Donderdag 08/06/2023

InterviewGeertrui De Ruyver

De first lady van Leuven: ‘De roddel ging dat ik een hoofddoek moest dragen en niet buitenshuis mocht werken van Mo. Lachwekkend!’

‘In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen ging de roddel dat ik geslagen werd, een hoofddoek moest dragen en niet buitenshuis mocht werken van Mo. Lachwekkend!’ Beeld
‘In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen ging de roddel dat ik geslagen werd, een hoofddoek moest dragen en niet buitenshuis mocht werken van Mo. Lachwekkend!’

Als oudste zoon uit een Marokkaans migrantengezin schopte Mohamed Ridouani (41) het twee jaar geleden tot burgemeester van Leuven. Het voorbije anderhalf jaar trad hij uit de schaduw van zijn politieke vader Louis Tobback: Louisville werd Motown. Maar trots is hij vooral op zijn zoontjes Dries (9) en Ilias (7), en zijn vrouw Geertrui De Ruyver (39), een vrijgevochten personeelsdirectrice die zijn eerste raadgever is: ‘Ik ben de nuchtere die alles organiseert, hij is de chille gast met de kennis en de verhalen.’

Raf Liekens

Wanneer de voordeur ten huize Ridouani-De Ruyver openzwaait, wordt meteen duidelijk wat hij in haar heeft gezien. Ze is energiek, opgeruimd en charmant, en heeft ogen waarin de burgemeester van Leuven ongetwijfeld al reddeloos is verdwaald. Er staan koffie, cakejes en water klaar, en voor haar ligt een schrift met 'dingen die ze zeker wil zeggen'. Ze zal er niet één keer in spieken, maar mevrouw Ridouani is graag goed voorbereid.

Hoe heb je de lockdown beleefd met twee kinderen en een burgemeester in huis?

“Mo en ik hebben veel van thuis gewerkt. We hebben allebei een cruciale functie, waardoor hier een bepaalde drive hing. Gelukkig hebben de kinderen zich voorbeeldig gedragen. Ze moesten soms urenlang muisstil zijn en uiteraard ook hun schoolwerk maken. Maar ze hadden legoblokjes, computerschermen, een tuin, een pingpongtafel en elkaar. Heel wat mensen hadden het veel moeilijker om kinderen en thuiswerk te combineren. De afspraak was duidelijk: als de bureaudeur dicht was, mochten ze niet storen. Op een dag schoven ze een briefje onder de deur: 'Mogen we een dessertje? Alle groenten zijn op.' Ze hadden er 'JA' en 'NEE' op gezet, ik moest alleen het antwoord nog omcirkelen. Dat vond ik zo hilarisch dat ik 'ja' aanduidde.”

“Voor Mo was het wel héél intensief. Hij startte 's morgens om negen uur en werkte vaak tot 's nachts. Hij wou er stáán, zoals een huisvader die zijn kroost moet redden uit een brand. Leuven liep constant voorop in deze crisis. Het sloot heel snel de overheidsgebouwen, was de eerste stad met een hulplijn, en deelde ook als eerste gratis mondmaskers uit. Ze hadden ook tijdig het digitaal platform Leuven Helpt klaar, waarop mensen hulp konden vragen of aanbieden. Meer dan 3.000 vrijwilligers hebben zich aangemeld. Dat platform is overgenomen in binnen- en buitenland, tot in Nieuw-Zeeland.”

“Mo zet sterk in op duidelijke en verbindende communicatie, en dat werkte tijdens de lockdown. Terwijl in Antwerpen een speciaal politieteam werd aangekondigd dat repressief zou optreden tegen coronaspuwers, waren de Leuvense politiemensen 5.000 bejaarden aan het opbellen om te horen of ze iets nodig hadden. Dat gaf mensen een beter gevoel. Er was ook de campagne 'Even apart, altijd samen' in het straatbeeld en op sociale media, om de Leuvenaars duidelijk te maken dat ze op elkaar konden rekenen. Mo en zijn team bewijzen dat je ook in een stad met 171 nationaliteiten een gemeenschapsgevoel kunt creëren. Dat lukt beter met positieve communicatie en oplossingen dan door voortdurend elkaars verschillen en zwaktes te belichten, zoals de politieke alfamannetjes doen.”

Met een verdeel- en heersstrategie win je wel makkelijker verkiezingen.

