PortretJens Dendoncker
De comeback van Jens Dendoncker: ‘Door zichzelf te relativeren, vertelt hij iets’
Een eigen quiz, deelnames aan allerlei spelprogramma’s en een taak als presentator bij de VTM-hit The Masked Singer: het gaat hard voor komiek Jens Dendoncker. In enkele jaren tijd groeide hij uit tot een van de populairste schermgezichten. Al stond dat nooit in de sterren geschreven.
“Ik denk dat ik het vooral op mijn manier ga doen: met een hoek af. Zoveel hoeken eraf dat het helemaal rond is.” Naast een gigantisch konijnenpak overpeinst Jens Dendoncker eind september hoe hij de meest gegeerde job in televisieland te pakken kreeg. Als kersvers presentator van The Masked Singer vult hij de leegte in die Niels Destadsbader achterliet toen hij eind vorig jaar van VTM naar de VRT overstapte.
Met de absurditeit van een spektakelshow waarin eerder al zingende radijzen en herten hun opwachting maakten, heeft Dendoncker weinig moeite. In zijn vroege werk als stand-upcomedian zocht hij al schoonheid en humor in het onverwachte. Toch vertelt hij dat hij zenuwachtig is. The Masked Singer is het best bekeken VTM-programma aller tijden, en enkele jaren geleden kon niemand inschatten dat hij aan het roer van zo’n machine zou willen staan. Initieel was het dan ook niet zijn bedoeling om op het scherm te komen.
Pesters
Tijdens zijn jeugd in het West-Vlaamse Moen weet Dendoncker nog niet welke richting hij met zijn leven uit wil, maar in zijn omgeving valt hij wel al snel op met zijn spitsvondigheid en retorisch talent. Een talent dat hij verder ontwikkelt wanneer pesters het op hem gemunt hebben. “Als je je fysiek niet kunt verweren, moet je verbaal sterker uit de hoek komen”, vertelt hij daar later over in de podcast Welcome to the AA van collega-comedian Alex Agnew. