InterviewEpidemiologe Zoë Hyde
‘De rol van kinderen in deze pandemie werd geminimaliseerd’
Het is een discussiepunt dat nog gevoeliger ligt dan de mondmaskers eerder dit jaar: kinderen en corona. De Australische experte Zoë Hyde volgt het debat op de voet.
Nu de daling van de cijfers vertraagt, en we allemaal onze adem inhouden voor de effecten van onderwijs, winkelen en feestvieren op de evolutie van de komende weken, zal de vraag opnieuw op de voorgrond komen: welke rol spelen kinderen precies in deze pandemie – in België stijgen de cijfers in twee leeftijdscategorieën: van 0 tot 9 en van 10 tot 19. Weinig experten kennen het kinderdebat zo goed als Zoë Hyde, epidemioloog en biostatisticus aan The University of Western Australia. Zij volgt de wetenschappelijke literatuur op de voet. Dit is een interview dat we met haar hadden via e-mail.
Vrij vroeg in het voorjaar leek er al snel een consensus te bestaan over het feit dat kinderen “niet de grote motor” van deze epidemie zijn, zoals dat juist wel het geval is bij de seizoensgriep. Hoe wisten we dat zo zeker?
Zoë Hyde: “Dat wisten we niet. En ik denk dat het veel te vroeg was om die conclusie te trekken. Eind februari verscheen er een rapport van een gezamenlijke missie van China en de Wereldgezondheidsorganisatie. Daaruit bleek dat minder dan drie procent van alle aangetroffen gevallen kinderen en tieners waren. Dat heeft de perceptie gecreëerd dat kinderen niet gemakkelijk besmet raken. Maar bij een grondige lezing bleek dat er meer aan de hand was. In hetzelfde rapport stond immers ook dat de effecten van het virus veel milder zijn in jonge leeftijdsgroepen, en dat de besmette kinderen vooral waren gevonden via contactopsporing. Dat had het vermoeden moeten doen rijzen dat er veel besmettingen werden gemist, dat we niet het hele plaatje zagen.”
Zijn de inzichten ondertussen gerijpt? Hoe wordt er nu naar de rol van kinderen gekeken?
“Veel van mijn collega’s geloven nog altijd dat kinderen geen substantiële rol spelen in deze pandemie. Toch denk ik dat de meesten onder hen ondertussen wel begrijpen dat kinderen even vatbaar zijn voor besmetting als volwassenen. Een van de belangrijkste dingen die we over dit virus hebben geleerd, is dat mensen besmet kunnen raken en toch volledig symptoomvrij blijven. Ongeveer de helft van de besmette kinderen blijkt asymptomatisch te zijn, dat is het dubbele van wat we bij volwassenen zien. De erkenning van dat feit heeft wel tot een verschuiving in het denken geleid.”
Zou u dan zeggen dat er vandaag een wetenschappelijke consensus bestaat over dit onderwerp?
“Nog niet, helaas. De meeste wetenschappers begrijpen de noodzaak om ook besmetting van en door kinderen mee te nemen in onze analyses, maar er lijkt verzet te bestaan bij kinderartsen. Ik begrijp niet goed waarom.”
Als er nog geen consensus is, wat weten we vandaag dan toch met zekerheid over de vatbaarheid van kinderen?
“Er bestaat geen twijfel over dat kinderen en tieners biologisch even vatbaar zijn om besmet te raken als volwassenen. Studies waarin werd gezocht naar antilichamen bevestigen dat – zulke studies laten ons toe om besmettingen te detecteren die we met klassieke testen missen. Een recente studie van gezinnen in Barcelona heeft aangetoond dat zelfs de allerjongsten evengoed kans op besmetting hebben als volwassenen.”
En hoe besmettelijk zijn ze zelf?
“Dat is een kwestie die wat moeilijker is om te bestuderen, omdat kinderen vaker geen symptomen vertonen. Als je niet alle gevallen kunt identificeren, omdat een groot deel asymptomatisch is, kun je niet onderzoeken aan wie zij het virus zouden kunnen hebben doorgegeven. Er is wel enige evidentie dat asymptomatische mensen minder besmettelijk zouden zijn.”
Dan zouden kinderen minder besmettelijk zijn?
“Dat zou kunnen betekenen dat kinderen over het algemeen minder vaak anderen besmetten dan volwassenen. Maar kinderen mét symptomen lijken even besmettelijk als volwassenen met symptomen. Dat hebben de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention gevonden toen ze onderzoek deden naar de gezinsleden van mensen die positief hadden getest. Maar eerlijk gezegd ben ik er niet zeker van of dit debat op dit moment wel zo zinvol is. De vraag die we moeten stellen, luidt: zijn kinderen en tieners besmettelijk op een klinisch betekenisvolle wijze? En het antwoord is: ja.”
