'De horror gaat voort en wij blijven de ogen sluiten'
Ze speelt een oorlogsfotografe, zoekend naar balans. Ze zegt: 'Door deze film ben ik wijzer geworden over de situatie in Congo en Afghanistan. Het heeft me woedend gemaakt.' Wanneer Juliette Binoche over A Thousand Times Good Night praat, straks in de zalen, verheft ze de stem.
Ja, zegt Juliette Binoche, ze weet waarom ze actrice en geen oorlogsfotografe is. Ze neemt graag risico's, dat wel, en haar politieke en sociale betrokkenheid is groot, net als bij elke oorlogsfotograaf, maar veeleer verkiest ze de vertolking. Spelen is haar eerste taal, de kunstvorm die het soepelst voelt.
Toch kijkt Binoche na A Thousand Times Good Night, de film waarin ze de rol van oorlogsfotografe Rebecca vertolkt, anders naar het vak. "Helemaal anders." Je mag niet generaliseren, zegt ze, en ze begrijpt dat elke fotograaf een eigen aanpak heeft. Maar ze heeft geleerd dat de media vaak beknottend werken. "Les médias tronquent", zegt ze. "Men toont een halve reportage of plaatst de verkeerde beelden samen. Sommige uitgevers durven bovendien geen politieke keuzes maken. Dat was een revelatie voor mij. Maar wat mij nog het meeste is bijgebleven, zijn de familiale implicaties van de job. Je moet de volle steun en het volle vertrouwen van je gezin hebben, anders begint de oorlog pas wanneer je thuiskomt."
A Thousand Times Good Night start in Aghanistan. Rebecca fotografeert jonge lokale vrouwen die, zo leer je langzaam, rituele voorbereidingen op een zelfmoordaanslag treffen. Je ziet een vrouw, omgord door explosieven. Moeders die huilen. Een fotografe die het volledige verhaal wil vertellen en mee in de wagen richting aanslag stapt. Beelden schiet, te laat uitstapt, zwaargewond geraakt. "Waarom dit verhaal verteld moest worden? Omdat het over mensen gaat die hun leven riskeren en lang van huis weg zijn, enkel en alleen om andere mensen te tonen wat er in de wereld gebeurt."
Na hoofdrollen in films als Chocolat, The English Patient en de Trois couleurs-trilogie heeft Binoche de scripts voor het kiezen. Ze heeft een punt in haar carière bereikt, zegt ze, waar ze voorzichtig wil selecteren. De regisseur is belangrijk, maar ook de boodschap. Eerder weigerde ze een rol in de eerste Mission: Impossible-film en zei ze driemaal nee tegen Steven Spielberg. Voor Indiana Jones, Jurassic Park en Schindler's List. In haar filmografie spelen blockbusters en kleinere, onafhankelijke films haasje-over. Alleen al dit jaar: Godzilla, Clouds of Sils Maria, The 33, over de 33 Chileense mijnwerkers die 69 dagen onder de grond zaten in 2010.
Gevaarlijke passie
"Toen ik het scenario van A Thousand Times Good Night las, was ik meteen overtuigd. Het centrale thema van deze film is de dichotomie tussen de zekerheid van het gezin en de gevaren van een passie. Dat vond ik een zeer interessant gegeven."
De voorbereiding was intens, zegt Binoche. Ze heeft verschillende oorlogsfotografen ontmoet. "Om zeker te zijn dat alle details juist waren en dat de dialogen plausibel klonken." Het is, zegt ze, een beroep dat enorm aan het veranderen is. Dus wou ze vertrouwd zijn.
Ze noemt de namen Zoriah Miller, Lynsey Addario, Sidsel Wold en Marcus Bleasdale. Miller, een bekende Amerikaanse oorlogsfotograaf, was op de set en hielp Binoche met lichaamstaal en camerahandeling. Addario werkt voor The New York Times en National Geographic. Marcus Bleasdale is een Brit en vriend van Erik Poppe, de Noorse regisseur van A Thousand Times Good Night. Het zijn zijn foto's die je in de film ziet. Het is ook hij die in The Daily Telegraph zei: "Juliette is erg leergierig en bedachtzaam over de mensen en plekken die ze wil neerzetten."
Zelf zegt Binoche: "Als ik speel, heb ik nood aan echte vergelijkingspunten. In mijn ogen zijn acteurs katalysators van informatie, net zoals onderzoekers of journalisten. Vooraleer een oorlogsfotograaf op pad gaat, informeert hij zich over de plek waar hij naartoe reist. Wel, dat moet een acteur volgens mij ook altijd doen. Je moet klaar zijn om je onderwerp van binnenuit te benaderen."
Haar personage heet Rebecca. Een bezielde vrouw op een splitsing in haar bestaan. De kinderen klagen, de man mort, over de toekomst hangt een sluier van twijfel. Dan kan je denken: zoekt Binoche personages waarin ze zichzelf herkent? "Alle personages die ik speel, probeer ik naar mijn hand te zetten. Ik geef altijd alles, binnen de grenzen van de specifieke situatie. Bij elk personage zoek ik naar verbanden met mijn eigen leven, telkens probeer ik me in te beelden hoe zij in het leven staat, hoe zij over de dingen nadenkt."
