AchtergrondDikketruiendag
De thermostaat een graadje lager en een dikke trui? ‘Vandaag is die boodschap tenenkrullend’
Is het tijd om de dikketruiendag te dumpen? Hoewel de campagne haar discours van ‘een graadje minder’ heeft laten varen, blijft op school de vertaalslag naar een extra laagje wol bestaan. ‘Vijftien jaar geleden had die boodschap misschien nut, vandaag is ze tenenkrullend.’
Voor veel ouders is het stilaan een traditie. Op een blauwe maandag in februari zit er een brief tussen de schoolagenda die stipuleert dat de verwarming later die week een paar graden lager zal staan en zoon- of dochterlief dus maar beter goed ingeduffeld naar school kan komen. Hoewel het concept de voorbije twee jaar verveld is tot een structureel gegeven, met ‘dank’ aan de astronomische energiefactuur en doorgedreven ventilatienormen, is het vandaag weer zover: dikketruiendag.
In 2005 werd de Vlaamse campagne voor het eerst gelanceerd, ongeveer op het moment dat de Amerikaan Al Gore met An Inconvenient Truth het klimaatverhaal naar de voorpagina’s kegelde. “In die docu zat op het einde heel sterk de oproep verweven om iets te doen”, zegt klimaathistoricus Pieter Boussemaere (Vives Hogeschool). De dikketruiendag was volgens hem toen een logisch verlengstuk van die bewustwording. “Zonnepanelen waren peperduur, de elektrische wagen stond in de kinderschoenen. Energie besparen was de boodschap, omdat de alternatieven er nog niet waren.”
Die zijn er vandaag wel, en dus wringt het concept meer en meer – ook al werd het recept overgenomen in Nederland (warmetruiendag) of Duitsland (Dicker-Pulli-Tag). “We zijn op een moment gekomen waar bedrijven de overheid betalen om wind op zee te mogen opwekken. De boodschap van de dikketruiendag, waarbij oplossingen nog steeds op het niveau van de jongeren worden gezocht, is tenenkrullend”, vindt Boussemaere.
Kwalijke perceptie
Die analyse is wellicht een tikkeltje streng. Op de website van de campagne is het met een vergrootglas speuren naar een lager kwikniveau. De voorbije jaren is de dikketruiendag eerder een kapstok geworden voor bredere sensibilisering over klimaatverandering en biodiversiteit. Dit jaar worden bedrijven, scholen of andere organisaties ook aangemoedigd om uit te pakken met een concrete klimaatactie; 207 acties werden zo geregistreerd, van bomen aanplanten tot projecten rond duurzame mobiliteit.
“Als scholen dat graadje minder aangrijpen om het verband te leggen tussen het klimaatprobleem en de CO2-uitstoot die bij verwarming komt kijken, zie ik het probleem niet”, zegt Brigitte Borgmans, woordvoerder van het Vlaamse departement Omgeving. “De dikketruiendag zet heel wat in beweging.”
Gezien er in voorbije jaren soms wel duizend scholen deelnamen aan de actie valt echter te vermoeden dat het gros van de scholen nog steeds de dikke trui heiligt. Dat jongeren “zoveel mogelijk lagen kleren aantrekken om de winnaar van de dag te worden” heeft volgens Benjamin Clarysse (Bond Beter Leefmilieu) best iets sympathieks. “Maar de campagne creëert tegelijk wel een kwalijke perceptie: dat energiezuinigheid ten koste gaat van comfort.”
Bovendien is het volgens Kris Bachus, onderzoeksleider klimaatbeleid en duurzame ontwikkeling aan het HIVA (KU Leuven), een illusie dat die dikke trui een echte impact heeft. De echte uitdagingen zijn structureel: betere isolatie, investeren in duurzame energiebronnen. Nieuwe scholen moeten sinds vorig jaar ‘bijna-energieneutraal’ zijn. “Maar bij een renovatie is het veel minder strikt en wordt er nog te vaak gedacht in termen van type ramen of aantal centimeter isolatie”, zegt Bachus. “Een ambitieus plan op niveau van het gebouw, gericht op de lange termijn, ontbreekt.”
De meeste recente schoolgebouwenmonitor (2018-2019) is op dat vlak weinig bemoedigend. Bijna een derde van de Vlaamse scholen moet het stellen zonder dubbele beglazing, slechts één op de tien werkt al met zonnepanelen. Die cijfers verschillen amper met de monitor uit 2013. Waar Vlaamse scholen op vlak van veiligheid of gebruikscomfort een onderscheiding behalen is het rapport voor energiezuinigheid vrij dramatisch: 52 procent. Met de hakken over de sloot.
Green Deal
“In het huidige renovatietempo halen we de doelstellingen voor 2030 of 2050 nooit”, zegt Bachus. Net in de onderliggende boodschap – structurele verbeteringen – faalt de dikketruiendag dus. Omdat het door scholen vooral wordt aangegrepen als een doekje voor het bloeden? Een vorm van greenwashing, zeg maar?
“Ik denk dat je de schuld moeilijk in de schoenen van de scholen kunt schuiven. Het probleem is vooral een gebrek aan financiering vanuit de Vlaamse overheid”, zegt Boussemaere, die stelt dat scholen wel de oude recepten aan de kant kunnen schuiven. “In plaats van handvaten op het niveau van de jongere aan te reiken, zouden ze kunnen leren hoe hun ouders de juiste keuzes maken.”
Clarysse is echter bevreesd dat zoiets ongelijkheid in de hand werkt. “Wat met ouders die simpelweg de middelen niet hebben?” Hij stelt voor om de focus te verleggen naar burgerschap. “Toon aan jongeren hoe ze kunnen wegen op het beleid. Op dat vlak is Youth for Climate een lichtend voorbeeld, los van het spijbelen. De Green Deal was er nooit gekomen zonder de druk van de straat, dat is ons letterlijk bevestigd vanuit de Europese Commissie.”
Hoe dan ook mag de benaming dikketruiendag volgens critici op de schop. “Steek het concept een jaar in de koelkast en verander het grondig”, zegt Bachus. “De timing is ideaal. Onlangs was het in de klas van mijn zoontje sowieso slechts dertien graden. De gemiddelde dikketruiendag komt niet in de buurt.”