Dinsdag 30/05/2023

De vrijbuiters van de ether

BRUSSEL

Wie is opgegroeid met Studio Brussel kan het zich wellicht niet voorstellen, maar ooit was er een tijd waarin popmuziek door radiostations slechts mondjesmaat in de ether werd gestuurd.

Toen Amerikaanse rock-’n-rollhelden als Chuck Berry, Little Richard en Elvis Presley in de late jaren vijftig de eerste zaadjes plantten van wat dra tot een jongerencultuur zou uitgroeien, pasten hun platen in geen enkele Europese radioformat. Zelfs in de vroege sixties, toen talloze Britse bandjes uit de VS overgewaaide genres als rock-’n-roll, blues en r&b begonnen te kopiëren, was hun muziek bij de BBC enkel te horen op zaterdagochtend of zondagmiddag. Je moest er dan wel voor afstemmen op programma’s gepresenteerd in de stijl van een pastoor die catechese onderwijst. De enige andere zender met pop in de aanbieding was Radio Luxemburg, die ’s avonds uitzond in het Engels, al was dat niet naar de zin van de BBC-bonzen en de Britse regering. Volgens hen diende een machtig massacommunicatiemedium als radio te allen prijze onder staatscontrole te worden gehouden.Dat was echter buiten de Ier Ronan O’Rahilly gerekend. Deze telg van een rijke familie raakte in Londen in de ban van rockmuziek, wierp zich op als manager van The Animals, Georgie Fame, Alexis Korner en de prille Rolling Stones en richtte een eigen platenlabel op om hun muziek beter aan de man te kunnen brengen. Alleen bleek al snel dat zijn protegés het zonder airplay moesten stellen. De BBC draaide enkel muziek van gevestigde artiesten, terwijl Radio Luxemburg zijn zendblokken aan grote platenfirma’s verkocht. Independents kwamen er niet aan te pas. Maar O’Rahilly liet zich niet uit het veld slaan: als de bestaande radiostations zijn artiesten niet wilden draaien, dan zou hij er zelf wel een oprichten. Hij kocht een schip en op paaszondag 1964 begon hij uitzendingen te verzorgen vanop de internationale wateren, enkele kilometers van de kust ter hoogte van Felixstowe. Radio Caroline was geboren.

Stoorzenders

De eerste zeezender was Caroline zeker niet. In de jaren dertig bestond het fenomeen al in Californië, in de fifties waren er enkele actief in Scandinavië en in 1960 ging voor de Nederlandse kust Radio Veronica in de lucht. Maar het station van O’Rahilly ontketende een revolutie, omdat het een heel etmaal popmuziek uitzond. Overdag waren de programma’s op huisvrouwen gericht, na schooltijd vonden vooral tieners de weg naar de middengolf. Binnen de kortste keren werd Caroline beluisterd en gewaardeerd door tienduizenden luisteraars. Een opsteker, want de zender was voor zijn inkomsten op adverteerders aangewezen. Piratenstations hadden geen zendvergunning en opereerden dus vanop schepen of booreilanden op de Noordzee, net buiten de territoriale wateren. Zo lang ze niet vanop het vasteland uitzonden, deden ze niets illegaals. Tegen commerciële radio’s die andermans frequentie inpalmden, viel wettelijk gezien nog niets te beginnen. Maar de zeezenders waren de Britse autoriteiten wel een doorn in het oog, omdat ze met een te groot vermogen en slecht afgestemde apparatuur uitzonden en zo het signaal van reguliere zenders soms grondig verstoorden.Het zou slechts zeven maanden duren voor Caroline gezelschap én concurrentie kreeg van een tweede piraat. Radio London (of The Big L), gefinancierd door de Texaanse entrepreneur Don Pierson, opereerde vanop een voormalige mijnenveger uit de Tweede Wereldoorlog en lag voor anker nabij de kust van Essex. Radio London stond aan de wieg van wat we vandaag beschouwen als moderne, professioneel gerunde radio: de zender introduceerde vlotte, niet van humor gespeende dj’s als Kenny Everett en Tony Blackburn, goochelde met tot de verbeelding sprekende jingles, entte zijn programma’s op de top veertig en ontwikkelde in een mum van tijd een herkenbaar geluid. The Big L bood de beste popmuziek van het moment (The Beatles, de Stones, The Who, The Kinks) en leidde nieuwe bands (The Animals, The Byrds, Small Faces) naar de grote doorbraak.