“Soms wel, helaas. Maar er zijn toch ook mooie voorbeelden van mensen die het omgekeerde doen, zoals de Nieuw-Zeelandse premier Jacinda Ardern, een krachtige vrouw die na de terreuraanslag op de moskee van Christchurch weigerde om mee te stappen in het wij-zij-discours. Ze wou niet toestaan dat dat drama haar land zou verdelen, en dat lukte haar. De naam van de dader nam ze zelfs nooit in de mond.”

“Alfamannetjes als Trump en Orbán vertellen hun kiezers continu dat andere mensen niet te vertrouwen zijn. Mijn mensbeeld is totaal anders: ik geloof echt dat de meeste mensen deugen. Toen dat boek van Rutger Bregman uitkwam, zeiden veel mensen: 'Ah, je hebt tóch gelijk.' We proberen dat mensbeeld ook aan onze kinderen mee te geven: wie goed doet, goed ontmoet. Je moet keihard je best doen, voor jezelf, maar ook voor degenen die het moeilijk hebben. Als je dan op een dag zelf in een kwetsbare situatie belandt, zullen anderen jou ook helpen.”

Is dat niet naïef?

“Ik ben liever naïef dan wantrouwig en egoïstisch. Wie alleen met zichzelf bezig is, staat er in crisismomenten ook alleen voor. Daarom vind ik het belangrijk dat mijn kinderen naar de scouts gaan. Daar leren ze wat goed leiderschap is, en dat je meer bereikt door samen te werken. Een Afrikaanse spreuk zegt: 'Alleen ga je sneller, samen kom je verder.' Daar geloof ik heel sterk in.”

Wat versta je onder goed leiderschap?

“Zorgen dat anderen mee kunnen groeien. Vertrouwen krijg je al lang niet meer door een positie te bekleden. Je moet het verdíénen. Mensen zijn niet dom, ze merken het snel als een leider alleen voor zichzelf rijdt. Je kunt hen even om de tuin leiden, maar niet de hele tijd. Hopelijk zien we dat dit najaar ook bij Trump.”

“Ik ben heel gevoelig voor de polarisering en haatpropaganda die je steeds meer ziet opduiken. De media schenken daar te veel aandacht aan. Ik kijk liever naar Karrewiet met mijn kinderen dan naar andere journaals. De Ketnet-gezichten zijn heel divers en tonen de samenleving op een positieve manier. Je wordt er niet depri van. Zij berichtten bijvoorbeeld: 'Niet alle kinderen hebben een laptop, maar in Leuven hebben ze laptops ingezameld en die brengen ze vandaag bij de kinderen thuis. Wij gingen een kijkje nemen.' Je kunt cijfers tonen over anderstalige kinderen die niet meekunnen op school, maar daarmee zeg je tegen je kijkers alleen maar dat het niet goed gaat. Ketnet brengt dan een item over huiswerkbegeleiding voor die kinderen, zodat je meteen ook een oplossing ziet. Voor het wereldbeeld van kinderen is dat heel belangrijk.”

LIEVE KATTEBELLETJES

Hoe ben je opgevoed?

“Ik kom uit een familie van harde werkers. Mijn vader was tuinarchitect, mijn moeder verpleegkundige, en mijn oma had een groothandel in schoolmateriaal. Tot mijn 12de had ik een gelukkige, onbezorgde jeugd. Maar na de scheiding van mijn ouders bleven mijn zus en ik achter bij mijn moeder. Mijn oma, die bij ons inwoonde, ving ons mee op, maar twee jaar later kreeg zij darmkanker. We hebben haar palliatief begeleid. Normaal moet je kunnen rebelleren in je tienerjaren, maar als oudste dochter voelde ik me verantwoordelijk voor ons gezin. Ik heb mijn oma en moeder echt zien afzien. Plots moest ik volwassen worden. Uit die periode heb ik geleerd dat je snel in een kwetsbare situatie kunt belanden, waarin je afhankelijk wordt van anderen. Je kunt daaruit raken, maar dat vraagt tijd en veerkracht.”

“Mo en ik leggen de lat voor onszelf heel hoog, maar we zijn mild voor de kwetsbaarheid van anderen. Ik heb van dichtbij meegemaakt hoe hard het kan tegenzitten. Dat armoede iets is wat je zelf hebt gezocht, of dat werklozen maar harder hun best moeten doen, vind ik verschrikkelijke opvattingen. Meestal is het veel complexer.”

