RecensieBoeken
Deze 5 nieuwe boeken zijn de moeite waard
Amélie Nothomb, Dorst, vertaling Marijke Arijs, Xander, 172 p., 20,99 euro.
De teller staat op achtentwintig romans maar met Dorst laat ons Belgische exportproduct Amélie Nothomb zien dat – na een aantal wispelturiger romans – haar talent nog niet is afgebot. ‘Vier maanden lang probeerde ik me in te beelden hoe het voelt om als Jezus aan het kruis te bungelen’, zo vertelde ze me in een interview. Met de gewaagde monologue intérieur van een hoogst menselijke Jezus Christus die zijn misstappen overdenkt, miste Nothomb rakelings de Prix Goncourt. Het nu vertaalde Dorst lokte haatmail uit van in hun kuif gepikte katholieke scherpslijpers.
Joseph Roth, Radetzkymars, vertaling Els Snick, Van Oorschot, 448 p, 32,50 euro.
Als er één roman is die op tijd en stond een glorieuze wederopstanding verdient, dan is het wel Radetzkymars (1932) van Joseph Roth (1894-1939). Nergens zijn de stuiptrekkingen van de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie beter getroffen dan in deze grootse saga, geschreven met het subtiele spinrag van melancholie, en aldus Geert Mak, ‘doortrokken van zachte ironie’. De geschiedenis van drie telgen van het geslacht Von Trotta is nu hervertaald door Roth-specialiste Els Snick. Kunstenaar Jan Vanriet mocht deze luxueus ogende uitgave voorzien van pientere, vaak ook dreigende zwart-wittekeningen.
Bruce Ingman, Ramona Reihill, Dick Bruna, reeks The Illustrators, Mercis Publishing, 112 p., 19,95 euro.
Als een van de meesters van de klare lijn is Dick Bruna (1927-2017) wereldberoemd. Dat is geen overdrijving. Volgens Bruce Ingman en Ramona Reihill behoort de schepper van Nijntje mét Johannes Vermeer en Piet Mondriaan zelfs tot Nederlands belangrijkste kunstenaars. In hun uitbundig geïllustreerde monografie, waarvoor ze uit Bruna’s privéarchief putten, borstelen ze met verve het parcours van de uiterst minzame Dick, die elke dag klokvast zijn Utrechtse atelier vervoegde. Hij peuterde er onverdroten aan de oren van het witte konijn of maakte er zijn sublieme affiches of Zwarte Beertjes-boekomslagen.
Gaea Schoeters, Katrien Steyaert, Het einde en hoe het te overleven, Polis, 336 p., 24,50 euro.
Symbolischer kan het amper voor de binnenkort opgedoekte uitgeverij Polis. Een van de laatste uitgaven is Het einde waarin Gaea Schoeters en Katrien Steyaert de dood bij de horens nemen. Ze vroegen voor De Standaard der Letteren aan 119 auteurs uit binnen- en buitenland hoe ze hun laatste levensadem willen uitblazen én hoe zij de dood omarmen of juist op afstand houden. Wat blijkt? Dat vooral de eindigheid het leven zin geeft. Het fraai vormgegeven boek bevat intense gesprekken met onder meer Zadie Smith, Siri Hustvedt, Sandro Veronesi, Juli Zeh, Peter Buwalda of Cees Nooteboom.
Herman Leenders, Overstekend wild, De Arbeiderspers, 78 p., 18,99 euro.
Herman Leenders is een dichter van de luwte maar zijn poëzie wordt onder connaisseurs hoog gewaardeerd. Ze leverde hem ook bekroningen op met de Hugues C. Pernathprijs en de C. Buddingh’-prijs. In zijn nieuwe bundel Overstekend wild vormt de ontmoeting met een ree de aanleiding voor reflecties over schoonheid, liefde en dood. ‘We stonden oog in oog/de eenhoorn en de jager/de wandelaar en de ree/bevroren als een still/’. Poëzie waarin “mensen, dieren en goden elkaar kruisen”. Overstekend wild bevat ook gedichten die Leenders schreef naar aanleiding van honderd jaar WO I en als Brugs stadsdichter.