InterviewBroer van slachtoffer
De glazenwasser die jarenlang een onwaarschijnlijk dubbelleven leidde, staat terecht voor vier moorden
Een vermoedelijke seriemoordenaar uit Deurne werd in 2018 ontmaskerd dankzij DNA-onderzoek. Eind januari zal glazenwasser Stephaan D.L. (57) zich moeten verantwoorden voor vier moorden uit de jaren 90, waaronder die op Ariane Mazijn. Voor haar broer hoeft zo’n assisenproces niet. ‘Er is minstens één grote fout gebeurd in het onderzoek.’
Begin volgend jaar start een opmerkelijk assisenproces in Antwerpen waarvoor vandaag, woensdag, de getuigenlijst wordt samengesteld. Glazenwasser Stephaan D.L. (57) die jarenlang een onwaarschijnlijk dubbelleven leidde, zal zich moeten verantwoorden voor vier moorden uit de jaren 90.
Zijn gruwelijke geheim kwam aan het licht dankzij DNA-onderzoek. Nadat D.L. veroordeeld werd voor een poging tot diefstal bij zijn ex-werkgever, een tamelijk banale inbraak in 2011, moest hij in 2015 een DNA-staal afstaan. Dat matchte met DNA op het elektriciteitssnoer waarmee Ariane Mazijn in 1992 werd gewurgd.
Stephaan D.L. zat in de gevangenis toen de speurders in september 2019 nog een match vonden in een andere cold case. Eve Poppe (38) werd op 9 september 1997 dood aangetroffen in haar appartement in de Antwerpse wijk Luchtbal. Ook zij bleek gewurgd met een touw en had verschillende messteken in de borststreek, maar een dader werd nooit gevonden.
D.L. bekende tijdens zijn verhoor de moorden op Mazijn en Poppe en biechtte spontaan nog twee andere moorden op: op Lutgarda Bogaerts (28) in 1993 en Maria Van den Reeck (46) in 1994. Ook zij werden gewurgd. “Ik ben ervan overtuigd dat D.L nog meer moorden op zijn kerfstok heeft”, zegt Glenn Mazijn, de jongere broer van Ariane Mazijn. “Het kan toch bijna niet dat hij na die laatste moord ineens gestopt is?”
Zesentwintig jaar na haar dood kwam er opheldering over de moord op uw zus. Hoe was dat voor u?
Glenn Mazijn: “Toen het telefoontje kwam van slachtofferhulp dat er een DNA-match gevonden was, zat alles netjes opgeborgen in een doosje in mijn hoofd. Ik zag er heel erg tegenop dat dat doosje weer zou opengaan, en dat al die pijn en het verdriet weer zouden worden opgerakeld.”
Was u niet opgelucht dat de dader eindelijk gevat was?
“Aanvankelijk vond ik het onverdraaglijk dat de dader nog vrij rondliep, maar na al die jaren heb ik daarmee leren leven. Voor mijn ouders was dat anders: zij zijn gestorven van verdriet. In 1992 hebben ze een knak gekregen die ze nooit te boven zijn gekomen.
“Ariane was het derde kind dat ze kwijt raakten. Wij waren met vieren thuis. Mijn oudste broer Patrick is gestorven aan een ziekte toen hij anderhalf was. Daarna kwam Ariane in 1962. Een jaar later volgde Anja, die aan dezelfde ziekte overleed als Patrick. Ik ben de jongste. Mijn jeugd werd getekend door confrontaties met mijn vader. Nu ik ouder ben, begrijp ik beter waar dat vandaan kwam, maar destijds verliep het samenleven zo moeilijk dat ik al op heel jonge leeftijd de deur thuis heb dichtgetrokken.