Wat heb je nog meer geleerd uit die periode?

“Relativeren. Bij problemen denk ik algauw: dit lossen we wel op, ik heb ergere dingen meegemaakt. Sommige mensen vragen me of het niet zwaar is, met een man die amper thuis is. Ik klaag daar niet over: ik ben gezond en gelukkig, net als de mensen die ik graag zie.”

Heb je je vader sindsdien nog gezien?

“Hij is geleidelijk uit ons leven verdwenen. Ik zie hem niet meer en heb dat een plaats gegeven.”

Je hebt geen vaderfiguur gemist?

“Nee. Na die moeilijke jaren leerde mama een nieuwe man kennen, Albert. Ze fleurde helemaal op. Ondertussen is ze al meer dan twintig jaar met hem getrouwd. Hij is een heel lieve opa voor onze kinderen. Doordat mijn moeder weer gelukkig werd, kon ik vanaf mijn 18de ook weer aan mijn leven beginnen.”

Hoe heb je Mo leren kennen?

“Hij had een vaste job in de Quick om zijn studies te kunnen betalen, ik werkte er in de zomer als jobstudent. Tijdens Marktrock hebben we eens tot vier uur 's nachts hamburgers staan bakken. Dat smeedde een band, al waren we toen nog gewoon vrienden. Pas tien jaar later zijn we een koppel geworden.”

“Ik woonde vlak bij zijn ouders, achter het station in Leuven. We liepen elkaar af en toe tegen het lijf. Als consultant bij Deloitte zat hij vaak in het buitenland, terwijl ik vooral in Leuven en Brussel werkte. Op een bepaald moment raakten we aan de praat. Hij was net schepen geworden. We spraken af om samen eens naar Brussel te trekken, om de stad te leren kennen en iets te gaan eten. Die dag was typerend voor hoe wij zijn: ik reed met de auto, had het restaurant gereserveerd en alles gepland, terwijl hij me animeerde met zijn kennis en verhalen. Zo gaat het nog altijd. Ik ben de nuchtere die alles organiseert, hij is de chille gast die voor de inhoud zorgt.”

“Die dag hebben we voor het eerst gekust. Een paar maanden later trokken we twee weken op rondreis door IJsland. Ik had een belachelijk kleine Nissan Micra gehuurd, omdat ik dacht dat we toch niet helemaal rond het eiland zouden raken - nog niet alle wegen waren sneeuwvrij. Met Pasen zaten we vast in het oosten van het eiland, alles was dicht. We werden uitgenodigd op een familiefeest, met veel chocolade en koffie, en daar vertelden ze ons dat de wegen net weer open waren. Daardoor konden we toch de hele cirkel maken. Maar we moesten in het noorden wel over een bergpas, met dat kleine autootje op die half bevroren wegen (lacht). Spannend! Daarna kwamen we in een prachtige sneeuwwoestijn, waar een onwezenlijke stilte hing. Alsof de rest van de wereld niet bestond, alleen wij twee. De natuur was zo overweldigend dat onze nietigheid heel sterk doordrong. Na die reis wisten we: dit zit goed.”

‘We leerden elkaar kennen in de Quick, maar door onze jeugd waren we pas tien jaar later, op ons 30ste, klaar voor een relatie.’ Beeld
‘We leerden elkaar kennen in de Quick, maar door onze jeugd waren we pas tien jaar later, op ons 30ste, klaar voor een relatie.’

Tien jaar eerder, in de Quick, was er nog niets?

“Nee, toen waren we te gefocust op andere dingen. Wij kwamen allebei uit een verantwoordelijke rol in ons gezin. Hij was de oudste van zes, in een migrantengezin. Hij was de vertaler-tolk tussen zijn ouders en de school, deed als 8-jarige al de inkopen voor het hele gezin, behandelde de post, bracht zijn broers, zussen, neefjes en nichtjes veilig naar school... Na zo'n jeugd ben je op je 20ste nog niet klaar om je te binden. We wilden vooral ons diploma behalen, want onze ouders hadden keihard hun best gedaan om ons die kans te bieden. Mijn mama had maar één bekommernis: zorgen dat we financieel rondkwamen en dat haar twee dochters met succes zouden afstuderen en op eigen benen zouden kunnen staan.”

“Pas op ons 30ste, toen onze carrières al op de rails stonden, waren we klaar om ons te binden. Een paar maanden na onze reis door IJsland zijn we naar Libanon gegaan. Daar vroeg hij me ten huwelijk.”

Hij liet er geen gras over groeien!

“Hij zei dat hij me niet wou laten schieten (schatert). We waren in Byblos, één van de oudste archeologische sites ter wereld, waar heel veel beschavingen en geloofsovertuigingen samenkomen. Hij vond dat een symbolische plek. In het amfitheater ging hij op zijn knie zitten en gaf hij me de verlovingsring. (Glunderend) Idyllischer kan niet, hè?”

Is hij een romanticus?

“Hij wel, ik ben eerder nuchter. Niet dat hij hier elke maand met rozen in de keuken staat, maar hij zal nooit onze huwelijksverjaardag vergeten. Tijdens de lockdown waren we tien jaar getrouwd. Ondanks die hectische periode slaagde hij er toch in om ergens eten af te halen en een armbandje voor me te kopen. Hij schrijft soms ook lieve kattebelletjes, die hij in huis laat rondslingeren.”

Kun je zeggen waarvoor je precies bent gevallen?

“Door onze jeugd hebben we allebei een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Ik ben nogal een woelwater, maar bij hem kom ik tot rust. De openingsdans op ons trouwfeest was 'The Ship Song' van Nick Cave. Dat nummer vertelt wat hij voor mij betekent: een veilige haven waar ik mijn batterijen kan opladen. Net als de Leuvenaars voel ik me bij hem in goede handen. Ik wist snel dat ik met hem een goed leven zou kunnen opbouwen, dat ik op hem kon rekenen, en dat we samen plezier konden maken.”

“Eigenlijk heeft hij me nog het meest ingepakt met zijn kennis en intelligentie. Hij kent ongelofelijk veel van geschiedenis en kan fantastische verhalen vertellen. Hij werkt veertien uur per dag, maar toch slaagt hij erin om veel boeken te lezen. En als hij iets één keer leest, vergeet hij het nooit meer. Ongelofelijk. Hij heeft een grote puzzel in zijn hoofd en elke keer komen daar puzzelstukjes bij die hij in de juiste vakjes inpast. Daardoor kan hij alles wat gebeurt, meteen in een groter perspectief plaatsen.”

Ben je ook voor zijn uiterlijk gevallen?

“Ik val op zuiderse types en vind hem wel een knappe man, ja.”

Hebben jullie thuis moeten vechten voor de relatie, vanwege jullie verschillende achtergrond?

“Het begin was aarzelend, ja. Mijn moeder had niet verwacht dat ik met een Mohamed zou thuiskomen, en zijn familie had niet op een Geertrui gerekend. Een Vlaamsere naam kun je moeilijk bedenken, hè? Ze hebben hem weleens gevraagd of hij geen mooi Marokkaans meisje kon vinden. Maar we waren allebei al te verliefd om ons nog te laten tegenhouden. Onze ouders hebben het snel geaccepteerd. Berbers zijn heel lieve, bescheiden mensen: toen ik voor het eerst bij hem thuis kwam, werd ik meteen aanvaard. Er stonden veel lekkere couscousschotels en salades op tafel: moeilijk om daar af te blijven (lacht).”

“Je kunt focussen op onze verschillende achtergronden, maar als je beter kijkt, zie je dat onze moeders heel veel gemeen hebben. De ene draagt een hoofddoek, de andere niet, maar ze willen allebei het allerbeste voor hun kinderen.”

Welke commentaren kreeg je van buitenaf?

“Vooral in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 hebben we een hoop vooroordelen en ranzige commentaren moeten slikken. Op een bepaald moment belde mijn vriendin van bij de kapper, omdat de mensen daar zeiden dat ik geslagen werd, een hoofddoek moest dragen en niet buitenshuis mocht werken van Mo. Lachwekkend, maar mijn vriendin was in alle staten. 'Ik heb gezegd dat dat niet waar is, en dat ik je ken, maar ze geloven mij niet.' Ook mijn ouders waren gekwetst door die roddels. Ik zei dat ze het zich niet moesten aantrekken, omdat het om een kleine minderheid ging. Maar het choqueerde me wel dat mensen zó ver wilden gaan in het ophangen van een fout beeld. Wie mij een beetje kent, kan alleen maar lachen met geruchten als zou ik me volledig onderwerpen aan iemand. Ik ben nogal vrijgevochten. In mijn jeugd werd me altijd ingepeperd dat ik als vrouw mijn mannetje moest staan.”

