Dinsdag 21/03/2023

interview

De Vlaamse superband zoals u hen nog nooit zag: "Ik krijg vaak de opmerking dat ik veranderd ben sinds het succes van Bazart"

Mathieu Terryn, Oliver Symons en Simon Nuytten tussen de wijngaarden van Piper-Heidsieck in de Champagnestreek. Beeld Tim Coppens
Mathieu Terryn, Oliver Symons en Simon Nuytten tussen de wijngaarden van Piper-Heidsieck in de Champagnestreek.Beeld Tim Coppens

Ze zijn de favoriete speelbal van de internettrollen, maar dat laat Vlaanderens meest blitse popband Bazart niet aan het hart komen. Ze weten zeker dat het overdonderende succes van de groep geen toevalstreffer is. "We geloven dat dit verhaal nog lang zal blijven duren."

Elmo Lê van

We slalommen tussen de wijngaarden van de Champagne richting Rilly-la-Montagne, een gemeente met meer champagne­boeren dan inwoners. We zijn niet zomaar in dit walhalla: Bazart heeft iets te vieren, en in welk decor sabreer je stijlvoller een fles dan in Frankrijks noordelijkste wijnstreek?

Bazart heeft een klein uur voor onze ontmoeting de geboorte van zijn tweede worp, die toepasselijk 2 heet, aangekondigd via de digitale kanalen van de band, en dat was voor een leger van internettrollen het signaal om uit te rukken. ‘Ze twijfelden voor de albumtitel tussen 2 en Meer van ’t zelfde’, haalt iemand de hakbijl boven. Het leven zoals het is: Bazart, dat is non-stop balanceren tussen pispaal en godendom.

Hoe je het ook draait of keert: het verhaal van Vlaanderens meest geliefde én gehate popgroep is – zacht uitgedrukt – fascinerend. Vijf jaar geleden waren kernleden Mathieu Terryn en Simon Nuytten nog straatmuzikanten, maar nadat klanken­fetisjist Oliver Symons hen vervoegde, schakelde Bazart een versnelling hoger richting hemel. ‘Goud’ en ‘Chaos’ zijn de platgedraaide hits die u al dan niet de strot uitkomen. Bazart domineert de hitlijsten en vult tegenwoordig Sportpaleizen, maar – zo herhalen ze meermaals – relativeren is heilig.

Wanneer we de drie goudhaantjes (hebt u ’m?) van de Vlaamse showbizz treffen op de binnenkoer van een lokale champagneboer scrolt het trio uit verveling door de reacties op de bekendmaking van de albumtitel. “Ze zijn weer begonnen”, verwijst Mathieu Terryn half lacherig, half geërgerd naar de haters die Bazart met brute tackles willen onderuithalen. “Maar bon, we zijn hier om te vieren en ik heb een droge mond. Champagne?”

Wie zijn Bazart?

Mathieu Terryn: geboren op 29 november 1993 / maakte zijn tv-debuut op Junior Eurosong in 2005 / richtte in 2012 Bazart op met gitarist Simon Nuytten. Ze maakten toen kleinkunst uit de school van Spinvis / woont in Antwerpen, maar komt uit Gent. Won in 2017 de prijs voor Strafste Gentenaar in de categorie Muziek / had tot voor kort een relatie met muzikant Justine Bourgeus van Tsar B

Oliver Symons: geboren op 14 juli 1993 / won in 2008 de Belgische preselectie van ­Junior Eurosong met ‘Shut Up’ / sloot pas in een latere fase aan bij Bazart en ­ injecteerde de groep met elektronica / won Humo’s Rock Rally 2014 met zijn soloproject Warhola / toert in het najaar met Bazart én Warhola

Simon Nuytten: geboren op 5 augustus 1992 / studeerde Rechten aan de Universiteit Antwerpen / maakte in 2018 een einde aan zijn jeugdgroep Felix Pallas om volledig op Bazart te focussen / had tot voor kort een relatie met tv-figuur Olga Leyers / won met zijn collega’s van Bazart vijf MIA’s in 2016

Voor de meerwaardezoeker

Bazart heeft eerder die week de definitieve versie van plaat twee aan zijn management en platenlabel bezorgd. “Dat album kan de rest van ons leven bepalen – het is erop of eronder”, zei Simon Nuytten bij aanvang van de opnames. En dat zorgde intern voor de nodige druk. De nieuwe plaat van Bazart is het resultaat van een ware calvarietocht, ­onthult de Antwerps-Gentse groep wanneer we een eerste fles ontkurken. Maar toen ze een teken van Hierboven kregen, wisten ze het zeker: alles komt goed.

