NieuwsOnderzoek
De helft van de bevolking snurkt, maar toch gaat er weinig aandacht naar
De helft van de bevolking snurkt, maar toch gaat er weinig aandacht naar. Ten onrechte, zegt Miche De Meyer, die er een doctoraat over schreef. Volgens haar zet het druk op de gezondheid van de snurker én op zijn relatie.
Naar schatting de helft van de volwassen bevolking wereldwijd snurkt in min of meerdere mate. Bij die onderbrekingen van de ademhaling kunnen gezondheidsrisico’s horen zoals hartaandoeningen, obesitas of gewoon vermoeidheid en concentratieproblemen. Volgens De Meyer (UZ Brussel/AZ Jan Palfijn) die aan de VUB een doctoraat heeft gemaakt over snurken, wordt het probleem onderschat. Ook al veroorzaakt het behoorlijk wat hinder.
“Een gemiddelde snurker gaat makkelijk boven de 35 decibel en bij waarden van 55 decibel is er sprake van serieuze geluidsoverlast”, zegt de onderzoekster. “Niet voor de snurker welteverstaan, maar voor de persoon die er het bed mee deelt.” Bedpartners grijpen daarom vaak naar slaapmiddelen of trekken naar een andere kamer, met alle kwalijke gevolgen voor de relatie of voor de eigen gezondheid.
Mondapparaat
Demeyer vraagt zich daarom af waarom snurken in de eerstelijnszorg zo weinig aandacht krijgt. De medische wetenschap moet ook minder tolerant zijn voor het fenomeen. “Internationaal geldt dat snurkers die vijftien apneus of ademstoppen per nacht doen, een problematische vorm van snurken vertonen”, zegt Demeyer. “Eigenlijk moet die norm naar beneden, tot vijf apneus of minder.”
Een mondapparaat is volgens haar effectief in het verminderen van apneus, maar er is meer onderzoek nodig naar het effect ervan op snurken. “Bovendien moet er meer moeite worden gedaan om snurken bespreekbaar te maken”, zegt De Meyer. “De bedpartner moet ook van meet af aan betrokken worden bij het oplossen van het probleem.”