‘Ik ben liever naïef dan wantrouwig en egoïstisch’ Beeld
‘Ik ben liever naïef dan wantrouwig en egoïstisch’

Hoe ging Mo om met die haatcampagne?

“Hij was al wel wat racisme gewoon, omdat hij als Marokkaan in Vlaanderen is opgegroeid. Maar tijdens die verkiezingscampagne waren er toch een paar incidenten waar hij van schrok. Hij werd bespuwd door een voorbijganger toen hij de kinderen naar school bracht. 'Waarom doet die meneer dat, papa?' vroegen onze zoontjes. Dan sta je daar. Leg aan kinderen van 5 en 7 jaar maar eens uit wat racisme is. Die mensen gruwelden blijkbaar van het idee van een Marokkaanse burgemeester. Ze waren bang dat hij in Leuven de sharia ging invoeren, alle kerken zou sluiten en de vrouwen zou verplichten om een hoofddoek te dragen.”

“Dat Mo die verkiezingen met veel glans won, was het beste bewijs dat de meeste mensen die onzin niet geloofden, en dat ze geen probleem hadden met een Marokkaanse burgemeester. Voor mij was het opnieuw het bewijs dat de meeste mensen wél deugen. Dat hebben we onze kinderen ook verteld: 'Zie je wel dat de mensen papa graag hebben?' Die vinden ook dat in Leuven niet je afkomst, maar je toekomst telt. Dat idee wil Mo uitdragen. Hij is een rolmodel voor veel mensen met migratieroots. Als hij in scholen komt, kijken veel kinderen naar hem op. 'Jij spreekt Marokkaans? En toch ben je burgemeester?' Dat doet hen inzien dat zij zelf ook veel kunnen bereiken, ondanks het racisme van een kleine groep die we beter negeren.”

De recente gewelddadige aanvallen op Dirk De fauw en Steven Vandeput, twee burgemeesters uit centrumsteden, doen vermoeden dat je man een risicoberoep uitoefent.

“Vóór de verkiezingen hebben we ons wel afgevraagd hoeveel verder de mensen nog zouden gaan. Maar ik wil daar niet te veel bij stilstaan. Mo krijgt veel over zich heen, maar hij kan dat plaatsen en neemt dat zelden mee naar huis. Ik hoor dat er soms wat bagger verschijnt op sociale media, maar daar zit ik bewust niet te vaak op. Blijkbaar durven mensen daar meer te fulmineren dan in het echte leven, want als wij in Leuven rondlopen, worden we altijd heel positief benaderd. Zeker sinds de lockdown krijgt Mo overal te horen dat mensen fier zijn om Leuvenaar te zijn.”

BUIKDANSEN

Wat is je rol als first lady? Je man noemt je zijn eerste raadgever.

“Ik ben zeker een klankbord. Als hij 's avonds thuiskomt en er ligt iets op zijn lever, kan hij dat met mij bespreken. Maar ik zet geen politieke lijnen uit en ik hoef niet alles te weten. Daar is geen tijd voor. Hij is zelden voor elf uur 's avonds thuis, en zijn weekends zijn ook erg druk.”

Hebben jullie vaste gezinsrituelen?

“De zondagavond is heilig. Dan komen de jongens vuil en smerig thuis van de scouts en gaan ze in bad. Daarna eten we pizza, of kip met frietjes, en kijken we samen naar een goeie film. Die avond is ook het moment om bij te praten.”

“In de week is het ontbijt ook zo'n eilandje. Ik sta elke ochtend om zes uur op, om mijn dagplanning door te nemen en meetings voor te bereiden. Daarna ontbijten we samen - zónder schermen, daar ben ik streng op. Die twintig minuutjes zijn het enige moment van de dag waarop we met z'n vieren samen zijn. Dan moeten de jongens hun hart kunnen luchten. Mo brengt hen elke dag naar school, en ik doe de 'avondspits'. Als de jongens in bed liggen, kruip ik meestal weer achter mijn laptop.”

“Vroeger durfden de jongens Mo's smartphone weleens te verstoppen, als ze vonden dat hij ook in het weekend te veel werkte. Dan spanden ze samen: 'Je krijgt hem pas terug als je belooft dat je stopt met tokkelen. Wij mogen niet op de schermen, dan jij ook niet.‘”

Hoe belangrijk vind je je eigen carrière?

