PortretTim Sweeney
De producent van Fortnite trekt ten strijde tegen Apple. En de spelers betalen het gelag
Zelf is hij een belabberd gamer, maar Tim Sweeney durft wel te pokeren. De producent van het populaire Fortnite bindt de strijd aan met technologiegigant Apple. De uitkomst is hoogst onzeker. Voorlopig betaalt de consument het gelag.
Technologiereus Apple bant Epic Games, de uitgever en producent van de populaire game Fortnite. In de App Store werd niet alleen Fortnite verwijderd, ook alle andere Epic Games-spelletjes zijn geblokkeerd. Epic Games weigert immers om 30 procent commissie te betalen aan Apple op alle aankopen die spelers doen.
Tim Sweeney, de 49-jarige topman van Epic Games, maakt hier een halszaak van. Hij ziet voor zichzelf een rol weggelegd als de Robin Hood van de softwareontwikkelaars die onder het juk moeten leven van de big tech. Sinds een tweetal weken heeft Sweeney de strijd aangebonden met Apple, de juridische strijd loopt volop.
De inzet is geld. Natuurlijk. Veel geld. Van elke aankoop via een iPhone bij Epic Games vloeit automatisch 30 procent naar Apple. Dat geldt voor alle apps of diensten die via de App Store worden aangeboden. Sweeney vindt dat Apple met een te groot aandeel gaat lopen en heeft bewust een conflict uitgelokt, om dat systeem aan te vechten. Hij omzeilde het betalingssysteem op zijn populairste game Fortnite, waarop Apple prompt de app verwijderde. Dat was wat Sweeney voor ogen had, zo kon hij naar de rechtbank stappen wegens machtsmisbruik door Apple.
Helaas voor Sweeney overhandigde de Amerikaanse districtsrechter Yvonne Gonzalez Rogers een gedeeltelijke overwinning aan de iPhone-maker. Het verzoek van Epic Games om Apple te dwingen Fortnite opnieuw te installeren, werd verworpen. Tegelijk waarschuwde de rechter dat het Epic Games en Apple vrij staat om tegen elkaar te procederen, “maar hun geschil mag anderen geen schade berokkenen”.
Met ‘anderen’ wordt naar andere softwareontwikkelaars verwezen die nu vertrouwen op Epics Unreal Engine-software om games te maken. Die technologie is een van de meest populaire om steeds realistischere 3D-graphics te maken. Het gebruik ervan door miljoenen ontwikkelaars, filmmakers en industrieel ontwerpers staat nu op het spel omdat ze ook dreigen te worden uitgesloten van het ontwikkelingsecosysteem van de iPhone. En de consument, vooral uw tiener die Fortnite speelt, is momenteel een slachtoffer van de hetze.
Ontwikkelaar op zijn elfde
Tim Sweeney, die het bedrijf als twintigjarige in 1991 in de kelder van zijn ouders begon en nu naar schatting 5,3 miljard dollar waard is, weigert zich terug te trekken. Hij ziet zichzelf als een vaandeldrager in de bredere antitrustkwesties over big tech. Op Twitter ontstak hij in een tirade: “De maker van een smartphone heeft niet het recht om de voorwaarden van ons leven en onze bedrijven te dicteren.”
Sweeney groeide op in Potomac, Maryland, dicht bij waar zijn vader werkte voor de Amerikaanse regering en kaarten maakte met behulp van satellietbeelden. Zijn eerste computer was – o ironie – een Apple II. Nadat hij van Pac-Man had geproefd in de speelhallen, schreef Sweeney zijn eerste ‘serieuze’ spel op elfjarige leeftijd. Vrienden omschrijven hem in de krant Financial Times als timide en een belabberd gamer.
Hij begon zijn bedrijf terwijl hij werktuigbouwkunde studeerde aan de universiteit van Maryland. Als vakantiebaantje maaide hij het gras van de buren en sleutelde aan zijn eerste populaire game, ZZT. Die stuurde hij vanuit het huis van zijn ouders onder het label Epic MegaGames om zijn studentenkamerproject eruit te laten zien als een groter bedrijf, weet Financial Times.
Oppernerd
Fortnite, waarop zijn huidige succes is geboekt, mag dan gratis zijn, de 350 miljoen spelers besteden wel miljarden dollars aan outfits en extraatjes binnen het spel. Toch is de game niet zijn eerste succes. Unreal Tournament voor personal computers uit 1999 was een doorbraak in het opkomende genre van 3D-schietspellen voor meerdere spelers. De sciencefictionfranchise Gears of War werd een bestseller voor de Xbox-consoles van Microsoft.
Sweeney is resoluut buiten de Silicon Valley-zeepbel gebleven. Hij vestigde zijn bedrijf in Raleigh, North Carolina, omwille van de betaalbaarheid en – belangrijk voor hem – een goed wandelgebied. Medewerkers omschrijven hem als de nerd van de nerds. Programmeren is zijn enige bezigheid. Ondanks het feit dat hij een bedrijf heeft van 2.200 medewerkers dat nu wordt gewaardeerd op 17 miljard dollar. Die oppernerd heeft toch een flitsende kant. Zo kocht hij op zijn dertigste een Ferrari en een Lamborghini. Ook investeerde hij in tienduizenden hectares bos, om het tegen projectontwikkeling te beschermen.
Als hoofdaandeelhouder heeft hij het zeggenschap om een lange juridische strijd aan te gaan. Toch is niet elke aandeelhouder onverdeeld gelukkig met zijn Robin Hood-allures. “Ik vermoed dat geen enkele investeerder blij is met een rechtszaak met twee van de grootste technologiebedrijven ter wereld”, stelt Bruce Stein, CEO van aXiomatic, een e-sportsbedrijf dat in 2018 in Epic heeft geïnvesteerd.
Anderzijds weet Sweeney zich geruggensteund door kleppers als het Chinese Tencent, ’s werelds grootste gamingbedrijf dat in 2012 een minderheidsbelang nam in Epic. Ook Sony nam vorige maand een belang van 250 miljoen dollar in Epic. Zelfs Microsoft, waarmee Sweeney in 2016 al eens worstelde over de distributievoorwaarden voor apps, heeft nu zijn steun verleend aan de juridische strijd van Epic.