Zaterdag 01/04/2023

Zomerzielen

De zomers van ons leven en de zomers van de dood

null Beeld Charlotte Dumortier
Beeld Charlotte Dumortier

In de reeks Zomerzielen verklaren 'De Morgen'-redacteurs op prozaïsche wijze hun liefde aan de zomer. In deze aflevering heeft Rik Van Puymbroeck het over zijn dochters, over Tour-renners, zomerhitjes en zijn broer.

Rik Van Puymbroeck

Soms googel je mensen uit het verleden en als je er geen spoor van terugvindt, neem je aan dat ze dood zijn. Vorige week tikte ik ‘Marcel Stevens’ in. Hij was onze meester in het zesde leerjaar. Een zachte man die ons ‘Hevenu Shalom Aleichem’ leerde zingen, we waren jongens van 12. Op een dag schreef hij op het bord: ‘’t Is weer voorbij…’ Mijnheer Stevens zong graag, zelfs die dag, toen de zomer voorbij was.

Een jaar voor mij zat mijn broer bij mijnheer Stevens in de klas en als ik hem googel, vind ik evenmin iets terug. Hij stierf in de natte zomer van 1998.

Van wat er in april 1976 gebeurde of november 1980 of januari 1983 herinner ik me niks meer, maar wel van vele zomers. Vorige maandag vond de Volkskrant-journalist Willem Vissers daar een mooie reden bij: “Elke Tour de France is de gratis lift naar de herinnering, naar het onbezorgde verleden. (…) De Tour de France is, meer dan welk sportevenement ook en met dank aan dat vakantiegevoel, een schatkist aan historie, een college in melancholie.” Ik keek graag naar de renners en zie nog waar ik zat toen Lucien Van Impe de Tour verloor en op welk veldbed ik lag toen we op Chirokamp aan de leider vroegen Het Volk te kopen om de uitslag te kennen. Ooit bestond Google niet.

De warmte van hun liefde

In 1997, bijvoorbeeld. Het was eind juli en Hanson zong ‘MmmBop’. Die avond sliep ik in een Frans hotel waar een trouwfeest aan de gang was en diep in de nacht kwam de bruid nog klaar. Ooit hadden niet alle hotels airco, de ramen stonden open voor de hitte, en zo waaide de warmte van hun liefde live naar binnen.

Zouden zij zich die zomer herinneren? Zouden ze nog weten dat Jan Ullrich de dag na hun huwelijk zijn eerste (en, zo bleek later, laatste) Tour won? Vernamen ze die avond dat in Oostende een vliegtuig was gecrasht tijdens een airshow? Zouden ze nog samen zijn? Hebben ze kinderen?

Ik vergeet die avond nooit, want in de dikke buik naast me bewoog mijn eerste kind. Nogal heftig, wetend wat we nu weten. Het meisje dat in oktober zou worden geboren en dat straks 20 wordt, dacht vorige week nog aan al de zomerkampjes waar ze als kind was geweest: speelplein, dikke Bertha, danskamp, (sprak met verontwaardiging uit:) “zwémkamp, hoe konden jullie ons daar ooit voor inschrijven?”, ponykamp. “Ik begreep het niet”, zei ze. “Al die spelletjes. Waarom lieten ze me niet gewoon een boekje lezen?” Maar volgende week reist ze met haar liefje naar New York, helemaal in eigen tempo en stralend. Ze overleefde al die zomerse kamp­ellende.

Maar even terug naar die buik en naar dat plotse leven in die juli­nacht. Clichés zijn niet zomaar clichés en ik schaam me er niet voor. Straks word ik vijftig en dus was die van 1967 mijn eerste zomer. Dat ik die maar twee dagen meemaakte? Passons. Ik was er altijd een beetje trots op te kunnen zeggen dat ik geboren werd in de Summer of Love, maar het wonder van het leven voelen in die zomer van ’97 overtreft dat gevoel. De zomer van mijn leven? De Zomer van het Leven zeker.

Een maand later stierf Lady Diana in een tunnel in Parijs en daar hadden we eigenlijk niks mee te maken. Maar die nacht was mijn eerste nacht in een nieuw huis, ’s ochtends was de televisie nog niet op de kabel aangesloten, we hadden nog geen internet en via de radio luisterde ik dus naar hoe de prinses aan haar einde was gekomen. In de jaren nadien zou ik honderden sprookjes voorlezen en bijna altijd leefden al die prinsessen en prinsen aan het einde nog lang en gelukkig. Maar niet Lady Di.