Worden kinderen gemakkelijker besmet door volwassen dan andersom?
“Tot voor kort werden kinderen vooral besmet door volwassenen. Maar dat betekent niet dat volwassenen besmettelijker zijn. Het toont alleen aan dat het virus vooral bij volwassen circuleerde, dat volwassenen er meer mee in contact kwamen, en het dan doorgaven aan hun kinderen. Tot het virus begon te circuleren in scholen, hadden kinderen weinig gelegenheid om het virus op te pikken en door te geven aan volwassenen. Vanaf nu denk ik dat we een ander patroon zullen zien.”
Aanvankelijk werd het belang van mondmaskers geminimaliseerd, omdat er een tekort was. Heeft men het belang van kinderen in deze pandemie ook een beetje geminimaliseerd omdat onderwijs nu eenmaal een zeer groot maatschappelijk belang heeft?
“Ik denk helaas dat de rol van kinderen in zekere mate werd geminimaliseerd. Er bestaat geen twijfel over dat scholen sluiten veel schade aanricht, en ik denk dat vrijwel iedereen terecht de scholen zo veel als mogelijk wilde openhouden. Ik denk ook dat sommige mensen in dit debat oprecht geloofden dat kinderen geen grote rol speelden. Maar ik denk dat het kortzichtig was om onvoldoende rekening te houden met de rol die kinderen duidelijk wel spelen. Op lange termijn is niemand daarmee gebaat. Volgens mij was er ook druk om de scholen open te houden vanwege economische motieven – dat vind ik nogal zorgwekkend.”
Is er een groot verschil tussen kinderen boven en onder de 12 jaar oud?
“Biologisch gesproken lijken er geen grote verschillen te zijn wat betreft vatbaarheid voor infectie of besmettelijkheid. Maar de twee leeftijdsgroepen verschillen wel qua gedrag. Oudere kinderen hebben veel meer gelegenheid om met hun vrienden af te spreken buiten de schoolmuren, bijvoorbeeld. Dat verhoogt hun risico en hun gelegenheid om anderen te besmetten. Dat is volgens mij de belangrijkste reden waarom het risico voor tieners groter is dan dat voor jongere kinderen.”
In Vlaanderen moeten kinderen ouder dan 12 in de klas een mondmasker dragen, is er strenge handhygiëne en wordt waar mogelijk maximaal ingezet op ventilatie. Is dat de goede manier om scholen veilig open te houden?
“De veiligheid van scholen hangt samen met het niveau van besmettingen in de volledige gemeenschap. De beste manier om scholen veilig te houden is dus het aantal besmettingen doen dalen. Als er zoveel gevallen zijn dat het niet meer mogelijk is om aan goede contactopsporing te doen, moeten tijdelijke schoolsluitingen overwogen worden. Maar het gebruik van mondmaskers, handhygiëne en verbeterde ventilatie zijn inderdaad minimale voorwaarden. Ook kleinere klassen zijn een goed idee.”
Behalve in een aantal gemeenten waar de burgemeesters dat hebben verplicht, moeten lagere scholieren, jonger dan 12, geen masker dragen bij ons. Is dat verantwoord?
“Alle kinderen die op veilige wijze een masker kunnen dragen, zouden dat moeten doen. Ik heb al gehoord dat maskers de taalverwerving bij kinderen zouden kunnen hinderen, maar dat vind ik geen overtuigend argument. Zulke problemen kunnen eventueel ook worden verholpen met doorzichtige maskers. Het heeft mij eerlijk gezegd verbijsterd hoe traag Europa was met de invoering van maskers. In Singapore droegen zelfs kleuters mondmaskers op een moment dat de cijfers er verwaarloosbaar waren in vergelijking met de Europese cijfers vandaag.”
Onlangs leek er goed nieuws te zijn: kinderen zouden volgens sommigen over zogenaamde ‘kruisimmuniteit’ kunnen beschikken, dankzij eerdere besmetting met andere coronavirussen. Zou dat waar zijn, denkt u?
“Dat argument wordt helaas nogal gretig gebruikt door voorstanders van de strategie van de groepsimmuniteit – wat zonder vaccin een onmogelijk en onethisch idee is. We weten nog niet precies wat die antilichamen die zogezegd voor kruisimmuniteit zouden zorgen, kunnen doen. Het is mogelijk dat ze de symptomen van Covid-19 milder maken, maar ook het omgekeerde is mogelijk. Maar ze lijken zeker geen bescherming te bieden tegen infectie. Dit is dus nog een hoogst speculatief onderwerp.”