Dinsdag 30/05/2023

InterviewKenneth Lasoen

‘De geheime dienst is de rommelbak van Defensie. Mensen met wie ze geen weg weten, sturen ze maar naar daar’

Kenneth Lasoen: ‘In veel munitiedepots wordt het doosje met de sleutels ‘verzegeld’ met een stukje tape. Wat voor middeleeuwse toestanden zijn dat?’ Beeld Thomas Sweertvaegher
Kenneth Lasoen: ‘In veel munitiedepots wordt het doosje met de sleutels ‘verzegeld’ met een stukje tape. Wat voor middeleeuwse toestanden zijn dat?’Beeld Thomas Sweertvaegher

De zaak-Jürgen Conings heeft veel problemen binnen de Belgische krijgsmacht blootgelegd. En nu? ‘Het is hoog tijd voor een grote kuis in de militaire geheime dienst’, benadrukt inlichtingenspecialist Kenneth Lasoen (UAntwerpen).

Jeroen Van Horenbeek

Zondag werd het lichaam van de voortvluchtige Conings aangetroffen door twee toevallige voorbijgangers in het Limburgse Dilserbos. Op die manier kwam, na 35 dagen, een einde aan de zoektocht naar de militair. Conings verdween op 17 mei met zware oorlogswapens. Hij overwoog een aanslag tegen onder meer viroloog Marc Van Ranst en een moskee in Eisden.

“Ik denk dat de opluchting binnen het leger groot is. Zeker nu is gebleken dat Conings toch nog enkele dagen of weken na zijn verdwijning in leven was. Conings had een enorme ravage kunnen aanrichten met de wapens die hij meenam uit het munitiedepot in Leopoldsburg (vier raketwerpers, een P90-machinegeweer en een handpistool, JVH). Een insider threat, dat is de nachtmerrie van elk leger”, zegt Kenneth Lasoen, docent veiligheidsstudies en auteur van het boek Geheim België over de geschiedenis van de vaderlandse inlichtingendiensten.

Het intern legeronderzoek naar de zaak-Jürgen Conings leest als een blunderboek, met in de hoofdrol de militaire geheime dienst ADIV.

“Ja dat klopt. Al val ik niet achterover van die vaststelling. Het comité I, het orgaan dat toezicht houdt op de Belgische inlichtingendiensten, waarschuwt al jaren dat de ADIV niet goed werkt. Hun jaarlijkse toezichtsverslagen, dat is 5.000 pagina’s kommer en kwel. Neem zo’n verslag uit 1995 en je leest net hetzelfde als in dit nieuwe legeronderzoek: onze militaire geheime dienst kan zijn taken niet aan.”

Een pijnlijke vaststelling. Hoe komt dat?

“De politiek is niet geïnteresseerd in de inlichtingendiensten. Zeker niet als men met geld over de brug moet komen. Bovendien ligt ook de legerleiding zelf nauwelijks wakker van de ADIV. Een veelzeggend voorbeeld: de militaire geheime dienst krijgt zijn budget uit het grotere potje van het leger. Maar elk jaar is daar discussie over. Het precieze budget van de ADIV is onbekend. Niet omdat dit geheime informatie is, wel omdat zelfs de boekhouders van het leger nog nauwelijks zicht hebben op de exacte verdeling.”

Ongelooflijk.

“Ik zeg dit niet graag omdat binnen de ADIV ook veel goede mensen werken, maar de geheime dienst staat bekend als de rommelbak van Defensie. Mensen met wie ze geen weg weten, sturen ze maar naar daar. En de militairen die oprecht interesse hebben in inlichtingenwerk worden gewaarschuwd: een overstap naar de ADIV, dat is het einde van je carrière. Dan kan je het vergeten om later nog ooit promotie te maken. In het buitenland is inlichtingenwerk net heel prestigieus. Daar is dat een job voor de intellectuele elite.”

Binnen de ADIV woedt al jaren een interne strijd tussen de spionnen – vaak militairen – en de contraspionnen – vaak burgerpersoneel.

“Die strijd is al twintig jaar aan de gang en verziekt de hele sfeer binnen de militaire geheime dienst. Een clubje oudgedienden uit de voormalige dienst CI (Counterintelligence, JVH) wil maar niet inzien dat de Koude Oorlog nu echt wel voorbij is. Dat er anno 2021 meer bedreigingen zijn dan infiltraties door de communisten. Dat samenwerking met hun militaire collega’s geen probleem hoeft te zijn. Zolang een deel van het personeel dwarsligt, raak je niet vooruit.”

‘Ik ga niet akkoord met het beeld van ons leger als een bende nuttige idioten’, zegt Lasoen. ‘Het gebrek aan middelen en mankracht weeg zwaar door.’ Beeld Thomas Sweertvaegher
‘Ik ga niet akkoord met het beeld van ons leger als een bende nuttige idioten’, zegt Lasoen. ‘Het gebrek aan middelen en mankracht weeg zwaar door.’Beeld Thomas Sweertvaegher

Wat moet er nu gebeuren?

“Een zak geld ertegenaan gooien zal niet volstaan. Ik heb het vorige week nog ge-sms’t naar een hooggeplaatste militair: ‘Geef ADIV-topman Philippe Boucké de komende jaren carte blanche.’ Hij moet voor eens en voor altijd orde op zaken stellen: get on board or get out of the way.

