Zaterdag 03/06/2023

AchtergrondSpanje

De grootste sloppenwijk van Europa ligt in Spanje: ‘In Brussel waren ze verbaasd dat hier meer dan duizend kinderen wonen’

Sector 4 in Cañada Real, een 15 kilometer lange sloppenwijk aan de rand van Madrid, met nieuwbouwwijken er vlak tegenaan. Beeld Eline van Nes
Sector 4 in Cañada Real, een 15 kilometer lange sloppenwijk aan de rand van Madrid, met nieuwbouwwijken er vlak tegenaan.Beeld Eline van Nes

Europa zet Spanje onder druk om met een oplossing te komen voor de sloppenwijk Cañada Real, waar duizenden mensen zonder stroomaansluiting leven. Het is niet de enige plek in Spanje waar mensen geregeld afgesloten worden van stroom.

Jurriaan van Eerten

Een piramide. Dat is niet wat je hier als eerste verwacht. Maar voor kunstenaar Miguel Martin Nombola is het heel normaal een zelfgebouwde piramide in zijn achtertuin te hebben. Als je het vriendelijk vraagt, mag je er zelfs even binnen kijken – waar Nombola met een zaklantaarn de muurtekeningen in Egyptische stijl toont, en vertelt hoe de energie hier straalt. Het is iets wat wij mensen niet voelen, maar de insecten wel, zegt hij. Daarom komt hij hier ook nooit een spinnetje tegen.

Nombola ratelt zoals hij bij de groepen schoolkinderen doet. Het is een project dat hij is aangegaan om de andere kant van Cañada Real te laten zien: dat hier in deze Spaanse sloppenwijk échte mensen leven, die zo hun eigen verhaal hebben. De zachtaardige kunstenaar – die dit huis overnam van zijn vader, die hier op zijn beurt eind jaren zeventig kwam wonen – vindt dat belangrijk, juist omdat er zoveel slechte verhalen rondgaan over ‘La Cañada’. Drugs en criminaliteit, daaraan denken de meeste Madrilenen gelijk. “Als ik toevallig een gesprek opvang in een winkel in de buurt, dan gaat het alleen maar over diefstal. Waarvan altijd de mensen uit La Cañada de schuld krijgen.”

De 70-jarige Nombola is een bron van verhalen, het ene fantastischer dan het andere. Maar als hij over de sloppenwijk praat – met achtduizend bewoners de grootste van Europa – is de kunstenaar ineens opmerkelijk praktisch. Hij vertelt hoe de omliggende gemeentes in eerste instantie stappen maakten de wijk in zich op te nemen, maar hoe daar in de laatste jaren verandering in is gekomen. “Pesterijtjes”, noemt Nombola het: buren die zakken afval de wijk in gooien, gemeentes die ineens doen alsof de huizen niet bestaan na jaren vastgoedbelasting geïnd te hebben. En dan die laatste grote pesterij: het constant afsluiten van de elektriciteit sinds de winter van 2020-’21, waardoor de bewoners nooit weten wanneer ze stroom hebben. “Allemaal bedoeld om ons hier weg te jagen. Maar het is onrecht, en dat is precies waar ik niet tegen kan.”

De stoppenkast bij de 70-jarige kunstenaar Miguel Martin Nombola thuis. Beeld Eline van Nes
De stoppenkast bij de 70-jarige kunstenaar Miguel Martin Nombola thuis.Beeld Eline van Nes

Op en neer

Lopend over de weg langs de zelfgebouwde huizen, groet Nombela links en rechts buren. Het overgrote deel van de bewoners zijn Marokkaanse migranten en Roma-families. Zoals in België mensen over het weer praten, gaat het hier over de stroomaansluiting. Ja, gisteren was er tot één uur elektriciteit, daarna verdween het weer, zegt een langharige buurman. De laatste tijd gaat het wel heel erg op en neer, zegt iemand agressief vanuit een auto. De 52-jarige Ali Achmed staat in bidgewaad voor zijn deur, hij vertelt in gebrekkig Spaans dat hij hier vijftien jaar terug naartoe verhuisde om dichter bij zijn werk in de bouw te zijn. Hij heeft een appartement in Toledo, maar in die stad kon hij geen werk vinden.

“Toen ze me het hier verkochten, wist ik dat het niet officieel was. Maar ik dacht dat ze toch nooit mensen weg zouden sturen.” Nombola legt uit dat toen Achmed kwam de gemeente nog niet optrad, waardoor hij zijn huis kon bouwen. Nu voorkomen ze dat de nederzetting groter wordt door iedere poging tot nieuwbouw in de kiem te smoren – bij de eerste bakstenen gaat gelijk een bulldozer eroverheen.

