De sportzomer van Vandeweghe
Yannick Carrasco heeft antwoord gegeven op een prangende vraag die eerder in deze rubriek aan bod kwam. De vraag luidde: zouden de Rode Duivels kranten lezen? Het antwoord: ja, althans Carrasco.
En meer nog: hij ergert zich aan wat sommige kranten schrijven en hoe ze spelers beoordelen. Uiteraard meer in het bijzonder wat ze over hem schrijven, bijvoorbeeld dat hij in zijn twee wedstrijden die hij in de basis startte maar weinig bijbracht en nogal wat balverlies leed en eigenlijk veel sneller had vervangen moeten worden. Die punten zijn een onnozeliteit, maar spelers zijn er gevoelig voor en hij kreeg nergens meer dan een vijf, als mijn geheugen mij niet in de steek laat.
In de eerste wedstrijd startte Yannick Carrasco niet. Dat was tegen Italië. Hij viel toen wel in, ook niet bepaald adembenemend. Idem voor zijn basisplaats tegen Ierland. Hij was toen de enige die een beetje uit de toon viel. En tegen Zweden was het niet veel beter. Hij werd telkens op lovenswaardige wijze vervangen door Dries Mertens, die dan weer tegen Hongarije in de basis stond en er prompt ook niks van bakte. Een vaststelling die sommige waarnemers doet besluiten dat voorin nog steeds de tactiek doe-maar-iets-Eden-en-Kevin-en-kijk-waar-het-schip-strandt wordt gehuldigd, wat het niet makkelijk maakt voor én Romelu Lukaku én Carrasco en/of Mertens. Toen Carrasco tegen Hongarije Mertens kwam vervangen, liep het beter en scoorde hij zowaar de totaal overbodige maar ongetwijfeld deugd doende 4-0.
Even een bloemlezing van zijn meest opmerkelijke quotes.
"Men geeft graag kritiek in plaats van aan onze kant te staan en ons te pushen naar een hoger niveau.
"Men probeert een speler te kraken.
"Ik ben ook maar een mens. Ik kan ook al eens een slechtere match spelen. We zijn geen machines.
"Met kritiek kan je het moreel van een speler breken, maar mij doet de kritiek niks."
Een voetballer is ook maar een mens
Yannick Carrasco was op zijn pik getrapt of in zijn wiek geschoten, wellicht allebei. Het zat hem alvast hoog wat er over hem gezegd en geschreven was. Hij loog maar één keer, bij de laatste quote, want anders had hij natuurlijk nooit de verzamelde pers in die tent op de wei in Le Haillan zo de mantel uitgeveegd.
Ik heb meteen het verzameld werk voor deze krant erop nageslagen en tegen Ierland (gewonnen met 3-0) heb ik geschreven dat hij ondermaats was. Ondermaats betekent niet op niveau, en dat mogen we niet zomaar schrijven, vindt Carrasco. We mogen niet rechtstreeks bekritiseren. Neen, we hadden moeten schrijven dat hij zich verdedigend de naad uit het lijf had gelopen en aanvallend op rechts stond, waar hij bij Atlético altijd op links staat. Point taken, maar om een punt te maken is beknoptheid soms een troef, want in die kranten kunnen om de een of andere reden steeds minder woorden op één pagina.
"Ik ben ook maar een mens." Hoewel iets meer beschilderd en van indianenkapsels voorzien dan de doordeweekse mens, is een voetballer inderdaad een mens, daar zijn we inmiddels achter na al enige jaren in dit vak. Dat de media spelers proberen te kraken, is de perceptie van de speler. Dat de media streng zijn in de beoordeling van jongens in korte broek die achter een bal aanhollen a rato van 1 tot 16 miljoen euro per jaar, dat wel, en geef ons eens ongelijk?
De eerste quote verdient een aparte paragraaf en een eigen analyse. "Men geeft graag kritiek in plaats van aan onze kant te staan en ons te pushen naar een hoger niveau." Ten eerste is het niet zeker dat door géén kritiek te geven het niveau daardoor zou stijgen. Wel integendeel: fouten verdienen op eerlijke wijze in correcte bewoordingen te worden benoemd. Dat doet de trainer ook (en dat gaf Carrasco trouwens ook toe).
Ten slotte: "Men geeft graag kritiek in plaats van aan onze kant te staan." Dat is de crux van de sportjournalistiek: in welke mate moet je supporter zijn van het team/de sporter met wie je op pad bent? In geval van individuele sporters is de journalist (m/v, maar in Le Haillan heb ik geen vrouwen gezien en moest ik het via Stievie doen met Imke Courtois) geneigd iets milder te oordelen. Als judoka Charline Van Snick er straks in Rio in de eerste ronde zou uitgaan, terwijl een medaille wordt verwacht, zal geen mens schrijven dat ze beter wordt vervangen.
Dankbaarheid voor gratis zitje
De Belgische media kunnen niet klagen over de Belgische voetballers en hun bondscoach, maar het omgekeerde is evenzeer waar. Wij hebben een brave pers, niet vooringenomen maar soms (gespeeld) kritisch. Het klopt wel dat de media doorgaans te weinig informatie hebben over de specifieke opdrachten van de spelers en op het zicht vanaf drie hoog in de tribune tot verstrekkende conclusies komen. Het klopt ook dat in voetbal het eindresultaat meer dan welke andere sport van details afhangt. Als Jan Vertonghen morgen lullig in de fout gaat en er valt een beslissend doelpunt, wat schrijf je dan? Dat hij een stoethaspel is? Of denk je: ach, wat jammer van de Jan, zo'n aardige jongen en hij speelde nog wel zo'n goed toernooi. Wellicht dat laatste.
Een team is makkelijker aan te pakken en al helemaal als de coach van het team zich selectief vijandig opstelt en gaandeweg ook het sfeertje 'wij tegen de rest van de wereld (bond, pers)' cultiveert. Ooit zei een coach letterlijk dat we maar beter positief konden schrijven want dat wij dankzij hun prestaties nog eens over de grens konden. Dankbaarheid dus, in ruil voor het voorrecht van een gratis zitje op de eerste rij, ergens in het buitenland, betaald door de baas. Waarop ze een pak rammel kregen en de coach werd gesloopt, want zo gaat dat natuurlijk. Wie het conflict zoekt, moet niet komen klagen als de boemerang terugkeert. Net zoals voetballers mensen zijn, zijn ook journalisten mensen. Hij speelt maar beter een goeie wedstrijd, die Yannick Carrasco. Als hij speelt.