“In 1992 had ik hen al drie jaar niet gezien. Toen mijn moeder me belde dat Ariane vermoord was, ben ik door een heel donkere periode gegaan. Het contact met mijn ouders raakte wel hersteld, maar het bleef een knipperlichtrelatie. Zij leefden enkel nog voor die zaak. Ik probeerde om hen te motiveren om nog iets te maken van hun leven. Maar ze zaten zo in hun cocon, thuis onder elkaar waren ze met niets anders bezig dan met de moord op Ariane. In 2005 zijn ze allebei kort na elkaar gestorven. Ik heb geprobeerd mijn leven weer op te pikken. Ik mis mijn ouders en Ariane nog wel, maar ik zat niet meer constant te bikkelen wie haar dat had aangedaan.”
Hoe ging u om met dat verlies?
“Aanvankelijk niet goed. Ik sloot iedereen buiten. Op aangeven van mijn werkgever ben ik eind jaren 90 hulp gaan zoeken bij een psychiater. De laatste keer dat ik geweest ben, was in 2019. Dat was de belangrijkste keer: door ouder te worden heb je minder gêne. Vandaag ben ik als mens veel opener dan dertig jaar geleden.”
Wie was Ariane?
“Een harde werkster. Ze woonde in het appartement aan de Mechelsesteenweg waar ze ook conciërge was. Ze moest er poetsen, het vuilnis buitenzetten. Daarnaast deed ze haar pedicure en werkte ze in de fitnessclub, waar ze zelf ook trainde. Ariane genoot van het leven. Dat hebben we gemeen. Ze ging graag uit, maakte graag plezier.
“Mijn zus had een paar moeilijke relaties achter de rug voor ze Joël had leren kennen tijdens een concert. Hij was veertien jaar ouder. Ariane was dertig toen ze stierf. Voor haar was dat een cruciale leeftijd. Ze wilde echt dat deze relatie zou lukken. Dat schreef ze ook in haar dagboek.”
Welke herinnering aan haar koestert u?
“Hoewel het contact later minder is geworden, vertelden wij de cruciale dingen altijd tegen elkaar. Ariane was een paar jaar ouder dan mij, maar ze nam me altijd in vertrouwen. Over haar vriendjes, over wat haar bezighield. Wij hadden een goede band.”
Had u een theorie wie de moord gepleegd had?
“Ik heb net als mijn ouders lang geloofd dat haar toenmalige vriend Ariane had vermoord. Dat heeft te maken met het dagboek van Ariane waarin bepaalde zaken stonden waar ik uit respect voor Ariane niet op wil ingaan. Mijn vader is altijd overtuigd gebleven dat hij het was. Ook nadat het gerecht die piste al had losgelaten, is hij hem brieven blijven schrijven. Dat heb ik ontdekt toen ik na de dood van mijn ouders het appartement heb leeggemaakt.”
Had de moordenaar van Ariane eerder gevat kunnen worden?
“Vandaag worden veel moordzaken opgelost door telefonieonderzoek, maar 1992 was een totaal andere tijd. Er waren nog geen gsm’s. Dit had de perfecte moord kunnen zijn. Als D. L. die diefstal niet had gepleegd en zijn DNA niet had moeten afstaan, had hij zijn geheim waarschijnlijk meegenomen in zijn graf.
“Toch is er minstens één grote fout gebeurd in het onderzoek. Kort na de feiten vertrok de onderzoeksrechter met vakantie, waardoor die twee of drie weken niet meer te bereiken was en het hele onderzoek werd stilgelegd. Daardoor is er veel tijd verloren gegaan. Voor de speurders was dat heel frustrerend. Maar ook voor mijn ouders. Mijn moeder had een heel nauw contact met Ariane toen ze stierf. Zij had in het appartement misschien iets kunnen opmerken dat had kunnen leiden naar de dader. Maar wat gebeurd is, is gebeurd.”
Verwijt u het gerecht iets?
“In het begin wel, maar met de jaren die verstrijken, verdwijnt dat gevoel. Het heeft geen zin om boos te blijven. Hadden de andere slachtoffers vermeden kunnen worden? Misschien wel, maar het is geen zekerheid. Zoals het Antwerpse spreekwoord zegt: als mijn tante een snor had, dan was het mijn nonkel.