Boucké had tot de dag van zijn verdwijning nog nooit van Conings gehoord – de eerste en ook de enige militair ooit op de ‘terroristenlijst’ van antiterreurorgaan OCAD. Moet hij niet eerder ontslag nemen?

“Dit is inderdaad onbegrijpelijk. Maar de vraag is dan vooral: wie heeft beslist om generaal Boucké niet op de hoogte te brengen? Het is niet zijn taak om de OCAD-databanken te doorzoeken. Iemand moet hem wel waarschuwen. Op het einde van de rit is Boucké als ADIV-topman verantwoordelijk voor blunders in deze zaak, maar ik zie hem zeker niet als een probleem. Boucké staat bekend als een harde werker en een integer man. Hij is nu een jaar op post en moet de militaire inlichtingendienst de toekomst in katapulteren. Langer wachten kan niet.”

Na de aanslagen in Brussel werd een onderzoekscommissie opgericht. Na talloze hoorzittingen was het besluit: er moet beter samengewerkt worden tussen de veiligheidsdiensten. Vier jaar later blijkt: daar is niets van in huis gekomen.

“Zo fors zou ik het zelf niet stellen. De Staatsveiligheid en het OCAD begrepen wel degelijk dat Conings afgleed naar het extremisme. Ook de ADIV wist ervan. Op die manier heeft ‘het systeem’ dus wel gewerkt. Tegelijk: als ik verneem dat het dossier-Jürgen Conings uitgerekend op een taskforce werd besproken waar de ADIV-vertegenwoordiger afwezig was, dan frons ik mijn wenkbrauwen. Hoe komt het dat die man daar niet was? Maar ook: waarom kiezen zijn collega’s er net die vergadering uit om het dossier-Jürgen Conings te bespreken? En kunnen die collega’s dan achteraf geen duidelijke waarschuwing sturen?”

Theo Francken (N-VA) pleitte voor een pushsysteem, waarbij automatisch een waarschuwing wordt verzonden wanneer een nieuwe naam op de ‘terroristenlijst’ van OCAD verschijnt.

“In theorie bestaan er al zulke systemen. In de praktijk blijkt dat de uitwisseling van informatie nog te vaak afhangt van intermenselijke relaties. Als medewerkers elkaar kennen en vertrouwen, dan is een telefoontje snel gedaan. Maar als dat niet het geval is, dan duurt het vaak langer.”

De zaak-Jürgen Conings, de brand in Brecht en eerder ook de problemen in de kazerne van Marche-les-Dames: het leger maakt een slechte beurt.

“Daar kan je moeilijk naast kijken. Al ga ik niet akkoord met het beeld van ons leger als een bende nuttige idioten. Het gebrek aan middelen en mankracht weegt zwaar door. Zeker als het over veiligheid gaat. Defensie heeft eindeloos veel handboeken met procedures rond militaire veiligheid. Maar die procedures zijn destijds, in de jaren 90 uitgeschreven, voor een leger van 35.000 militairen. Vandaag hebben we er nog 25.000 over. Je kan dan wel zeggen dat in een munitiedepot steeds het vierogenprincipe gehanteerd moet worden, maar je moet daar ook het volk voor hebben. (…) In veel munitiedepots wordt het doosje met de sleutels ‘verzegeld’ met een stukje schilderstape met een handtekening op. Wat voor middeleeuwse toestanden zijn dat?”

Is het wachten op een nieuw schandaal? Een nieuwe Jürgen Conings?

“Laat ons hopen van niet. Het voorstel van minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS) om de militairen met een veiligheidsmachtiging vaker te screenen lijkt me niet verkeerd. Nu gebeurt dat om de vijf jaar, bij het vernieuwen van die machtiging. En meestal is het niet meer dan een uittreksel van het strafblad opvragen. Dat moet anders, zeker als je weet dat het leger de komende jaren tot 10.000 nieuwe rekruten wil aantrekken. Je moet weten wie je binnenhaalt.”

Experten willen sterker leger

“België kan zijn slagkracht en zijn troepenaantal niet nog verder inkrimpen – het is al zeer gespecialiseerd en te veel ingekrompen”, luidt een van de besluiten van het expertenpanel aangesteld door minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS).

Hun rapport, dat een update vormt voor de Strategische Visie 2030 (opgemaakt in 2016), wordt vanmiddag voorgesteld in het federaal parlement. Volgens het expertenpanel is de landmacht “de component met de meeste tekortkomingen”. De NAVO verwacht van ons land één volledige, operationele, gemotoriseerde brigade die gevechtsklaar en inzetbaar is. België voldoet hier niet aan. Voor de luchtmacht wordt onder meer voorgesteld om de nieuwe drones te bewapenen. Ook de aankoop van 34 F-35’s “dekt de behoeften slechts gedeeltelijk”, klinkt het.

Het is nu aan de politiek om te bekijken of wat het expertenpanel voorstelt ook budgettair haalbaar is. Dat wordt een bijzonder zware oefening. Over het financiële plaatje spreken de experten zich niet uit.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234