AnalysePoolgebied
De oude Noordpool bestaat niet meer: om de nieuwe woedt een hevig strijd
De klimaatverandering gaat in het Noordpoolgebied twee tot drie keer zo snel als elders. Dat is een ramp voor de natuur. En gretige landen zien plots ook commerciële mogelijkheden opdoemen, voor de visserij en de olie-industrie. Hoe gaat de toekomst van het Noordpoolgebied eruitzien?
1 Klimaatverandering: record op record
Je kunt zeggen, zegt klimaatwetenschapper Roderik van de Wal, dat de oude Noordpool niet meer bestaat. ‘Het Arctisch gebied is overgegaan naar een nieuw, warmer klimaat.’ De bevroren wereld van de Noordpool maakt steeds meer plaats voor open oceaan. Over tien jaar zal de pool ’s zomers grotendeels ijsvrij zijn. Met alle gevolgen van dien, voor het gebied zelf en ver daarbuiten, voor het wereldwijde klimaat.
De klimaatverandering gaat in het Noordpoolgebied twee tot drie keer zo hard als elders in de wereld en breekt record op record. Deze zomer tikte het kwik 21,7 graden aan in Spitsbergen, op 1.300 km van de geografische Noordpool; in Siberië werd het zelfs 38 graden. 2020 was het op een na warmste jaar ooit in de Arctic. Gemiddelde temperaturen liggen er nu 3 tot 5 graden hoger dan in de jaren zeventig.
De gevolgen blijven niet uit, bijvoorbeeld voor de jaarlijkse groei en afname van het zee-ijs in de Arctische wateren. Dat zee-ijs had op 15 september zijn op een na kleinste omvang ooit (na het recordjaar 2012), ver onder het langjarig gemiddelde. Was er in de zomer van 1980 nog 7,5 miljoen vierkante kilometer zee-ijs, in 2020 was die hoeveelheid gehalveerd. Het zee-ijs wordt ook dunner en fragieler, en meerjarig ijs verdwijnt.
De afname van het zee-ijs brengt een hele cascade van processen op gang, zegt Van de Wal. Doordat donker zeewater zonlicht beter opneemt dan ijs warmen de Arctische wateren sneller op; deze zomer waren ze tot wel 3 graden warmer dan gemiddeld. De zee warmt ook het land op, met als gevolg steeds minder sneeuwbedekking in Eurazië, recordbosbranden in Siberië en in het najaar ook een steeds later dicht vriezende zee.
De Groenlandse ijskap verloor vorig jaar een recordhoeveelheid van 586 miljard ton ijs, 15 procent meer dan het vorige record van 2012. Als de ijskap helemaal zou smelten zou de zeespiegel (over een termijn van vele eeuwen) met zes meter stijgen. Volgens wetenschappers is de ijskap echter al voorbij het ‘point of no return’: er valt niet meer genoeg sneeuw om het ijsverlies via afkalvende gletsjers te kunnen compenseren.
2 Natuur: mens en dier bedreigd
De opwarming gaat zo snel dat veel Arctische diersoorten het niet kunnen bijbenen, zegt Gert Polet van het Wereld Natuur Fonds (WWF). Zo begonnen wilde rendieren in het Noord-Russische Taimyr dit jaar extreem vroeg met hun migratie. Veel pasgeboren kalveren waren nog te zwak en kwamen om. Waar veel diersoorten vanwege de opwarming naar koelere breedtegraden migreren, kunnen Arctische soorten nergens heen.
De ijsbeer zal zeker een slachtoffer van de opwarming worden, aldus Polet, want hij is voor de robbenjacht afhankelijk van het zee-ijs. Nu dat verdwijnt moeten de beren steeds langer op land overleven en overschakelen op ander voedsel (veel beren komen schooien bij menselijke nederzettingen), of vasten. Dat gaat ten koste van hun vetreserves en dus overlevingskansen. Onderzoek wees onlangs uit dat alle ijsbeerpopulaties deze eeuw fors zullen afnemen, behalve die in de zogenaamde ‘Last Ice Area’ ten noorden van Canada.
Arctische diersoorten hebben ook last van toenemende menselijke activiteiten in het Noordpoolgebied. Zo wil Canada de productie van de Mary River-mijn op Baffin Island opvoeren. Zo’n 12 miljoen ton ijzererts per jaar moet via een nieuwe spoorlijn en een ijsvrij te houden scheepvaartroute tussen Canada en Groenland worden afgevoerd. Volgens biologen zal het schroeflawaai van de schepen fataal zijn voor de daar overwinterende narwalpopulaties en de zeer bedreigde Groenlandse walvis, die onlangs is teruggekeerd in het gebied.
