De ruim een eeuw oude prijs der prijzen wordt bedreigd door nieuwkomers. Ze zitten dichter op de actualiteit en leveren soms ook meer geld op. Heeft de Nobelprijs, die komende week weer in zes categorieën wordt uitgedeeld, zijn tijd gehad?
Drie miljoen dollar (ruim 2,7 miljoen euro). Dat bedrag deelden de onderzoekers die hadden meegewerkt aan het ontwikkelen van de eerste foto van een zwart gat toen ze begin september de Breakthrough Prize in Fundamental Physics wonnen. In totaal werd bij die prijzen 21,6 miljoen dollar (19,7 miljoen euro) verdeeld over verschillende terreinen, van wiskunde tot levenswetenschappen. Ter vergelijking: winnaars van de Nobelprijs mogen per categorie samen ongeveer 1 miljoen euro op hun bankrekening bijschrijven.
De Breakthrough is een jonge prijs, die pas sinds 2012 wordt uitgereikt – een jaar waarin de Nobelprijs al ruimschoots de honderd gepasseerd was. De jury bevat mediagenieke figuren zoals Facebook-opperhoofd Mark Zuckerberg en de Russische miljardair Yuri Milner. En hij wordt uitgereikt aan recent onderzoek van relatief jonge onderzoekers, waar de Nobelprijzen toch vaak gaan naar mannen met grijze haren.
De prijs werd in het geval van het zwarte gat bovendien uitgereikt aan 347 mensen die meewerkten aan het maken van de foto. Een logische keuze in een tijd van wetenschappelijke megaprojecten waaraan honderden en soms zelfs duizenden wetenschappers werken. De ontdekking van het higgsdeeltje in 2012, het sluitstuk van het standaardmodel van de deeltjesfysica, was een project waaraan duizenden experimentele natuurkundigen meewerkten. Toch ging in 2013 de Nobelprijs naar slechts twee mannen: Peter Higgs en François Englert, die tientallen jaren eerder het bestaan van het deeltje hadden voorspeld. Voor de rest was geen plek: Nobelprijzen mogen aan maximaal drie winnaars worden uitgereikt.
Ondanks dat soort bezwaren heeft de Nobelprijs vooralsnog weinig aan status ingeboet. Wie wint, krijgt niet alleen een geldbedrag en een gouden medaille met het gezicht van Nobel, maar is daarna de rest van zijn leven Nobelprijswinnaar. Je treedt toe tot een rijtje met grootheden als Albert Einstein, Marie Curie, Martin Luther King Jr., Nelson Mandela, Jean-Paul Sartre en Niels Bohr.
Oscarwinnaar
Je kunt de ondefinieerbare magie van de Nobelprijzen vergelijken met wat er gebeurt in de filmindustrie. Win als acteur of regisseur een Oscar en het is de rest van je leven onlosmakelijk met je persoon verbonden. Zelfs voormalig genomineerden zijn voor de buitenwacht voortaan met de prijs verbonden en worden aangeprezen als ‘Oscar-nominated’. Maar win een Golden Globe, toch ook geen kleine filmprijs, en dat effect blijft uit. Zelfs onder de prijzen kan er blijkbaar maar één de winnaar zijn.
Dat is vooral jammer voor al die vakgebieden die geen Nobelprijs kennen. In het exacte domein zijn er wel Nobelprijzen voor natuur- en scheikunde, maar bijvoorbeeld niet voor biologie of sterrenkunde. In plaats daarvan moeten onderzoekers in Nobelloze disciplines het doen met prijzen als de Fields Medal (wiskunde) of de Kavli Prize (sterrenkunde, nanotechnologie en neurowetenschap) – prijzen waarbij de trofee niet toevallig een gouden medaille is, mét gezicht. Die prijzen worden beschouwd als de Nobelprijs van hun vakgebied, zoals de Spinozapremie (2,5 miljoen euro), de hoogste wetenschappelijke eer van Nederland, in de wandelgangen wel de Nederlandse Nobelprijs wordt genoemd.
Het is misschien wel daarom dat die frisse Breakthrough Prize zichzelf nadrukkelijk anders in de markt probeert te zetten: als ‘Oscar van de wetenschap’. Wie eerlijk is, moet voorlopig echter concluderen dat er in de wetenschap maar één Oscar is. En dat is de Nobelprijs.