Rebecca is zoekend. En Binoche? "Zodra iemand een grote passie heeft, is hij volgens mij altijd zoekend. Je zoekt altijd naar het juiste evenwicht tussen je passie en je familie. Het is een voortdurende va-et-vient van emoties. Maar je mag van geluk spreken als je die passie hebt gevonden, dat besef ik maar al te goed. Zelfs wanneer die passie je naar gevaarlijke plekken leidt en zich op de grens van leven en dood afspeelt, zoals bij Rebecca. Zelf heb ik met acteren een passie gevonden die me omhoogtrekt. Daar ben ik heel dankbaar voor. Ik kan goed begrijpen dat mijn kinderen soms dezelfde frustraties hebben of hadden als die van Rebecca, maar dat heeft hen niet belet om op een gezonde manier op te groeien. Het is zoeken naar een evenwicht, soms gaat dat goed en soms wat minder. Zo is het leven nu eenmaal."
Wat heeft ze dankzij deze film over zichzelf geleerd? "Helemaal niets. (lacht) Nee, elke rol is voor mij een soort van zoektocht naar mezelf. Deze dus ook. Met die nuance dat een film mij niet echt iets leert, hij legt vooral dingen bloot. Wel ben ik wijzer geworden over wat er in Afghanistan en Congo allemaal aan het gebeuren is, en dat heeft mij vaak woedend gemaakt. Hoe vrouwen behandeld worden bijvoorbeeld. Ze worden vernederd, geslagen, verkracht, gedwongen zichzelf op te blazen. Dat is compleet onverdraagbaar. In Congo is er dan weer het verhaal van coltan, het erts dat in elke gsm en iPhone zit maar op vreselijke wijze uit de grond wordt gehaald. Door een soort van slavernij in de mijnen, met de goedkeuring van de overheid. Dat is ongelooflijk. De horror gaat gewoon voort en wij blijven de ogen sluiten."
Van Binoche is haar rechtvaardigheidsgevoel bekend. Ze is betrokken bij Reporters Zonder Grenzen, een ngo die strijdt voor vrijheid van informatie en tegen de opsluiting en intimidatie van journalisten overal ter wereld. Ze steunt liefdadigheidsorganisaties in Cambodja en Iran.
Ook nu zegt ze dat films als A Thousand Times Good Night noodzakelijk zijn om mensen wakker te schudden. Ze hoopt dat kijkers het conflict beter zullen begrijpen en wie weet zelfs aan een boycot zullen denken. "Ik begrijp best dat veel mensen tegenwoordig een gsm nodig hebben maar als je weet hoe die gsm is gemaakt, dan moeten we met zijn allen toch gaan nadenken hoe we het anders kunnen doen?"
A Thousand Times Good Night loopt vanaf 30 juli in de Belgische zalen.
Binoche meets Ivo van Hove
In 2008 spendeerde Juliette Binoche vier maanden om samen met de bekende Britse danser Akram Khan de voorstelling IN-I te maken. Straks begint Binoche aan een project met Ivo van Hove, de Belgische directeur van Toneelgroep Amsterdam. Samen maken ze de voorstelling Antigone. "We gaan samenwerken in Londen en daarna een internationale tournee opzetten. Gedurende zes maanden zullen we in niet weinig steden spelen. Ik kijk er echt naar uit om een Griekse tekst te spelen, het is verbluffend dat het nog steeds mogelijk en levendig is. De boodschap van het stuk is erg hedendaags. Om de wet, de menselijkheid en de positie van de vrouw erop vooruit te doen gaan, heb je personen nodig die risico's nemen."
Oorlogsfotografie in film: meestal een voltreffer
A Thousand Times Good Night is lang niet de eerste film waarin oorlogsfotografie de hoofd- dan wel bijrol vertolkt.
Altiplano
(2009, Peter Brosens en Jessica Woodworth)
"We willen sterke maatschappelijke verhalen brengen, maar dan wel met een poëtische beeldtaal waarin verwondering als universeel oergevoel centraal staat", zei Peter Brosens in Humo over Altiplano, een prachtige film over een dorpje in de Peruviaanse hoogvlakte, waar een kwikvergiftiging slachtoffers onder de lokale bevolking maakt. Een van de hoofdpersonages is oorlogsfotografe Grace, die naar het dorp afzakt, rouwend om haar Belgische echtgenoot. Een parel van een film.
The Bang Bang Club
(2010, Steven Silver)
Vier jonge fotografen leggen de laatste dagen van de Zuid-Afrikaanse apartheid vast. Greg Marinovich, Kevin Carter, Ken Oosterbroek en Joao Silva. Ongeschonden komen ze niet uit de opdracht. Waargebeurd en confronterend.
Apocalypse Now
(1979, Francis Ford Coppola)
De discussie of 'The Redux' beter is dan de ingekorte versie gaan we hier niet voeren. Wel is zeker dat Dennis Hopper in de film het oerbeeld van de Amerikaanse fotojournalist heeft neergezet. Wat een krachtig personage. Hopper baseerde zich op tal van Amerikaanse fotojournalisten die in de jaren zeventig in Vietnam, Laos en Cambodja werkten, Sean Flynn onder meer. Een naam heeft hij niet, een losgeslagen geest des te meer.
Cidade de deus
(2002, Fernando Meirelles)
De film legt op pijnlijke en tegelijk aanlokkelijke want kleurrijke manier de realiteit in de sloppenwijken van Rio de Janeiro bloot. Er wordt gesnoven, geneukt, geschoten, gemoord. Buscapé wil niets liever dan uit deze buurt weg. Fotograferend kijkt hij naar de dingend, klikkend baant hij zich een weg richting beter leven. Een van de sterkste films van zijn decennium.