Terwijl we een bult opklimmen vanwaar je uitzicht hebt over de langgerekte sloppenwijk, zegt Nombola dat hij het niet eens is met de argumentatie van energiebedrijf Naturgy. Zij zeggen de stekker eruit te trekken vanwege wietplantages. Ja, er zijn drugs, dat is algemeen bekend, maar dat betekent niet dat je duizenden bewoners in de steek moet laten, vindt de kunstenaar. Wijzend op de flatgebouwen van de Madrileense voorstad Rivas, die strak tot aan de sloppenwijk staan, zegt hij dat die bebouwing de eigenlijke reden is. “Dat verhaal over drugsplantages is een excuus, ze willen hier gewoon bouwen.”

Vanaf hier zie je goed hoe de wijk is gevormd, in een langgerekte strip langs een pad – cañada betekent geul. Origineel was dit een pad voor de verplaatsing van vee, waarlangs kleine moestuintjes ontstonden waarop schuurtjes voor gereedschap gebouwd mochten worden. Na de burgeroorlog trokken hier migranten naartoe vanuit Andalusië en Catalonië voor werk. Vooral vanaf de jaren zestig groeide dat over een lengte van 15 kilometer uit van schuurtjes tot een soort lintdorp. Er zijn verschillende pogingen gedaan het geheel te integreren – er is asfalt gelegd, er zijn stroomaansluitingen gemaakt – maar door onenigheid tussen instanties is het volledige integratieplan nooit getekend.

Sommige families hebben inmiddels zonnepanelen kunnen kopen, waardoor ze licht hebben in huis. Beeld Eline van Nes
Sommige families hebben inmiddels zonnepanelen kunnen kopen, waardoor ze licht hebben in huis.Beeld Eline van Nes

Inventief

Door de situatie zijn veel bewoners inventief geworden. Op veel daken liggen zonnepanelen, achter muren klinkt het gebrom van een generator – om de thuisbatterijen bij te vullen tijdens deze bewolkte dagen. De sloppenwijk is opgedeeld in sectoren: van de vrijwel volledig in de omliggende gemeentes opgenomen eerste sectoren, tot de meest kwetsbare delen van sector vijf en zes. Ongeveer de helft van de bewoners zit in die laatste twee stukken sloppenwijk zonder vaste toevoer van stroom.

Intussen zijn ook internationaal de ogen gericht op Cañada Real. De Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties is bezorgd over mensenrechten in de sloppenwijk, het Europees Comité voor sociale rechten heeft een deadline gesteld: vandaag moet er een Spaans plan liggen om de bewoners ofwel weer elektriciteit en verwarming te geven, of een goed alternatief te bieden.

Een delegatie onder leiding van de Marokkaanse bewoonster Houda Akrikez reisde afgelopen maand op verzoek van twee Europarlementariërs af naar Brussel, om daarmee de druk te verhogen. Zelf vertelt ze daar tijdens een suikerige thee graag over: hoe iedereen naar haar luisterde. “Ze waren allemaal zo verbaasd dat deze plek kan bestaan. In Europa”, vertelt Akrikez. “En dat hier dan meer dan duizend kinderen wonen, van wie sommigen bij kaarslicht moeten studeren.”

De snel gestegen energieprijzen treffen veel Spanjaarden. Volgens organisatie APE (Aliança contra la Pobresa Energètica – Alliantie tegen energiearmoede) leefde voor die prijsstijging al ruim een op de tien Spanjaarden in energiearmoede, waardoor zij geregeld de verwarming lager zetten of uitlaten. Een paar tientallen euro’s erbij op de energierekening kan voor veel mensen de druppel zijn. Daarom pleit APE ervoor dat water en energietoevoer voor ieder huishouden verzekerd zijn, of ze het kunnen betalen of niet.

Een belangrijke wet die zij in 2015 mede erdoor kregen, zorgt dat mensen beschermd worden tegen afsluiten. Daarin wordt het energiebedrijven verboden mensen af te sluiten – een maatregel die volgde op een aantal problematische winters waarin talloze families afgesloten werden. Rond diezelfde periode waarschuwde de brandweer dat het merendeel van de woningbranden wordt veroorzaakt doordat mensen bijvoorbeeld hout gebruiken omdat ze de gasrekening niet kunnen betalen. Toch wordt op veel plekken nog steeds de stroom afgesloten, in Cañada Real volgens het energiebedrijf omdat door overbelasting het netwerk er uitvalt.