Strafbaar

De piratenzenders lieten ook als eersten het publiek kennismaken met de soul van Tamla Motown. Veel artiesten waren hen enorm dankbaar voor de steun en dat leidde soms tot spectaculaire scoops. Zo mocht Radio London in 1967 als eerste acht dagen lang exclusief de integrale Sgt. Pepper’s van The Fab Four programmeren, ruim twee weken voor de officiële release. Op het toppunt van zijn populariteit bereikte The Big L zo’n 12 miljoen luisteraars in Groot-Brittannië en 4 miljoen op het Europese vasteland.In maart ’67 had de zender nog een andere spraakmakende radiofiguur in dienst genomen. John Peel presenteerde ’s nachts The Perfumed Garden, waarin minder vanzelfsprekende muziekgenres zoals blues, folk, psychedelia en westcoastrock aan bod kwamen. Peel was thuis in de underground- en hippiecultuur, draaide groepen als Love, The Doors en Jefferson Airplane, las poëzie van de luisteraars voor en creëerde een unieke sfeer die meteen aansloeg. Hij kreeg meer post dan welke andere dj ook. Zelfs de BBC, die zich met zijn oubollige imago in het defensief gedwongen zag, kon er niet langer omheen: het radiolandschap was ingrijpend veranderd en er was geen weg terug. Tenminste, zo leek het.Op 14 augustus 1967 trad om middernacht in Groot-Brittannië de Marine Broadcasting Offences Act, die enkele maanden eerder door het Huis van Afgevaardigden was goedgekeurd, in werking. Dat had verstrekkende gevolgen. Voortaan werd iedereen die aan uitzendingen van zeezenders meewerkte, erin adverteerde of deelnam aan de bevoorrading van de zendschepen, strafbaar. Radio London legde zich bij de nieuwe situatie neer en staakte die dag zijn uitzendingen, met ‘A Day in the Life’ van The Beatles als coda. Toen de dj’s vervolgens aan land gingen, werden ze in de Britse hoofdstad door een enorme mensenmassa als helden onthaald. Caroline besloot door te gaan en overleefde zo’n 45 jaar in de illegaliteit, zij het met veel vallen en opstaan. Een maand na het opdoeken van The Big L lanceerde de BBC het popstation Radio One, waar heel wat coryfeeën van de zeezenders onderdak zouden vinden. John Peel bleef er in dienst tot 2004, het jaar van zijn dood.

Kaper op de kust

In de Benelux moest het hoogtepunt van de piraten echter nog komen. Het populairst was Radio Veronica, in april 1960 opgericht door Nederlandse handelaars in elektrische huishoudapparatuur. Het station, dat zijn naam ontleende aan een zwart schaap uit een gedicht van Annie M.G. Schmidt, bleef bijna veertien jaar onafgebroken in de lucht en zou vooral de nederpop een enorme boost bezorgen. Shocking Blue, Tee Set, Sandy Coast, George Baker Selection, Earth & Fire, Brainbox, The Cats, Golden Earring, Focus, allemaal werden ze vanop de Noordzee veelvuldig in de ether gejaagd. Overdag was Veronica een typisch top 40-station, maar ’s avonds werd de iets avontuurlijker ingestelde muziekliefhebber bediend in Lexjo van Lex Harding of het laatavondprogramma van Tinneke Vos, waarin integrale lp-kanten (Mike Oldfields revolutionaire Tubular Bells bijvoorbeeld) werden gedraaid en dat rond middernacht steevast eindigde met ‘Expecting to Fly’ van Buffalo Springfield. Op maandag was er dan weer de anarchistische Adje Bouman Top Tien, die de draak stak met reguliere hitparades door posities als, pakweg, 0 of 7b in te voeren en zelfs gesproken brieven van luisteraars in de lijst op te nemen. De meeste programma’s werden clandestien in studio’s aan land ingeblikt, waarna de tapes naar het zendschip werden gebracht. Toen in januari 1964 met Radio Noordzee Internationaal (RNI) een kaper op de kust verscheen, ontstond echter een drieste competitie. De directie van Veronica ging in 1970 zelfs zo ver dat ze de Zwitserse zakenlui die RNI hadden opgericht een miljoen gulden bood om enkele maanden uit de ether te blijven. Noordzee kwam echter terug met dj’s als Jan van Veen, Ferry Maat en Joost den Draaijer, die bij Veronica groot waren geworden. In mei ’71 ontplofte op het zendschip van RNI een bom. Later bleek dat Veronicadirecteur Bull Verweij achter de aanslag zat. Hij speculeerde erop dat het beschadigde schip in een Nederlandse haven zou moeten aanleggen en dan door de autoriteiten aan de ketting zou worden gelegd, maar zijn opzet mislukte.