Mathieu Terryn: “We waren aan het zwoegen in onze studio in Londen. Erger nog: we zaten er volledig door, en hadden een discussie over de albumtitel. Ik had 2 voorgesteld, maar de anderen waren niet overtuigd. Daar stonden we dan, moedeloos te wezen op een industrieterrein in Londen, tot ik plots naar de lucht keek en iets zag voorbijvliegen. Ik wist niet wat ik zag: ‘Is dat een ballon? Een gouden? Is dat een gouden twee?!’ Er was geen discussie meer mogelijk.”

Simon Nuytten: “Dat moment was zo absurd. Stel je eens voor dat je een teken van bovenaf krijgt. Net op het moment dat we dachten dat het niet goed zou komen, gebeurt er zoiets. Dan weet je dat je op het goede spoor zit.”

Hoe kijken jullie, los van dat eureka-moment, terug op het laatste halfjaar?

Simon: “Het was een hectische periode met een veel te strakke deadline. Nu ja, zeg gerust: megahectisch.”

Mathieu: “Als we eerder in gang waren geschoten, was alles anders verlopen. We hebben onszelf alleszins te weinig tijd gegund. Het is simpel: we hebben afgezien, maar wel door onze eigen fout. Er lagen songs klaar waarvan wij redelijk overtuigd waren dat ze het tweede album zouden halen, maar aan de eindmeet bleken die niet binnen dit verhaal te passen. We hebben op korte termijn véél nieuwe muziek gemaakt.”

Oliver Symons: “Achteraf gezien hadden we die benarde situatie kunnen voorspellen. Het is heel makkelijk om een oud idee in een nieuwe jas te steken, maar wij zijn een groep die er net voldoening uit haalt om nieuwe dingen te creëren.”

Was het puur een inschattingsfout?

Simon: “Ik heb eind februari het einde van Felix Pallas (zijn jeugdgroep met broer Pieter-Jan Nuytten, red.) aangekondigd. We waren die maand gestart met Bazart, maar toen begon het eigenlijk al te dringen. In de eerste fase werkten Mathieu en ik met twee, omdat Oliver druk in de weer was met zijn soloproject Warhola. We hebben anderhalve maand elke dag op elkaars kop gekeken, en dat werd ons gewoon te veel. We moesten even afstand nemen van elkaar.”

Mathieu: “Ik ging elke dag naar Simons appartement, waar onze studio is. Het werd al snel routineus, en die manier van werken was nieuw voor ons. Het is vooral confronterend dat er verwacht wordt dat ik altijd met scherp schiet. Er móést elke dag een idee op tafel liggen, en dat was echt wel even wennen. Op den duur werkt die druk beklemmend. Maar ik wil ook niet te hard zagen. We zitten in een luxepositie. Als je dit je job kan noemen, moet je niet klagen.”

null Beeld Tim Coppens
Beeld Tim Coppens

Simon: “Maar we hadden nood aan twee, drie weken herbronnen. Anders kwam het niet goed.”

Oliver: “Na die weken was ik weer vrij en zijn we met z’n drieën begonnen.”

Jullie schrijven intussen al jaren met drie. Merkten jullie dat de terugkomst van Oliver deugd deed?

Oliver: “Ik was niet volledig afwezig, hoor. Ik probeerde af en toe te luisteren naar de nieuwe nummers die Simon en Mathieu voor Bazart hadden geschreven, al moet ik eerlijk toegeven dat ik er met mijn hoofd niet bij was.”

Mathieu: “Het was zeker een kantelpunt. Simon en ik hebben tijdens die moeilijke weken geleerd dat Bazart altijd ons gezamenlijk project zal zijn. Elk idee moet door ieder van ons goedgekeurd worden. Het was dus essentieel om de drie neuzen opnieuw in dezelfde richting te krijgen.”

Na het succes van singles als ‘Goud’ en ‘Chaos’ zijn jullie de clubs ontgroeid. Jullie vullen nu Sportpaleizen. Houden jullie rekening met het publiek als je schrijft?

Simon: “Ik weet dat er hoge verwachtingen zijn, maar je mag niet vergeten dat je geen muziek maakt voor een ander, maar voor jezelf.”

