Vier vragenKlimaat
‘De plannen van 20 jaar geleden zijn achterhaald’: moeten we vrezen voor meer zomerse overstromingen?
Na een droogte die maar eens in de vijftig jaar plaatsvindt, kregen we nu een even uitzonderlijke regenval. Wat hebben die twee met elkaar te maken en hoe komt dat? En is dit het nieuwe normaal in België? ‘Dit is nog maar het begin.’
Waar kwam de overlast vandaan?
Een onweerszone veroorzaakte wateroverlast op verschillende plaatsen in het land. In Vlaanderen zijn vooral Oost-Brabant en Zuid-Limburg getroffen. De Limburgse brandweerkorpsen ontvingen honderden oproepen voor wateroverlast. Straten in Gingelom en Landen stonden blank. In een woon-zorgcentrum in Montenaken moesten een paar bewoners veiligheidshalve geëvacueerd worden.
Er viel in die zone veel regen uit de lucht op zeer korte tijd, een hoge regenintensiteit dus. “Daar is ongeveer 60 millimeter regen gevallen in 12 uur tijd, waarvan tijdens de piek van het onweer 30 tot 40 millimeter in een half uur”, zegt KMI-meteoroloog en weerman David Dehenauw.
Het onweer kwam er ook na een zeer droog voorjaar. Daardoor is de grond verhard en sijpelt het water niet snel genoeg in de grond. Het water zoekt dan zijn weg naar lagergelegen gebieden. Haspengouw staat bekend om zijn glooiend landschap en modderstromen komen dan van de akkers af.
Er zijn belangrijke verschillen met de waterbom die vorig jaar Wallonië trof. Toen ging het om 200 millimeter neerslag en regende het gedurende een veel langere periode. Daardoor traden rivieren uit hun oevers en was het hele systeem verzadigd. Dit keer waren het riolen en beken die overliepen.
Hoe uitzonderlijk was die neerslag?
Zomerse onweersbuien zijn op zichzelf niet uitzonderlijk in België, maar het ging wel om een bijzonder hoge intensiteit. Als we enkel naar Zoutleeuw kijken, waar 43 millimeter in een half uur viel, dan is dat bij de hoogste waarnemingen die zich sinds 2005 in Vlaanderen hebben voorgedaan. Hydroloog Patrick Willems (KU Leuven) berekende dat in Ukkel, waar al sinds 1898 de neerslag wordt gemeten, een dergelijke piekintensiteit maar eens om de 50 jaar voorkomt.
“Kijken we breder dan enkel Zoutleeuw, dan kunnen we zeggen dat zoiets zich eens in de 20 jaar voordeed”, zegt Willems. In de zomer van 2002 was er in de gemeente Landen ook effectief een zware overstroming. Rioleringen zijn ook berekend op die cijfers. We houden er dus rekening mee dat ze eens in de twintig jaar het water niet kunnen slikken.
“De berekeningen uit het verleden hebben beperkte waarde, want door de opwarming van het klimaat zien we het echter vaker voorkomen”, zegt Willems. “Bovendien zijn we er door verharding ook kwetsbaarder voor geworden.”
Moeten we vrezen voor meer zomerse overstromingen?
Deze wateroverlast is niet meteen de voorbode van meer waterellende. Op dit moment zijn de grondwaterstanden nog altijd vrij laag en volgens prognoses van het Europees Centrum voor weersvoorspellingen op middellange termijn is de kans groter op een drogere en warmere zomer dan normaal.
“Een onweer kan je niet lang van tevoren voorspellen, maar de komende twee weken verwacht ik geen extreem hoge temperaturen en de komende dagen zal het nog wel regenen, maar dat zal geen wateroverlast veroorzaken”, zegt David Dehenauw.
De combinatie van droogte gevolgd door hevige regenval gaan we de komende jaren wel vaker zien. Het is een bekend fenomeen in de thermodynamica: een warmere lucht kan meer vocht bevatten vooraleer ze verzadigd is. Dat verklaart de langere periodes van droogte, maar eens verzadigd, kan er dan ook meer water uit de lucht vallen.
“Per graad opwarming heb je 7 procent meer capaciteit nodig om water vast te houden”, zegt VUB-klimaatwetenschapper Wim Thiery. In die zin zijn deze onweersbuien gelinkt aan de klimaatopwarming, net als de waterbom in Wallonië vorig jaar. Wetenschappers hebben berekend dat zo’n waterbom tussen 1,2 tot 9 keer waarschijnlijker is geworden.
“Als mensen me vragen of dit het nieuwe normaal is, dan moet ik antwoorden: dit is nog maar het begin”, zegt Thiery. “Als de CO2-uitstoot blijft stijgen, zullen weerfenomenen alleen extremer worden”
Wat kunnen we eraan doen?
De inwoners van Landen klagen erover dat wateroverlast wel vaker voorkomt in hun gemeente, maar de burgemeester benadrukt dat er de afgelopen 20 jaar veel investeringen zijn geweest. “We hebben wachtbekkens aangelegd”, zei burgemeester Gino Debroux (L’anders) aan VRT NWS. “En we zijn ook bezig met ontharding.”
Ook bij de grote overstroming in 2002 zei de gemeente dat ze had geïnvesteerd in wachtbekkens, dammen en overstromingsgebieden.
“De plannen van 20 jaar geleden zijn achterhaald,” zegt Patrick Willems, “omdat het klimaat maar blijft evolueren. De maatregelen die nodig zijn, vergen echter politieke moed, want de burger gaat je er niet voor bedanken.”
Hij denkt aan verplichtingen voor burgers om hun regenwater te verzamelen en voortuinen aan te leggen. In landelijk gebied zijn boorden van struiken en bomen rond de velden verdwenen. Landbouwers zouden daarom verplicht moeten worden om houtkanten en grasbufferstroken te voorzien.
“Financieel valt dat mee, maar politiek is het niet populair, waardoor we achter de feiten blijven hollen”, zegt Willems.
De Blue Deal van de Vlaamse regering bevat oplossingen, maar is volgens Willems te vrijblijvend en rekent te veel op vrijwilligheid om realistisch te zijn. Naast alle aanpassingen aan de klimaatopwarming moet ook het broeikaseffect zelf gestopt worden, zeggen wetenschappers.