De hoop van Anderlecht op debank
Romelu Lukaku mag dan al de grote belofte van het Belgische voetbal zijn, hij blijft ook gewoon een jongen van zeventien die probeert zijn middelbare school af te maken en een mening heeft over wat er rondom hem gebeurt. In De school van Lukaku spreken hij en zijn klasgenoten vrijuit over wat hen bezighoudt en, uiteraard, een beetje over voetbal.
Woestijnvis volgde een jaar lang het leven in de school van voetballer Romelu Lukaku
De school van Lukaku werd opgenomen op het Sint-Guido-Instituut, een Nederlandstalige multiculturele school in Anderlecht. Naast Lukaku lopen er nog andere voetbaltalenten van RSC Anderlecht rond. De school heeft voor hen samen met de club een flexibel programma uitgestippeld.
Het lot was de makers van De school van Lukaku gunstig gezegd. Toen ze vorig jaar voor het eerst naar het Sint-Guido-Instituut in Anderlecht afzakten, had nog bijna geen kat van Romelu Lukaku gehoord. “Ze hadden ons wel gezegd dat er een goede voetballer rondliep die wellicht naar de eerste ploeg van Anderlecht zou doorstoten, maar dat het zo snel zou gaan en Romelu een ster zou worden, konden we niet voorspellen”, zegt Mikhaël Cops van Woestijnvis. Mede daardoor zag Anderlecht er geen graten in dat de camera’s Lukaku ook thuis en op de club volgden, iets wat nu niet meer zou mogen. Maar door zijn razendsnelle ontwikkeling bleek de zeventienjarige Lukaku wel de ideale persoon om de reeks aan op te hangen.
Toch is De school van Lukaku geen portret van een tiener die het in een jaar tijd tot vedette schopt. Woestijnvis wilde in de eerste plaats een reeks maken over hoe jongeren opgroeien in Brussel. “We speelden al jaren met het idee om iets te doen met een multiculturele school in Brussel”, zegt Annick Bongers van Woestijnvis. “Toen Anderlecht naar ons toe stapte met de vraag of we niets konden doen met hun ‘Purple Talents’-project, was de link met het Sint-Guido-Instituut snel gelegd.”
Met zijn Purple Talents geeft Anderlecht de grootste talenten de kans om school en topsport te combineren. De club werkt daarvoor samen met verschillende scholen in het Brusselse die hen een flexibel studieprogramma en een persoonlijke begeleider geven.
De voetballers waren het glijmiddel om Brusselse jongeren tussen 15 en 18 jaar aan het woord te laten, tieners met allemaal een verschillende achtergrond. Het Sint-Guido-Instituut heeft immers leerlingen uit meer dan 75 landen. “We willen hun leven belichten vanuit hun standpunt, kijken waar ze zelf mee bezig zijn”, legt Mikhaël Cops uit. In tien thematische afleveringen spreken ze over onder meer liefde, seksualiteit, religie en criminaliteit. De Woestijnvissers volgden hen op school, waar de lessen vaak aanleiding gaven tot discussies, maar trokken ook met enkelen mee naar huis om te tonen hoe er bij hen thuis geleefd wordt.
De eerste aflevering laat de tieners spreken over hoe het is om in Brussel te leven en hoe ze met elkaar omgaan. De scholieren nemen daarbij geen blad voor de mond en sparen elkaar niet, bijvoorbeeld als het gaat over de reputatie van de Marokkanen en de rellen die vorig jaar in Anderlecht plaatsvonden. Maar door de manier waarop ze erover spreken, niet gespeend van de nodige humor en zelfrelativering, krijgt de kijker een mooi en boeiend beeld van de jongeren die zo vaak als een verloren generatie bestempeld worden. “Ik ben ook wel optimist”, zegt Mikhaël Cops. “Ze zijn misschien wat conservatiever dan wij vroeger waren, en ook harder, maar ze praten ook veel opener over allerlei zaken dan wij.”
Bovendien krijg je ook een andere kijk op Anderlecht en het leven in een Brusselse school, zaken die met een negatief imago kampen. “Men vroeg me vaak waarom ik hier liet filmen”, zegt Piet Vandermot, de directeur van het Sint-Guido-Instituut. “Maar waarom zou ik dat niet toelaten? Er wordt zoveel verteld over Brussel en over de Nederlandstalige scholen hier. Laten we nu de mensen eens tonen wat het is en of die verhalen kloppen. Ik heb ondertussen al vier afleveringen gezien en ik ben meer dan ooit fier directeur van deze school te zijn.”
Ook de leerlingen die al de eerste aflevering zagen, zijn best te spreken over het resultaat. Al moest de in Bosnië geboren Nerma wel even schrikken toen ze zichzelf hoorde zeggen dat de Marokkanen geen goede reputatie hebben. “Ik dacht dat mijn uitspraken minder extreem zouden zijn, maar ik meende het wel.” Net als Romelu Lukaku zelf, die er volgende week aan zijn laatste jaar begint. Mede omdat Anderlecht hem tot nu toe goed afschermde van de media en hij nog niet platgeïnterviewd is, zie je ook nog eens een voetballer die niet alleen in clichés spreekt. “Ik lette wel op wat ik zei, maar ik meende het allemaal als ik mijn mening over iets gaf voor de camera.”
Hoewel hij de media-aandacht ondertussen gewoon is, was het voor hem ook niet altijd makkelijk om een van de hoofdfiguren in een tv-reeks te worden. “Vooral in het begin had ik het daar moeilijk mee, maar geleidelijk aan verbeterde dat wel. Bovendien had ik ook een goede band met de cameraploeg. Als ik me minder voelde en vroeg om niet te filmen, deden ze dat ook niet.”