“Ik ben niet gemaakt om huisvrouw te zijn. Ik heb een zinvolle job nodig waarin ik mijn engagement vol overgave kwijt kan. Vroeger dacht iedereen dat ik ingenieur zou worden, omdat ik nogal een nuchter type ben. Ik deed ook niks liever dan wiskunde. Op de universiteit haalde ik negentien op twintig voor statistiek, en dan was ik boos om dat ene minpunt (schatert). Toch koos ik voor arbeidspsychologie, omdat de omgang tussen mensen me enorm boeit. Ik werk al mijn hele carrière in human resources: de eerste jaren als extern consultant, sinds mijn 30ste als personeelsdirecteur bij het Wit-Gele Kruis.”

Het is niet iedereen gegeven om al zo jong directeur te worden.

“Het ging me niet om die titel, maar leidinggeven heeft me altijd aangetrokken. Ik wil mensen helpen te groeien. Wij zorgen voor onze duizend medewerkers die elke dag voor anderen zorgen. Ik kan weinig dingen bedenken die nuttiger zijn. Ik hoop dat door de coronacrisis de zorg geherwaardeerd wordt. We hebben jongeren met goesting nodig, want er zijn overal handen te kort. De loonsverhoging die de politiek nu heeft afgeklopt, is een stap in de goede richting.”

Hebben jullie thuisverplegers onbeschermd moeten werken?

“Nee, we hadden een crisiscel die elke dag samenkwam, zodat we snel konden inspelen op problemen. Sommige medewerkers sprongen bij in de woon-zorgcentra waar de nood het hoogst was. Anderen deden elke dag hun ronde, maar zagen patiënten wegvallen, omdat die niemand meer durfden binnen te laten. Die mensen zaten thuis, met alle ramen en deuren dicht. Maar sommigen kunnen zichzelf niet wassen, of hebben wonden die dagelijks gereinigd moeten worden. We wilden vermijden dat ze geïsoleerd en verwaarloosd raakten. Daarom zijn we hen één voor één beginnen te bellen, om hen gerust te stellen. Tenslotte zijn onze medewerkers al jaren gedrild in het nemen van hygiënische voorzorgsmaatregelen. Die telefoontjes hadden effect: op de meeste plekken mochten we weer langskomen.”

Zou de politiek iets voor jou zijn?

“Nee. Ik heb mijn idealen, en vind het belangrijk dat we blijven vechten voor de gelijkheid tussen man en vrouw, en tussen allochtonen en autochtonen. De Canadese premier Justin Trudeau zegt dat feminisme niet alleen gaat over hoe je met je dochters en vrouwen omgaat, maar ook over hoe je je zonen opvoedt. Daarom geloof ik in progressieve partijen en kijk ik op naar sterke vrouwen, zoals de pas overleden Paula Marckx, die keihard heeft gevochten voor het recht om alleenstaande moeder te zijn.”

“Eén politiek beest in huis is genoeg. Het is ook geen vak waar je zomaar eventjes in stapt. Politiek is een gave, een roeping. Je moet enorm overtuigd zijn van je ideeën en die zeer goed kunnen verwoorden. Voor Mo is dat zijn leven. Hij werkt dag en nacht om de samenleving te verbeteren en mensen te verbinden.”

Ben je blij dat hij geen partijvoorzitter is geworden? Dan was zijn imago nu wellicht al beschadigd door het gênante schouwspel van de laatste weken.

“Mo zou zeker geen slechte voorzitter zijn, maar ik vind het goed dat hij ervoor heeft gekozen om zich eerst te bewijzen als burgemeester. Hij wordt wel betrokken bij de nationale koers van de partij en is één van de sterkhouders van de nieuwe generatie. Hij overlegt ook regelmatig met SP.A-voorzitter Conner Rousseau.”

Wat zijn de mindere kantjes van je man?

“Oei, nu overval je me! (Denkt na) Hij is geen ochtendmens. De jongens hebben geleerd om hem eerst een koffietje te brengen, om hem op gang te krijgen. We zijn thuis met twee die heel goedgezind opstaan, en twee die het daar wat moeilijker mee hebben.”

Hoe is hij als vader?