Wie gaan de Nobelprijzen winnen? Een vooruitblik
Geneeskunde: inzicht in bacteriën (uitreiking maandag 7 oktober)
Hij wordt ‘de vader van het microbioom’ genoemd, de Amerikaanse microbioloog Jeffrey Gordon. Die kolonie van bacteriën in onze darmen heeft grote invloed op onze gezondheid en Gordon is de pionier van dat onderzoeksveld. Zijn ontdekkingen hebben de weg geplaveid voor het inzicht dat darmbacteriën een rol spelen bij het ontstaan van tal van ziektes, dat de samenstelling van die bacteriepopulaties bepalen hoe we reageren op medicijnen en dat poeptransplantaties de mens soms van een ziekte kunnen genezen.
Natuurkunde: goochelen met licht (dinsdag 8 oktober)
Nadat vorig jaar eindelijk weer eens een vrouw de Nobelprijs voor de natuurkunde won, is het dit jaar misschien weer raak. Wij voorspellen namelijk winst voor de Deense natuurkundige Lene Hau (Harvard). In 2001 kreeg Hau het voor elkaar om licht – dat normaal met iets meer dan een miljard kilometer per uur door de ruimte racet – zodanig af te remmen dat het helemaal stilstond. Dat klinkt als een listige goocheltruc, maar blijkt razend handig voor de ontwikkeling van quantumcomputers: toekomstige rekenbeesten die gebruikmaken van maffe, tegendraadse natuurkunde.
Scheikunde: knippen en plakken met genen (woensdag 9 oktober)
“Dit moet dan toch eindelijk het jaar worden van Crispr-Cas, de scheikundige truc waarmee wetenschappers razendsnel, gemakkelijk en superprecies veranderingen in DNA kunnen aanbrengen. In de laboratoria is de techniek al jaren een sensatie: opeens kunnen onderzoekers met heel gewone spullen vooruitstrevende genetische manipulatie bedrijven in cellen en weefsels.”
Zo schreef de Volkskrant vorig jaar – en ook dit jaar geldt die voorspelling. Want de toepassingen zijn eindeloos: denk aan geprogrammeerde cellen die ziektes bestrijden, nieuwe gewassen en landbouwdieren of aan muggen die geen malaria meer doorgeven. De winnaars: Jennifer Doudna (VS) en Emmanuelle Charpentier (Frankrijk), die de techniek in microben ontwikkelden. En, vooruit, David Liu (VS), die de techniek aanscherpte voor toepassing op losse DNA-letters.
Literatuur: Japanse tovenaar (donderdag 10 oktober)
Vorig jaar werd de Nobelprijs voor Literatuur niet uitgereikt. De organisatie lag in puin, onder meer na schandalen rondom namen van winnaars die uitlekten via een jurylid (en haar man), om vervolgens geld mee te verdienen bij gokkantoren. Dit jaar worden er daarom twee winnaars gekozen. Gelukkig hoeven Philip Roth en Amos Oz niet meer mee te maken dat ze worden gepasseerd. Maar de Japanse tovenaar Haruki Murakami, al jaren favoriet, zou nu toch aan de beurt moeten komen – zijn beste werk heeft hij al gemaakt. Naast hem is de Canadese eminentie Margaret Atwood, die zo knap onheilspellend vooruit kan kijken, een fraaie winnaar.
Vrede: Zweedse klimaatstaker (vrijdag 11 oktober)
De Nobelprijs voor de Vrede zou dit jaar zomaar naar de 16-jarige Greta Thunberg kunnen gaan, het gezicht van de internationale klimaatbeweging. Een kwestie van momentum. De Zweedse legde met haar schoolstaking de basis voor de grootste klimaatacties ooit, kapittelde de verzamelde wereldleiders bij de Verenigde Naties en is de ideale tegenhanger van klimaatnihilist Trump, die ze in New York een fameuze boze blik gaf. Als Thunberg wint, is ze de jongste winnaar ooit. Ze kan de prijs alleen niet op 10 december in Stockholm in ontvangst nemen, want dan is ze op de VN-klimaattop in Chili, en vliegen doet ze natuurlijk niet.
Economie: goedkoop geld (maandag 14 oktober)
Natuurlijk zijn er meer aansprekende – vrouwelijke?! – economen die een Umwertung aller Werte voorstaan in hun wetenschap. Maar met een schuin oog op de behoudende smaak van de jury van de officieuze Nobelprijs voor de Economie schuiven wij Olivier Blanchard naar voren. De veelgeciteerde Fransman verwierf in de crisisjaren bekendheid als hoofdeconoom van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Toen tergde hij menig Europees leider met zijn waarschuwingen tegen al te roekeloos bezuinigen. Die boodschap herformuleerde hij begin dit jaar in een veelbesproken lezing voor de American Economic Association. Staar je niet blind op staatsschulden, stelt deze econoom van het goedkoop-geldtijdperk. De lage rente maakt alles anders.