Voor het slapengaan steekt Houda Akrikez Essaty nog even het gaskacheltje in de gang aan om de slaapkamers van wat warmte voorzien. Beeld Eline van Nes
Voor het slapengaan steekt Houda Akrikez Essaty nog even het gaskacheltje in de gang aan om de slaapkamers van wat warmte voorzien.Beeld Eline van Nes

Houtstook

Op bezoek bij de bewoners merk je dat houtstook dé manier is om warm te blijven. Iedereen heeft wel een houtkachel of een kachel op butaangas. Overal kringelen rookpluimpjes tussen de bebouwing omhoog. En dan heeft de echte winterkou – ook Madrid kent winters met sneeuw en nachtvorst – nog niet eens ingezet. Een stuk verderop langs de weg, in de iets meer geformaliseerde sector vier, geven twee vrouwen eten aan katten die hun nestje hebben onder pallets met zeil. Hun auto op stationair stoot een ademwolkje uit.

De 56-jarige Nieves Santos Jimenez beklaagt zich over de nieuwkomers, voornamelijk Noord-Afrikaanse migranten. “Ik heb jarenlang vastgoedbelasting betaald, het zag ernaar uit dat de gemeentes ons zouden opnemen”, verzucht ze. “Maar toen kwamen er nieuwe bewoners, die overal maar bouwden. Ze vinden dit lekker gratis wonen, en sommige verhuren hun woningen ook weer onder. De drugs en criminaliteit geven het hele gebied een slechte naam. Je ziet ze met dikke auto’s rondrijden.”

Haar vriendin knikt. Zij woont hier niet, maar tegenwoordig is ze bang bij Jimenez langs te komen. Door de overlast begonnen de gemeentes zich terug te trekken uit het formaliseringsproces, zo legt Jimenez uit. Vanaf 2010 hielden ze ineens op met het innen van de vastgoedbelasting. Daarna begon het afsluiten van de elektriciteit. Terwijl links en rechts mensen argwanend komen kijken met wie er gesproken is, beginnen de vrouwen hun spullen te pakken. “Het is hier niet prettig meer. Het contact tussen de buren is slecht geworden”, zegt Jimenez.

Afgelopen maanden lijkt er iets te kantelen voor de duizenden bewoners: toenemende internationale aandacht, interesse vanuit Europa. “Eindelijk zijn er deuren open”, zegt theatermaakster Raquel Alarcón, die het stuk 400 días sin luz (‘400 dagen zonder licht’) maakte over de sloppenwijk – waarbij de karakters zijn gebaseerd op bewoners. Over de telefoon vertelt Alarcón dat ze niet gelooft dat één theaterwerk een verschil kan maken, maar dat ze hoopt dat ze op klein niveau invloed heeft.

“Toen we hadden besloten iets met de Cañada te gaan doen, was ik er zelf ook nooit geweest”, vertelt ze. “Ik kende het van de verhalen uit de krant, de negatieve berichten dat het de drugsmarkt van Madrid is. Maar toen we mensen leerden kennen, zag ik dat het natuurlijk vooral om families ging.” 400 días sin luz draaide zes weken lang in een zaal voor ongeveer honderdvijftig toeschouwers, en werd goed ontvangen in de lokale media.

Stap terug

Een van de personages in het toneelstuk is gebaseerd op sociaal werkster Susana Gomacho, die jarenlang naar de wijk trok om de bewoners te helpen. Over de telefoon vertelt ze dat ze ervan baalde te zien hoe de families rechten hadden opgebouwd, die hen van de ene dag op de andere werden afgenomen. Iedere keer wanneer er nieuwe politici aantraden, werden afspraken geschonden en ging alles weer een stap terug.

Intussen is Gomacho opgehouden naar La Cañada te komen. Ze houdt zich nu bezig met mensen die in extreme armoede leven in de zuidelijke Madrileense wijk Carabanchel. “Er zijn heel veel plekken als La Cañada in Spanje, door het hele land”, verzucht ze. “Het is telkens hetzelfde verhaal: mensen in kwetsbare sociale posities zoals Roma of migranten. Omdat er drugs worden geteeld wordt de complete wijk afgesloten, waardoor tientallen of honderden families in de problemen komen. En altijd ligt die wijk toevallig net daar waar een stad wil uitbreiden.”

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234