Mathieu: “Je houdt onbewust rekening met wat er zou kunnen aanslaan bij het publiek. Maar in essentie is 2 een plaat die wij zelf zouden beluisteren en kopen.”

Oliver: “We wisten uiteraard dat we ­minstens drie singles nodig hebben om het album te laten werken. We spelen nu ­eenmaal stadionshows, dan moet je geen plaat maken met tien obscure nummers.”

Mathieu: “Ik kreeg net een bericht van een vriend die het album heeft gehoord. Hij is net opgelucht dat we geen tien radiovriendelijke songs hebben geschreven. ‘Dit is zelfs iets voor meerwaardezoekers’, stuurde hij. We klinken anders, maar het blijft duidelijk Bazart.”

Gênant

Intussen heeft Mathieu Terryn zijn dorstige ogen op een gapende fles gericht. Ook de anderen kampen met droogte. Wanneer we een nieuwe fles champagne van het huismerk kraken, wagen we het erop om het drietal een gevoelige vraag te stellen. “Ik heb de plaat pas deze ochtend ontvangen, toen ik in de auto zat onderweg naar hier. Zien jullie het zitten om eens samen te luisteren?” We droppen de vraag met enige voorzichtigheid, maar Terryn schiet paniekerig in een kramp.

Mathieu: “Is dat niet gênant? (richt zich naar de anderen) Dat is toch een slecht idee?”

Oliver: “Ik vind van niet. Waarom?”

Simon: “Zet maar op.”

Mathieu: “Oké dan.”

Drie tegen één. Mathieu legt zich bij de beslissing neer.

We zitten intussen lijnrecht tegenover de drie leden van Bazart. Een bluetooth speaker scheidt ons van elkaar. ‘Intro’ wordt als eerste voor de leeuwen gegooid. Een slepende synth rolt de rode loper uit voor de stem van Mathieu Terryn. Zodra die twee elkaar kruisen, gaan onze hoofden voorzichtig op en neer. Meteen daarna volgt ‘Grip (Omarm me)’, de single waarmee Bazart de hitlijsten aanvoert. Het is geen instant hit, wel zo’n verraderlijke oorwurm die je na tien luisterbeurten met koevoet noch hamer uit je hersenpan kan timmeren.

“Dit is het lievelingsnummer van mijn mama”, kondigt Terryn vervolgens ‘Onder ons’ aan, een duodans met Eefje de Visser. Wat op papier een goed huwelijk lijkt, blijkt ook in de praktijk te werken. Oliver Symons en Simon Nuytten heupwiegen synchroon vanop hun stoel, Terryn schuifelt zenuwachtig van links naar rechts. Bij ‘Ademnood’ en ‘Zonde’ neemt het ongemak toe, en we hebben zo’n vermoeden waarom.

Je hoort op 2 geen compleet andere band. Bazart is nog steeds Bazart. Maar tekstueel vaart Terryn een andere koers. Hij laat zowaar in zijn kaarten kijken, terwijl de Gentenaar het op debuutplaat Echo cryptisch hield. ‘Dit zou toch echt niet mogen, wat ons is overkomen / Het doet me toch iets, om jou zo te zien’, kreunt hij in ‘Het doet me toch iets’. Hij lijkt het einde van zijn relatie met Justine Bourgeus van Tsar B aan te kondigen, en het zou niet de eerste en laatste keer zijn dat liefde een thema is.

Het is sowieso voorbij als ik hier niet blijf / Sowieso voorbij, wie ben ik in wij / Sowieso voorbij tussen jou en mij / Sowieso voorbij’, klinkt het niet veel later in ‘Niet te dichtbij’, een radiohit in wording waarop de Luikse rapper Baloji zijn opwachting maakt. De tekst kruipt in de kleren, de melodie mikt op de heupen. Wanneer ‘Zonde’ een paar minuten later een einde maakt aan de luistersessie, slaakt iedereen een diepe zucht. Er valt een korte stilte.

Ik vind het op het eerste gehoor een moedige plaat.

Mathieu: “Dat klinkt als een compliment. Toch?”

Ik hoor geen groep die krampachtig op zoek is gegaan naar een nieuwe ‘Goud’ of ‘Chaos’. Ik vreesde daar eerlijk gezegd voor.

Oliver: “Dat was ook niet de bedoeling. We weten intussen hoe we een song moeten schrijven. En we weten in zekere zin wat aanslaat bij het publiek, maar hits maken is geen exacte wetenschap. Een hit ontploft omdat het nummer iets teweegbrengt bij het publiek. Je hebt dat nooit in de hand.”

