ReportageAB
De eerste dag na Arno in de Ancienne Belgique: ‘Met hem is een deel van Brussel gestorven’
Zaterdag verloor de Ancienne Belgique met Arno een boegbeeld, een dag later stond de nieuwe garde al klaar voor Humo’s Rock Rally. Voor veel mensen in en rond de AB was het een rare dag. ‘Je weet dat het komt en toch komt het binnen.’
Een zondag in de AB rond lunchtijd. Het is de finale van Humo’s Rock Rally, een dag waarop het hier zou moeten gonzen van het toekomstperspectief. Maar dat wordt overschaduwd door het vreselijke nieuws van de dag ervoor: Arno Hintjens is niet meer, de ereburger van Brussel die van de AB zijn thuis had gemaakt.
In de foyer staat Willy-presentator Stijn Meuris radio te maken. Dat was al lang het plan, maar dan wel over de jonge wolven in de finale van de Rock Rally, niet over de oude rot die zelfs zijn grootste fans op de verrassing pakte.
“Je weet dat het komt en toch komt het binnen”, zegt hij. “Toevallig dacht ik deze week nog aan de plaat die hij nog wilde maken, onder anderen met zijn broer Peter. Hij was er in mijn hele muzikale leven, van mijn vijftiende tot nu. Vooral bij T.C. Matic was hij voor mij en heel veel andere muzikanten belangrijk. Laten we daar niet flauw over doen: dat was de beste band die ons land ooit heeft gehad. Arno gaf geen concerten, hij trok ten oorlog.”
Nieuwe generatie
Ook Kurt Overbergh neemt tijd voor een interview met Meuris, al zit de artistiek directeur van de AB tot over zijn oren in het werk. “Morgen beginnen we hier een rouwregister voor Arno”, zegt hij. “En ondertussen staat de nieuwe generatie klaar”, wijst hij naar enkele muzikanten van Rock Rally-finalisten die op weg zijn naar de grote zaal. “Het is een heel bizarre dag.”
Overbergh mag dan al wel een hele dag over Arno aan het praten zijn, toch komt het verlies nog niet echt binnen. “We hebben iemand verloren die erg vervlochten was met dit huis, niet alleen omdat hij hier tientallen keren heeft gespeeld. Hij kwam graag in het AB Café, omdat hij de barman nog van vroeger kende. Marc De Cock, onze legendarische programmator, was ooit de tourmanager van T.C. Matic.”
Bij elke uithoek van de Ancienne Belgique kan Overbergh een anekdote bedenken. “Ik ben hem ooit tegengekomen in de kleedkamer, in zijn lange onderbroek, terwijl hij zijn bindteksten in het Engels, Frans en Duits aan het instuderen was”, vertelt hij. “Niet veel mensen geloven het als ik het zeg, maar hij was een echte vakman.”
Tegen de achterwand van de AB hangt een enorm spandoek met een tekening van een schalks knipogende Arno en eronder ‘Merci godverdomme’. Het was eerst bedoeld om hem te bedanken, maar het werd een definitief eresaluut.
“Toen Arno mij in januari vertelde dat hij nog drie maanden te leven had en nog eens in de AB wilde spelen, ben ik meteen alles beginnen te regelen voor concerten in de lente”, vertelt Overbergh. “Maar zijn entourage maakte me snel duidelijk: het moet nú gebeuren, er is niet veel tijd meer. Achteraf was Arno dankbaar, bedankte hij mij en de rest van de ploeg. We just did our fucking job, wij moeten hém bedanken. Ik had nog een plaats voor hem vrijgehouden op het concert van Sleaford Mods begin april, maar daar is hij nooit geraakt.”
Opstappen
Wie in Brussel op zoek gaat naar Arno, komt terecht in Le Coq, het café waar de fameuze foto van hem, Jan Decorte, Dominique Deruddere, Marc Didden en Josse De Pauw is genomen. “Je bent al de zoveelste journalist die hier komt, maar hij was al heel wat jaren geen vaste klant meer”, zegt de waard. “Loop de straat wat verder af naar L’Archiduc.”
Daar heeft iemand tussen de spijlen van de voordeur een tuiltje witte veldbloemen geduwd met een papiertje waarop in zwarte vilstift ‘Arno’ en een hartje is gekrabbeld. De uitbater, Jean-Louis, wil alleen het hoogstnoodzakelijke kwijt. “Hij zat daar”, wijst hij naar een plek waar nu het drumstel van een jazzkwartet staat opgesteld. “En hij kwam nooit naar hier als er optredens waren. Toch is hij hier, kijk maar.” We zien enkel een versterker en het beeld van een artiest die we nooit helemaal zullen vatten.
Toeristen
Le Coq en L’Archiduc zijn nostalgische paradijsjes van glasramen en lambrisering, maar daarbuiten maalt de tijd ongenadig verder. Op de Grote Markt, waar gisteren nog Les yeux de ma mère door de versterkers van het stadhuis klonk, doet nu een volksdansgroep haar ding en nippen enkele toeristen van een koffie. “Ik liep er daarstraks nog en besefte plots: die mensen hebben geen idee dat hier iemand belangrijk is gestorven”, bedenkt Overbergh. “Met Arno is een deel van de stad gestorven. Het komt nog maar zelden voor dat je in een metropool gewoon een grote artiest op een terras kunt tegenkomen. Gent had dat met Luc De Vos, Brussel met Arno.”
Hebben de artiesten van Humo’s Rock Rally een idee wie de man is die naar hen knipoogt vanop het spandoek? “Het is hét onderwerp in de backstage”, zegt Klaas Leyssen, gitarist van Rock Rally-finalist Sgt. Lesley. “Ik was zo geconcentreerd bezig met de finale dat ik eigenlijk niet aan Arno heb gedacht tot ik het spandoek in de zaal zag. Dan slik je wel even”, vertelt Floris De Decker van Cloudy-Oh. “Ik hoop vooral dat er een andere Belgische muzikant opstaat met zijn persoonlijkheid. Ik heb Arno ooit weten opstappen uit talkshows, wie doet dat vandaag nog?”
Stijn Meuris maakt zich geen illusies. “Geen van de mensen die hier vandaag op het podium staan, kent Arno, tenzij van een halve set waar ze door hun ouders naartoe zijn gesleurd. Ik kan alleen maar hopen dat zijn werk zo diep zit ingebakken bij verschillende generaties dat het op den duur weer hip wordt.”