Ook de mens zelf heeft last van de opwarming. Lokale inheemse gemeenschappen, zoals de Inuit en First Nations, zien door de opwarming hun kwetsbare voedselvoorziening in gevaar komen. De Vuntut Gwitchin First Nation in Noordwest-Yukon riep vorig jaar de noodtoestand uit. Ze leven van de kariboejacht, maar die traditie lijdt onder de opwarming van de toendra en veranderende migratiepatronen van de kariboes.
3 Exploitatie: expansie in de Barentszee
De opwarming van het Noordpoolgebied biedt kansen aan vele bedrijfstakken. De opwarming van het zeewater brengt veel commercieel interessante zuidelijke vissoorten, zoals kabeljauw, naar het gebied. En de Arctische wateren worden steeds toegankelijker voor de scheepvaart en de olie- en gasindustrie.
Zo mikt Noorwegen op uitbreiding van zijn olie- en gasexploratie in de Barentszee. De Noorse regering gaf half november 136 nieuwe concessies uit. Daarvoor verlegde zij de officiële grens van de ‘marginale ijszone’, het productieve overgangsgebied tussen zee-ijs en open oceaan dat de basis is voor het hele Arctische ecosysteem, en dat vanwege zijn kwetsbaarheid voor vervuiling en verstoring door seismische tests gesloten is voor exploratie. De nieuwe grens ligt heel handig ten noorden van alle olie- en gasconcessies.
De vraag is of het van boren komt. De oliesector is flink aan het bezuinigen vanwege de coronacrisis en de gekelderde olieprijs. Maar de hoogste Noorse rechter wees half december de bezwaren van de tegenstanders wel af. ‘Middenin de klimaatcrisis maakt Noorwegen nóg meer olie-exploratie in de kwetsbare Arctic mogelijk’, zei Frode Pleym van Greenpeace eerder. ‘Het is een roekeloos affront voor komende generaties.’
Aan de andere kant van de wereld wil de scheidende Amerikaanse regering-Trump naar olie en gas laten boren in het ongerepte Arctic National Wildlife Refuge in Alaska, een bedreiging voor de rondtrekkende kuddes kariboes in het reservaat en de ijsberen die er hun jongen krijgen. Trump probeert het veilen van de vergunningen nog snel even door te zetten voordat Joe Biden op 20 januari aantreedt (Biden is tegen olieboringen in de Arctic). Inheemse groepen trachten de veiling nu via de federale rechter te verhinderen.
Polet blijft optimistisch. ‘We hebben de strijd verloren, het gebied ligt open voor concessies, maar als niemand biedt wordt het een no-go.’ Veel oliebedrijven lijken te weifelen: er is geen infrastructuur in het gebied, de markt is in mineur en veel grote beleggers hebben zich net gecommitteerd aan bescherming van de biodiversiteit.
4 Maritiem: smerige scheepvaart
De opwarming en de afname van het zee-ijs (met binnen enkele jaren mogelijk een ijsvrije zee in de zomer) maken de Noordelijke IJszee steeds toegankelijker voor de scheepvaart. Met name voor het vrachtvervoer wordt een grote groei verwacht. Een ijsvrije noordelijke doorgang kan de vaartijd tussen China en Europa, nu 40 dagen, met een kwart bekorten. Afgelopen jaren nam het aantal reizen om de Noord al flink toe.
De groei van de scheepvaart belast het kwetsbare Arctische milieu. Schepen stoten bij de verbranding van zware stookolie grote hoeveelheden zwaveloxide en stikstofoxide uit, maar ook roetdeeltjes, die neerslaan op het zee-ijs, de reflectie van zonlicht verminderen en de opwarming versnellen. Daarnaast is er het risico op olierampen. Om die reden is de scheepvaart in de wateren rond Antarctica sinds jaar en dag streng aan banden gelegd.
Na eindeloos getraineer besloot de Internationale Maritieme Organisatie (IMO), de scheepvaartpoot van de VN, eind november een verbod op zware stookolie in Arctische wateren in te stellen. Maar de ban gaat pas juli 2024 in, en er zijn zoveel uitzonderingen dat 75 procent van de schepen tot medio 2029 stookolie kan blijven verbranden. ‘Het verbod is een wassen neus’, zegt Eelco Leemans van de Clean Arctic Alliance.
Het probleem is, zegt Polet van WWF, dat veel afgelegen dorpsgemeenschappen in het Noordpoolgebied, zoals die van de Inuit in Alaska, Canada en Groenland, voor hun elektriciteit en verwarming nog volledig afhankelijk zijn van generatoren op stookolie. ‘Een algeheel verbod op de verbranding van stookolie mag je eigenlijk pas afdwingen als voor deze mensen een alternatief voorhanden is.’