Er is één groot verschil met jullie debuutalbum. Deze teksten zijn rechtuit, heel persoonlijk.

Mathieu: (lange stilte) “Ja.”

Je zou eruit kunnen afleiden dat je een liefdesbreuk te verwerken hebt.

Mathieu: “Ja.”

Is dat de reden waarom je je zo ongemakkelijk voelde tijdens de luisterbeurt?

Mathieu: “Goh, ik vind gewoon dat er betere omstandigheden zijn om naar dit album te luisteren. Maar het is inderdaad confronterend om er in het gezelschap van een vreemde naar te luisteren. Ik heb heel persoonlijk geschreven, maar het zijn evenwel teksten waar ook een luisteraar zich in kan vinden. Niet alles is uit mijn eigen leven gegrepen. (denkt na) De plaat heet 2 omdat de nummers vanuit twee perspectieven zijn geschreven. Dus ja, dit gaat over mezelf en over iemand anders. Over relaties tout court. Elk verhaal heeft twee kanten, zonder dat er een juiste kant is.”

Heeft de tegenpartij (Justine Bourgeus) de plaat al gehoord?

Simon: “Moedige vraag.”

Mathieu: “Ja, maar daar wil ik verder niet over uitwijden.”

Er is nog een tweede verschil met jullie debuut: er is nu samengewerkt met andere artiesten.

Mathieu: “Dat is vooral het gevolg van het tijdsgebrek. Met Eefje de Visser wilde ik al langer schrijven omdat ik grote fan van haar ben. En het nummer met Baloji is oorspronkelijk geschreven met Jack $hirak, de Nederlandse hitmaker die voor Lil’ Kleine en Boef werkt, maar we hebben zijn versie uiteindelijk herwerkt. We doen gewoon waar we zin in hebben. Het platenlabel weet ook dat wij niet de groep zijn die ze moeten commanderen. Ze weten dat wij in totale vrijheid het best werken. Ze kunnen dan wel een nieuwe ‘Goud’ of ‘Chaos’ verwachten, maar als ze ons dat zouden opleggen, zouden wij maar half zo goed functioneren.”

null Beeld Tim Coppens
Beeld Tim Coppens

Jullie hebben op korte tijd zeer veel bereikt binnen Vlaanderen. Jullie kunnen niet meer groeien, tenzij in Nederland. Neem je Baloji aan boord om ook de ­taalgrens te kunnen oversteken?

Oliver: “Dat idee is ontstaan omdat we vinden dat de combinatie Nederlands-Frans te weinig voorkomt. Terwijl Frans óók een landstaal is.”

Mathieu: “Je zet de poort naar Wallonië misschien op een kier, maar om nu te zeggen dat we via die weg internationale successen willen boeken… Da’s nooit de intentie geweest. Vlaanderen is ons doelpubliek en we hopen ooit even goed te scoren in Nederland.”

Wat is tot nu toe de moeilijkste ­verandering geweest in jullie leven?

Simon: “Er is véél veranderd op persoonlijk vlak. We komen vanuit het niets en nu zijn we publieke figuren. Of ik nu communiceer met vrienden of met mijn ouders: Bazart komt altijd op de eerste plaats. Ik heb de indruk dat ze mij percipiëren als iemand anders. (geagiteerd) Ik krijg vaak de opmerking dat ik veranderd ben sinds het succes van Bazart, maar ik denk net dat de perceptie van anderen tegenover mij veranderd is.”

Mathieu: “Exact, ik voel dat ook. Al vind ik wel dat we op een goede manier omgaan met wat ons overkomt. Ik wil mezelf niet op een piëdestal zetten, maar ik ben ervan overtuigd dat andere artiesten wél zouden beginnen zweven in onze plek. Je kan jezelf makkelijk verliezen in succes, maar wij zitten anders in mekaar.”

Simon: “Je moet wel oppassen met wat je zegt en doet. Dat zijn de gevolgen van de roem. Als de media ons kunnen kapotmaken, zullen ze de kans niet laten liggen. Soms zoeken ze zelfs krampachtig naar redenen om ons neer te halen.”