“Kordaat als het moet, maar ook heel zorgzaam. Ik merk dat de jongens ook geboeid zijn door zijn verhalen. In het eerste weekend van juli zijn we naar Zutendaal geweest. We bezochten er de Cosmodrome, een expo over ruimtevaart. Mo wist álles over de planeten. En de jongens gingen daar volledig in mee!”

Hebben jullie hard nagedacht over de voornamen van Dries en Ilias?

“Ja, we wilden namen die in onze beide culturen voorkomen. Dries komt van de Berberse naam Driss of Idriss.”

Dat zal Dries Van Langenhove niet graag horen.

(lacht) “Dat is dan zijn probleem.”

Denk je dat de kinderen over tien jaar nog altijd zullen worden aangesproken op hun achternaam of huidskleur?

“Moeilijke vraag. Kinderen groeien op met die mengeling van kleuren en culturen. Ze zien veel diversiteit op tv en in hun klas. Op de school van mijn kinderen is er van racisme geen sprake. Maar als de politieke alfamannetjes blijven hameren op de verschillen en zo stemmen blijven halen, kan dat ook in de hoofden van opgroeiende jongeren gaan spelen. Als ouders moeten wij ervoor zorgen dat onze kinderen respect hebben voor verschillende religies en culturen. Wij proberen hun een ruime blik te geven, en ervoor te zorgen dat ze hun geschiedenis kennen. Zo kun je beter herkennen wat zich in het heden afspeelt.”

Volgt het hele gezin de ramadan?

“Wij laten onze kinderen proeven van de waarden en tradities uit beide culturen, maar niet te fanatiek. Veel christenen zijn al lang niet meer zo praktiserend, maar dat geldt stilaan ook voor moslims. Onze kinderen weten dat de ene familie op een andere manier bidt dan de andere. Ze vieren zowel Kerstmis als het Suikerfeest. Hoe meer kapstokken we hun geven, hoe bewuster ze later hun eigen keuzes kunnen maken.”

Gaan jullie deze zomer op vakantie?

“Normaal gaan we tien dagen weg, met de auto naar Kroatië of Italië. Nu wordt het een weekje Ardennen, en daarna gaan de jongens op scoutskamp.”

“Vorig jaar zijn we met de kinderen door Denemarken getrokken. Soms sliepen we in een tent, soms in chalets. Gewoon genieten van de natuur en de rust. Dat wordt ook het plan in de Ardennen. Tijdens de lockdown heb ik de jongens heel vaak meegenomen voor een wandeling in de buurt, waardoor we veel nieuwe plekken hebben ontdekt. Ik wou hen zo veel mogelijk weghouden van al hun schermen.”

Staan er ook boeken op je verlanglijstje?

“Ik ben in Grand Hotel Europa van Ilja Leonard Pfeijffer begonnen. Dat is weer superactueel: het idee van Europa als museum van de wereld dat soms te traag reageert, en ook de dreiging van China zit erin. Voorts lees ik vaak over leiderschap en psychologie.”

“Mo en ik kijken ook graag naar dezelfde films en series. Onlangs zagen we El hoyo, een bekroonde Spaanse horrorfilm die zich afspeelt in een speciale gevangenis van honderden verdiepingen waar elke dag een feestmaal onder de gevangenen wordt verdeeld. De hoogste verdiepingen krijgen het meest, de onderste verdiepingen de overschotjes. Heel aangrijpend en maatschappijkritisch. We hebben op Netflix lang geleden al Borgen en House of Cards verslonden. En onlangs zagen we Roma, Moonlight en La casa de las flores. Mo is ook verslingerd aan documentaires met levensverhalen, zoals die over Bikram Choudhury, de uitvinder van Bikram-yoga.”

Iets voor jou: yoga in een sauna?

“Neenee, laat mij maar dansen. Ik heb van alle dansen geproefd, maar ben blijven plakken bij buikdansen. Ik heb daar zelfs les in gegeven.”

Is dat geen heel sexy dans?

“Ja, al is dat een te eenzijdige kijk. In veel culturen doen vrouwen het vooral onderling. De meeste vrouwen aan wie ik les gaf, wilden zich beter in hun vel voelen. Buikdans accentueert de schoonheid en het zelfvertrouwen van de vrouw. Ik heb me voorgenomen om daar dringend weer mee te beginnen.” (lacht)

Handig voor een politicus, een vrouw met buikgevoel.

© HUMO

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234