5 Geopolitiek: landjepik dreigt
In 2007 plaatste een Russisch onderzeebootje een titanium vlaggetje op de bodem van de Lomonosov-rug, een onderzeese bergketen die het Arctische oceaanbekken in tweeën deelt. Het was een symbolische claim waarmee het Rusland van Vladimir Poetin liet weten de Noordelijke IJszee en de nieuwe scheepvaartroute als Russisch domein te beschouwen. Het was de aftrap voor groeiende geopolitieke rivaliteit in het Noordpoolgebied.
De Russische expansie (Rusland moderniseerde recent ook zijn noordelijke onderzeevloot en versterkte oude marinebases op het afgelegen Frans Jozefland) blijft niet onweersproken. Navo-marineschepen voeren in september voor het eerst zonder escorte van Russische oorlogsbodems de Russische economische zone in de Barentszee binnen. Een signaal aan Moskou dat de noordelijke toegang tot Europa wordt beschermd.
De geopolitieke rivaliteit concentreert zich onder meer op Groenland, een autonoom deel van Denemarken dat niet alleen strategisch gelegen is maar ook rijk aan delfstoffen (olie, gas, uranium en zeldzame aarden voor hightech-toepassingen) die door het slinken van de Groenlandse ijskap steeds toegankelijker worden. Alle grootmachten willen er op de eerste rij zitten.
Zo lieten de VS, die vanaf Thule Air Force Base tijdens de Koude Oorlog het vliegverkeer rond de pool in de gaten hielden, hun oog weer op het eiland vallen. Ze openden een consulaat in Nuuk en president Trump bood aan Groenland te kopen, een wat minder gelukkige zet. Ook Rusland en China (dat zich in 2018 tot ‘bijna-Arctische natie’ uitriep) meldden zich. Hun schepen duiken steeds vaker onaangekondigd in Groenlandse wateren op. Tot nervositeit van moederland Denemarken, dat het gebied amper kan controleren.
Groenland zelf (met slechts 56.000 inwoners) ziet met de verhoopte inkomsten uit olie- en gaswinning en mijnbouw de kansen op volledige zelfstandigheid toenemen. Al realiseert men zich dat dit ook een prijs kan hebben, zoals de instroom van grote aantallen expats. ‘Als we niet uitkijken’, zei oud-premier Nicolaj Kleist over de mijnbouw, ‘hebben we hier straks meer Chinezen dan Groenlanders.’
6 Samenwerking: regulering nodig
Vanwege de klimaatverandering en alle nieuwe economische activiteiten is multilaterale samenwerking hard nodig om een duurzaam gebruik van de Arctische Oceaan veilig te stellen. Bestaande afspraken voldoen volgens zeerecht-specialist Erik Molenaar (Netherlands Institute for the Law of the Sea, Utrecht) niet meer. ‘Ze zijn te specifiek, niet bindend en niet gericht op het gebied als geheel.’
Het Arctisch gebied kent geen equivalent van het Verdrag inzake Antarctica uit 1959, dat de omgang met dit onbewoonde continent regelt. De enige pendant is het 100 jaar oude Spitsbergenverdrag, dat vastlegt dat Noorwegen namens 46 lidstaten de soevereiniteit heeft over de archipel, maar dat ze er allemaal economisch actief mogen zijn (alleen Noorwegen en Rusland doen dit, de laatste via een voormalige Nederlandse kolenmijn in Barentszburg), zij het dat Noorwegen een veto houdt over delfstoffenwinning en milieuzaken.
Wat het Noordpoolgebied wèl heeft is de Arctische Raad, een overlegorgaan van de acht noordelijke staten en de inheemse volkeren van de regio (waarbij Denemarken aan tafel zit namens Groenland en de Faeröer). Maar de Raad gaat alleen over maritieme zaken, en afspraken (zoals in 2019 een visserijmoratorium) zijn niet bindend of afdwingbaar. Niet-arctische staten, zoals Nederland, en ngo’s hebben slechts een waarnemersstatus.
De kansen op een echt multilateraal ‘Verdrag inzake Arctica’ lijken in deze nationalistische tijden klein. Een haalbaar alternatief zou volgens Molenaar een soort ‘raamwerkverdrag’ kunnen zijn onder de vlag van het VN-Zeerechtverdrag (UNCLOS), dat als een kapstok kan dienen om deelafspraken over scheepvaart, natuurbescherming of duurzame grondstofwinning aan op te hangen.
Het Noordpoolgebied zou, met relatief weinig, relatief rijke en stabiele landen en veel gezamenlijke problemen, het deel van de wereld kunnen zijn waar de internationale samenwerking bloeit. In de woorden van Gert Polet van WWF: ‘Als er ergens een blauwdruk van de wereldvrede te vinden is, dan hier.’