we zo ook te besparen, maar dat bleek naïef.”
Het nieuwe normaal
Die aanpak komt voort uit Ans job, vertelt ze. “Ik ben opgeleid als architect, maar mijn specialiteit is bruggen ontwerpen. Daarbij vertrek je nooit van een wit vel, je moet het doen met wat er al is. Voor mij was het dus de logica zelve om datzelfde principe ook in dit huis toe te passen. Het pand had sowieso al veel charme die ik wilde uitspelen. Maar het mocht nooit te ‘gedesigned’ lijken. Dus koos ik eenvoudige materialen, die ook over twintig jaar nog cachet hebben. Ook het idee van circulair bouwen speelde een rol. Baksteen en hout zijn later te hergebruiken, met gyproc en pleisterwerk is dat moeilijker. Een ander voordeel van die ‘blote’ aanpak is dat je duidelijk ziet wat nieuw is en wat er al was. Heel eerlijk.”
An omschrijft het ontwerpproces als een continue evenwichtsoefening tussen te veel en te weinig ingrijpen. “Als je te dicht bij het origineel blijft, wordt het saai. Ga je te veel ontwerpen, wordt het decoratie. Bij elke ingreep stelde ik mezelf de vraag: werkt het of is het gewoon een mooi plaatje? Daarin ben ik echt streng. Is het niet praktisch, dan komt het er niet in. En visueel moet het ook iets opleveren.”
En het zit ’m in de details. De verschillende baksteengroottes en de twee voegdiktes zijn een mooi voorbeeld van dat eeuwige balanceren, zegt An. “Ik koos het eenvoudigste baksteentype, een ‘boerke’. Die neutrale look compenseerde ik door met twee formaten te werken.”
Ranke tl-balken werden naadloos op de schakelaar gemonteerd. Dat oogt simpel, maar het vergt creativiteit van de aannemers. “Bij zo’n pure manier van bouwen vraag je een groot engagement van de aannemer. Gelukkig hadden we allemaal cracks. Een jaar lang was ik elke dag op de werf om alles van nabij op te volgen.”
Door het hergebruik en de keuze voor ruwbouwmaterialen kreeg het huis een stoere look. Thomas Spiessens, de man van An, hield eerst zijn hart vast: “Ik was bang dat het huis kil zou aanvoelen. Velen waarschuwden ons daar ook voor. Maar dat is totaal niet het geval.”
Zonder zolder
In de keuken en de grote leefruimte die uitkijkt op de tuin herken je nog het originele stalen dak van de loods. Boven zijn er twee slaapkamers, een badkamer, een tv-hoek en een bureau. De zolder verdween: “We hadden die vierkante meters toch niet nodig”, verklaart An. Resultaat is dat de kamers boven heel ruim voelen. “Ze doen me denken aan de hoge kamers van het herenhuis waarin ik opgroeide. Dankzij de dakvensters valt het licht zeer mooi binnen.”
De oude loodsen achter het huis werden gesloopt, een grote binnentuin kwam in de plaats. “Ontpitten”, noemt An het. De oude breigoedfabriek, helemaal achteraan op het perceel, bleef wel staan. Er kwam een atelier voor An en een studio voor Thomas, die muzikant is. An: “Nu het huis af is, is het fabriekje aan de beurt. We gaan het verder opknappen, zodat we er af en toe een pop-up kunnen onderbrengen. En we willen er ook concerten organiseren voor de buurtbewoners. We zijn zo blij met deze plek dat we ze graag met anderen willen delen.”
Bio
An Schoenmaekers studeerde architectuur aan Sint-Lucas en een master ingenieurswetenschappen aan de UGent / ze werkt voor het bouwkundig studiebureau SBE / woont in Sint-Niklaas met haar man Thomas Spiessens, muzikant en grafisch ontwerper, en hun vierjarige dochter Robin.