Mathieu: “We zijn publieke figuren nu. Ik was ooit T-shirts aan het passen toen drie meisjes mijn paskamer binnenvielen en ‘Het is ‘m, het is ‘m!’ riepen. Ze vroegen om een foto en hebben die uiteindelijk ook gekregen, maar zulke situaties gaan er wel over. Op zo’n moment besef ik dat mijn leven veranderd is.”

Oliver, jij bent de enige die in de media buiten schot blijft. De breuk tussen tv-figuur Olga Leyers en Simon heeft in alle vakpers gestaan. En ook elke scheet van Mathieu wordt uitvergroot.

Oliver: “Ik heb ervoor gekozen om mijn ­persoonlijk leven niet met de buitenwereld te delen, en dat is geen kritiek aan het adres van Simon en Mathieu. Ik kies gewoon voor een leven buiten de schijnwerpers. Ik snap het wel, hoor: Mathieu is de frontman van de groep en zal altijd de meeste aandacht naar zich toe trekken, en Simon heeft een relatie gehad met een bekende Vlaming.”

Als ik jullie sociale media bekijk, valt het op dat jullie de laatste tijd veel met andere publieke figuren optrekken. Hebben jullie daar een verklaring voor?

Simon: “Nu je het zegt… Da’s inderdaad een juiste vaststelling. Maar om dat te verklaren? Je deelt dezelfde leefwereld, en dat maakt het toch makkelijker. Dat is ook de reden waarom het goed klikte tussen Olga en mij. Haar carrière zat in de lift en het ging ook Bazart voor de wind. Zij begreep wat mij overkwam, en omgekeerd.”

Mathieu: “Ook andere publieke figuren hebben de perceptie vaak tegen. Ik kan gewoon mezelf zijn in hun gezelschap. Ik moet in hun bijzijn niet aan bepaalde verwachtingen voldoen. Begrijp mij niet verkeerd: ik heb nog steeds vrienden die mij zien als Mathieu en niet als de zanger van Bazart. Maar ik ken net zoveel anderen die contact zoeken omwille van ons succes.”

null Beeld Tim Coppens
Beeld Tim Coppens

Oliver: “Is dat overal niet zo? Je laat je toch omringen door mensen die op dezelfde golflengte zitten?”

Het is intussen avond wanneer we de elfendertigste fles champagne onthoofden. Voor geluidsarchitecten Simon Nuytten en Oliver Symons het startschot om een schaakmarathon af te trappen. Mathieu Terryn nodigt ons uit voor een duel Rummikub. Rock-’n-roll in de Franse Champagne.

“Smaakt die champagne jullie nog? Hebben jullie geen last?” De stem van Bazart kondigt aan dat hij de rest van de avond overschakelt op bier, wijn en gin-tonic. Terryn is degene die naar hartenlust het woord voert. Hij vertelt – tussen het bottle flippen met champagneflessen en luidop dromen van een musical door – hoe Oliver bijna alle opnames van de nieuwe plaat had kwijtgespeeld aan de controlepost van de Eurostar. Een uur later zijn Nuytten en Simons nog steeds aan het schaken.

Eenmaal middernacht is het echter Oliver Symons die de groep op sleeptouw neemt. “Komaan gasten! Niet opgeven, we hebben iets te vieren!” In de media wordt hij omschreven als de meest stoïcijnse artiest van het land, in Frankrijk blijkt de man achter Warhola een stille motor die tot diep in de nacht blijft draaien.”

Kakken om te kakken

Het is vier uur wanneer we onder de wol kruipen. Over enkele uren worden we bij Piper-Heidsieck verwacht voor – u raadt het nooit – nog meer champagne. “Dit is symbolisch: recht het zwarte gat in”, zegt Mathieu Terryn met een knipoog wanneer hij de volgende ochtend in de kelders van een van de grootste champagnefabrikanten duikt. Het trio oogt fris, maar vanbinnen is het sterven.