Ongebreidelde pioniersgeest

Technisch gesproken waren Veronica of Noordzee geen echte piraten, omdat zeezenders wegens het ontbreken van wetgeving niet illegaal waren. Er werd vooral naar zee uitgeweken omdat de Omroepwet (nog) geen commerciële radio toestond. In ’73 begonnen RNI en Veronica hun luisteraars te mobiliseren in de hoop een officiële uitzendmachtiging uit de brand te slepen, zeker toen duidelijk werd dat de Nederlandse regering de antipiratenwet, vastgelegd in het Verdrag van Straatsburg, zou ratificeren. Op 31 augustus ’74 werden beide zeezenders ten grave gedragen. Twee jaar later werd Veronica officieel als omroepstichting erkend.Ons land had de antipiratenwet al in 1962 geratificeerd. Toch zouden zich op de valreep nog twee Vlaamse zeezenders in het ruime sop begeven. Atlantis, gefinancierd door zakenman en miljonair Adriaan Van Landschoot, begon in ’73 uit te zenden voor de Nederlandse kust, maar toen de Belgische autoriteiten ermee dreigden alle adverteerders te vervolgen was het lot van het radiostation gauw bezegeld. Het schip werd naar Vlissingen gesleept, Van Landschoot werd opgepakt en veroordeeld tot vijf jaar gevangenis en een boete van anderhalf miljoen frank. Pas na een gratieverzoek aan de koning werd de celstraf ingetrokken en de boete gehalveerd.Mi Amigo was dan weer het geesteskind van Sylvain Tack, eigenaar van een wafelbakkerij, uitgever van het weekblad Joepie en manager van Vlaamse artiesten als Paul Severs. De zender werd in de Benelux vrij populair en liet zich zelfs door de antipiratenwet, die bij onze noorderburen op 1 september ’74 van kracht werd, het zwijgen niet opleggen. Tack verkaste naar een villa met studio in de Catalaanse kustplaats Platja d’Aro, omdat Spanje het enige Europese land was dat het Verdrag van Straatsburg niet had ondertekend. Wel moesten de cassettes met de vooraf opgenomen programma’s stiekem naar het schip worden gesmokkeld, wat niet altijd van een leien dakje liep. Toen het roestige vaartuig eind ’79 na een zware storm vastliep op het strand van Goeree werd het in beslag genomen.De geschiedenis van de piratenzenders is er een van romantische vrijbuiterij en een ongebreidelde pioniersgeest. De dj’s waren mannen en vrouwen met een missie: ze wilden popmuziek tot bij de grote massa brengen. Daartoe waren ze bereid een heroïsche strijd aan te gaan met de natuurelementen, afbrekende zendmasten of doorgebrande ankerkettingen. Sabotage? Explosies? Geblokkeerde bevoorradingsroutes? Op drift geslagen schepen? Wie de ether wilde domineren, moest tegen een stootje kunnen. Eens piraat, altijd paraat.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234