PortretCoronaprotest
Deze man organiseert het coronaverzet in de bergen van Polen, pistool aan de riem
Een potentieel perfect wintersportseizoen is in het zuiden van Polen verloren gegaan door de coronamaatregelen. Sebastian Piton, traditionele hakbijl in de hand, heeft zich opgeworpen als verzetsleider van de bergstreken.
Het eerste wat opvalt aan Sebastian Piton is niet zijn baard met grijze plukken of de bonte klederdracht waarin hij zich uitdost, maar het pistool dat aan zijn riem hangt. “Het is niet geladen hoor”, zegt hij, en neemt lachend plaats in het gastenvertrek van zijn bergvilla. Tijdens het gesprek rust zijn hand op de kolf van het kruitpistool. Hij is op oorlogspad, tegen de Poolse regering.
Ook in Polen lijden de horeca en de toerismesector onder de coronamaatregelen. Sinds eind oktober kan alleen maar worden afgehaald bij restaurants, bars en skipistes zijn gesloten en hotels zijn sinds 28 december dicht, zelfs voor zakenreizen. Piton behoort tot de Górale, de bewoners van de bergstreken in het zuiden van het land. Een verloren wintersportseizoen gaat hun de das omdoen. “Over een maand zijn we allemaal bankroet.”
Steun vanuit de overheid is beperkt. Steeds meer ondernemers willen daarom in een mengeling van woede en wanhoop de deuren opengooien. Nu deze week de winkelcentra wel open mogen en de horeca niet, verwacht de landelijke Kamer van Koophandel dat zo’n 20.000 etablissementen uit protest toch de deuren openen.
Veto
Piton verscheen begin januari uit het niets op de Poolse krantenpagina’s en televisieschermen. Omringd door brandende fakkels en andere mannen in traditionele klederdracht riep hij op tot een veto tegen de sluiting van hotels, restaurants en skipistes. Dikke sneeuwvlokken vielen daarbij op de brede rand van zijn hoed. De Poolse winter is in jaren niet zo koud en sneeuwachtig – en dus perfect voor de wintersport – geweest.
De bergstreek is de plaats bij uitstek voor een opstand, stelt Piton, die zelf in het dorpje Koscielisko vlak bij skioord Zakopane woont. “Onze identiteit maakt ons sterker. We hebben onze eigen muziek, kleding, gebruiken en architectuur. Wij zijn hier geworteld. Daarom vechten we extra hard voor onze vrijheid, onze vrijheid om te werken.”
Piton is architect van beroep. Hij bouwt huizen in de traditionele Górale-stijl, met een eigen moderne draai. “Sommigen noemen me de Poolse Gaudí”, zegt hij, zonder last van bescheidenheid. Hij verloor sinds de pandemie 85 procent van zijn inkomen. “Anderen worden nog veel harder getroffen. De middenstand gaat kapot.” Van de overheidssteun is Piton niet onder de indruk. “Dat geld was bovendien al van ons, want het is belastinggeld.”
Het coronavirus, daar zit hij niet mee. “Het is een mild virus, ik heb het zelf gehad.” De pandemie vindt hij overdreven. Dat er nog dagelijks honderden Polen aan het virus sterven, schuift hij aan de kant. “Er sterven meer mensen doordat andere zorgbehandelingen stoppen vanwege corona.” Voor deze uitspraken baseert hij zich op data van de overheid, die hij zelf interpreteert.
Normaal gesproken telt het populaire stadje Zakopane (28.000 inwoners) rond deze tijd 300.000 gasten. Nu is het een stuk rustiger in de hoofdstraat Krupówki. Groepjes toeristen schuifelen door de sneeuw langs kraampjes waar gerookte bergkaas wordt verkocht. Wat ook opvalt: het massaal opengooien van de restaurants waartoe Piton vanaf 18 januari heeft opgeroepen, gebeurt niet. Het komt nog, bezweert hij, mensen hebben tijd nodig. “Ze zijn nu bang voor de politie en de gezondheidsinspectie.” Overtreders kunnen een boete van 6.700 euro krijgen.
Eigen schuld
Dat mensen bang zijn, is toch echt Pitons eigen schuld, klinkt het in Zakopane. In Bar Grota moppert stamgast Marek (74) over het veto. “Normaal gesproken knijpen ze hier een oogje dicht. Maar omdat die Piton per se op tv moest, controleert de politie nu alles.” Het sobere interieur is afgezet met rood-wit lint en de gepensioneerde ambtenaar Marek drinkt zijn thee nu staand in een hoekje. Ook overnachtingen in pensions, die grotendeels in de illegaliteit verdwenen, liggen nu onder een vergrootglas.
Karol Wagner, vertegenwoordiger van de Kamer van Koophandel in het Tatra-gebergte, noemt een andere oorzaak voor de gefnuikte opstand: ruzie. “In de bergen kunnen mensen goed samenwerken, maar ze krijgen net zo makkelijk bonje.” Het veto is versplinterd en mist nu slagkracht. Maar ze hebben wel een punt, zegt Wagner. “De lokale economie zakt als een kaartenhuis in elkaar. Ik spreek mensen die geen geld meer hebben om hun huis te verwarmen.”
Veel ondernemers krijgen eenmalig 1.100 euro. Wie structurele steun wil, moet de borst natmaken. De bureaucratie is ondoordringbaar, verzucht Wagner. De regering regelt belastingvoordelen en een verlaging van sociale lasten, “maar dat is niet hetzelfde als een inkomen”. Wel werd een miljard zloty (222,3 miljoen euro) extra beloofd voor de bergstreek. Het lijkt niet genoeg.
Ludieke initiatieven
Pitons massale opstand is weliswaar mislukt, maar steeds meer zaken gaan op eigen houtje open, ook elders in het land. Ondernemers voelen zich gesterkt doordat de Poolse regering haar juridische huiswerk niet heeft gedaan. Sinds de pandemie regeert ze per decreet, zonder de noodtoestand te hebben uitgeroepen. Hierdoor mist een deel van de coronawetten een stevige (grond)wettelijke basis. Wie een boete krijgt, hoopt via de rechter alsnog zijn gelijk te halen.
Sommige initiatieven zijn ludiek: een restaurant in Krakau gaf gasten een contract als ‘voorproever’, een etablissement in Zakopane gaf een ‘cursus in tafelmanieren’ om zo de wet te omzeilen. Anderen waren minder subtiel, zoals een nachtclub in Warschau waar het direct na opening stampvol was.
De overheid verlengde de sluiting vorige week tot en met 14 februari. Daar lijken steeds minder mensen zich iets van aan te trekken. Hoopvol schudt Piton een aforisme uit zijn wollige mouw: “Mensen komen niet in opstand als de situatie het slechtst is, maar als er licht aan het eind van de tunnel schijnt.”