Gisteren overheersten de dorstige ogen, vandaag heeft het trio vooral hongerige exemplaren. We houden nog een laatste stop bij de indrukwekkende wijngaard van Piper-Heidsieck, waar in de schaduw van de blauwe druiven de lunch lonkt. “Heb je nog vragen?”, willen ze weten wanneer we ons met kleine ogen voor de laatste keer op een stoel neerploffen.

null Beeld Tim Coppens
Beeld Tim Coppens

We hebben het nog niet over Het begin voorbij, jullie documentaire die in de ­bioscoop en op tv komt, gehad. Wat die rockumentary betreft. Jullie beseffen dat…

Mathieu: (onderbreekt ons) … dat zoiets redelijk edgy is? En hautain? Dat weten we maar al te goed. Maar als ik dit van buitenaf bekijk en zie wat Bazart overkomen is, vind ik dat een te goed verhaal om daar niets mee te doen. ‘Goud’ was eerst een mislukte single en is pas na een paar maanden opgepikt. En voor je het weet, sta je in de Lotto Arena en op Rock Werchter. Die docu gaat ongetwijfeld negatieve reacties uitlokken, dat wéét ik. Wij zijn ons bewust van meer dan je denkt, hoor. (lachje) En net daarom staan we ook achter de documentaire. Soms moet je durven springen.”

Lezen jullie de haatreacties?

Oliver: “De anderen wel, ik niet.”

Simon: “Ik heb inderdaad snel de neiging om die dingen te lezen. Vroeger raakte dat commentaar mij, maar nu vind ik het zo flauw en onnozel wat mensen allemaal ­durven en kunnen zeggen. Hoe verbitterd kan je zijn? Da’s typisch Vlaams.”

Mathieu: “Het grappigste dat we ooit hebben gelezen is: ‘Je drol afknijpen, rechtstaan van je toilet, en met je broek op je knieën door de living lopen om de radio af te zetten. Dan weet je dat het diep zit. #bazart’. We zouden die moeten inkaderen. (snel) Gaan we de proef eens op de som nemen? (haalt zijn gsm boven) ‘Ik kan me inbeelden dat ze uren en uren hebben nagedacht over de nieuwe albumtitel. Knap werk, gasten! Groet, Danny.’ Dat valt nog mee.”

Simon: “Iemand zei ooit: ‘Bazart is de harp van de Duivel.’ Dat is tenminste origineel.”

Zijn jullie nog vatbaar voor kritiek?

Simon: “Als ze kakken om te kakken, doet mij dat niets. Slechte recensies vind ik veel erger. Die komen hard aan.”

Mathieu: “Er wordt een mening over je geveld. Vind ik dat leuk? Nee. Heeft dat invloed op ons werk? Nee, dat hoort erbij. Maar is het fijn om persoonlijk aangevallen te worden? Absoluut niet. Het is gewoon banaal dat mensen die ik nog nooit heb ontmoet een mening vormen over hoe ik eruitzie en hoe ik mij gedraag. Hoe kunnen zij dat in godsnaam weten?”

Oliver: “Dat zijn de gevolgen van het succes. Het heeft ook zijn voordelen. De plaat wordt aangekondigd en er wordt over ons gepraat. Wanneer we een album uitbrengen, weten we dat ernaar geluisterd zal worden.”

Mathieu: “Het is een vloek en een zegen. Het is ook daardoor dat we deze keer openstonden voor samenwerkingen met externen. We kunnen ons permitteren om te experimenteren omdat we in een luxepositie zitten – de oude fans gaan sowieso luisteren. Dat betekent nog niet dat de nieuwe plaat een succes wordt, maar we gaan wel veel mensen bereiken.”

null Beeld Tim Coppens
Beeld Tim Coppens

Relativeren jullie het succes?

Mathieu: “Absoluut. Het is ‘maar’ Vlaanderen. We ambiëren veel en zien het groot, maar we nemen alles met een korrel zout. Dat lijkt mij de enige juiste instelling.”

Het gaat snel voor Bazart. Denken jullie soms aan de houdbaarheidsdatum van de groep?

Mathieu: “Als we dit juist aanpakken, zullen wij niet vervallen.”

Oliver: “Wie zegt dat?”

Mathieu: “Ik denk dat we dat grotendeels zelf in de hand hebben. We moeten gewoon relevant blijven.”

Als je relevant wil blijven, loop je dan niet het risico dat je je ziel aan de duivel verkoopt?

Oliver: “Dat vind ik ook gevaarlijk, hoor. Je kan proberen om mee te zijn met de tijd, maar je moet je muziek wel zelf goed blijven vinden. Zodra het publiek een andere kant uitgaat dan wij, wordt het moeilijk, denk ik. Je kan onze toekomst moeilijk voorspellen. Als de fans onze muziek beu zijn en geen ­tickets meer kopen, is het gedaan.”

Mathieu: “Daar ben ik mij van bewust, maar ik geloof dat dit verhaal nog lang zal blijven duren.”

null Beeld Tim Coppens
Beeld Tim Coppens

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234