Elvis stierf in de zomer van ’77. Michael Jackson in die van 2009, op dezelfde dodelijke dag als Yasmine en Farrah Fawcett. En Fabio Casartelli in de Tour van 1995. Die avond sliep ik in een hotel in Lannemezan en pas in bed realiseerde ik me wat we die dag hadden meegemaakt. In de verzengende hitte was zijn bloedstraal gestold op het smeltende asfalt en wat eerst een klein berichtje zou worden (‘Olympisch kampioen zwaar gevallen’) werd de voorpagina: dood in de Tour. Soms besef je pas uren later dat je geschiedenis meemaakte.

Ik wil dat ‘MmmBop’ uit mijn hoofd en ga weer googelen: ‘Hits 1997’. Natuurlijk eindigde ‘Candle in the Wind’ van Elton John dat jaar op nummer 1, hij zong het op de begrafenis van Lady Di. Een onverwachte zomerhit dus (een week later was het grapje dat hij op de begrafenis van Moeder Teresa ‘Sandal in the Wind’ had kunnen zingen), op de Studio Brussel-cd van eind dat jaar met de hits van ’97 staat het nummer niet. Ook Hanson trouwens niet. Wel Prodigy, Chris Whitley, Arno en Ashbury Faith met ‘Go Fuck Yourself’. Zelfs in het Engels was Axl Peleman van ’t Stad.

De gang van het ziekenhuis

Van de zomer van 2000 herinner ik me geen enkel liedje. Zonder googelen en diep nadenkend kom ik alleen op de avond van 5 augustus. Het dochtertje dat dan 3 is, duw ik voor één keer kordaat op de schoot van de in allerijl getelefoneerde babysit. Er is geen tijd te verliezen. Op de parking van het ziekenhuis doe ik nog één telefoon en dan is er niks meer. Er is alleen de gang van het ziekenhuis, het klepperende geluid van verpleegsters op comfortabele klompjes, de ingekaderde poster van Gauguin en iets later een dokter die met een kind in haar armen voorbijzoeft. Ze stopt even: “Mijnheer, ik kom u straks alles vertellen, maar nu heb ik geen tijd te verliezen. Het gaat niet zo goed met uw kindje.” Dan weer die lege gang. En Gauguin.

In de buik was ze al opvallend stil geweest en later verbaasde me dat. Want het kindje – dat overleefde, ze is zestien nu, “zéventien bijna!” – had later geen gebrek aan energie getoond: hockeykamp, judokamp, chirokamp en dat allemaal liefst tussen de jongens. Maar die avond was ze dus stilletjes ter wereld gekomen, zonder ademen, zonder schreeuwen, zonder meer. De zomer van 2000 en het leven binnen­geslopen.

Ik googel nog eens en vind dat op 5 augustus 2000 (die avond dus) ‘Turn the Tide’ van LiQuid feat. Silvy op nummer 1 in de Top 30 van Radio 2 stond. Het was me precies het jaartje wel: ook Milk Inc., Bon Jovi en (jawel) Mozaïek & Walter Grootaers met ‘Leef’ haalden toen nummer 1. Ik durf ze niet youtuben en, gelukkig, zegt me dat allemaal niks meer. Ik herinner me geen bekende dode dat jaar, wie de Tour won mág ik me van de UCI zelfs niet meer herinneren en welke boeken ik dat jaar las, is weg. Het lijkt of in dat historische millenniumjaar alleen de strijd van dat ene meisje telde en hoe ze die won. Als ik haar naam googel, is ze daar: ze leeft.

Rimpelrock

De snelheid van de jaren vind ik bijna onverdraaglijk. De zomer van 2000 is zeventien jaar geleden, die van ’97 al twintig, die van ’67 dus vijftig. En niks helpt tegen de spijt van de tijd. Niet het cliché dat vijftig het nieuwe veertig zou zijn, laat staan het nieuwe dertig. Al goed dat Rimpelrock niet meer bestaat, we zouden al tot de doelgroep horen. Dat is natuurlijk zever, maar het verandert niks. Je staat al dichter bij de 80 dan bij de 18 en niks is zeker. Dat de lente van je leven voorbij is, dat wel. Maar is dit de zomer of toch al de herfst?

Op 22 augustus ’98 aten we lekker en praatten we over het millennium dat eraan kwam. Iemand zei: “Als we het natuurlijk halen.” Een week lang leek dat een belachelijke uitspraak en ‘Ghetto Supastar’ van Pras feat. Mýa & Ol’ Dirty Bastard stond op nummer 1 op 29 augustus.

Ik hoorde het nooit. Die zomerdag werd mijn broer begraven.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234