“Men heeft gewerkt met de mogelijkheden die er toen waren. Ariane was een sportieve vrouw die haar mannetje kon staan en zich kon verdedigen. Omdat haar verwondingen zo ernstig waren, dachten de speurders dat ze de dader moest hebben gekend. Er werd vooral in haar directe omgeving gezocht. Ik herinner me ook dat als een van de eerste onderzoeksdaden alle mannen werden ondervraagd die in het gebouw hadden gewerkt als onderaannemer. D.L. was daar niet bij, allicht omdat hij bij de buren de ruiten kuiste. Het is zuur om dertig jaar na de feiten te weten te komen dat het de glazenwasser is geweest. Maar brengt het mijn zus terug? Nee.”
De moord op Julie Van Espen raakte bij u een gevoelige snaar. Waarom?
“Ariane is net als Julie vermoord door een man die eerder voor zedenfeiten was veroordeeld. Dat is iets waar ik me heel erg in kan opwinden. Ik vind het ongelooflijk dat mensen die opgepakt zijn voor verkrachting, zo snel opnieuw vrij rondlopen. Wie zijn tweede kans ook nog eens verprutst, moeten we strenger aanpakken. Anders zullen dergelijke drama’s opnieuw gebeuren.”
DNA-onderzoek is de sleutel gebleken om D.L. te vatten. Zouden de DNA-databanken moeten worden uitgebreid?
“Absoluut. Waarom zouden we niet bij de geboorte DNA afnemen bij baby’s? De wereld zou een veiliger plek zijn. Ik weet dat privacy een extreem gevoelig thema is, maar mij mogen ze overal filmen. Waar ik ga en sta, hoeveel er op mijn bankrekening staat: voor mij is dat geen geheim.”
Wat verwacht u van het assisenproces?
“Ik heb het dossier gekregen via onze advocaat Walter Damen. Op een avond hebben mijn vrouw en ik een goede fles wijn opengedaan en zijn we beginnen lezen. Voor mij is er maar één conclusie: hij is een zieke mens. Hij is een man met een probleem die op 17 juni 1992 het perfecte slachtoffer had gevonden. Ik verwacht van hem geen redelijke antwoorden. Ik ben wel bang dat de verdediging zal beginnen over zijn ongelukkige jeugd. Daar zou ik het heel moeilijk mee hebben. Het rechtvaardigt ook totaal niet wat hij gedaan heeft.
“Ik kijk er absoluut niet naar uit, maar ik zal het proces wel van begin tot eind volgen. Ik wil van a tot z horen wat er zal gezegd worden. Ariane is op een gruwelijke manier aan haar einde gekomen. D.L. heeft zich met een smoesje binnengekletst. Toen ze mijn zus vonden, was haar oog helemaal dichtgeslagen. Hij heeft haar verkracht, tien messteken toegebracht en haar gewurgd met het snoer van de zonnebank. Ben ik dan blij dat de dader de rest van zijn leven in een cel naar de tv kan zitten kijken? Nee. Als ik de mogelijkheid krijg, en de plaats en de tijd, dan zorg ik ervoor dat hij niet naar de gevangenis zal moeten. Ik weet dat dat straffe taal is, maar ik heb daar goed over nagedacht en ik meen wat ik zeg. Dat is het enige wat ik echt zou kunnen aanvaarden.”
Wilt u hem iets vragen?
“Wat zou ik moeten vragen? Waarom hij het deed? Dat weet hij zelf niet. En er zullen alleen maar leugens komen. Bij de reconstructie zei D.L. al dat hij zich nauwelijks iets herinnert.”
Kan een assisenproces niet louterend zijn?
“Misschien. In het beste geval kan ik de zaak nadien definitief afsluiten, en blijft het doosje daarna voor altijd dicht. Ik heb een prachtige vriendin, twee fijne kinderen. Ik wil genieten van mijn leven. Ik wil niet terug naar beneden.”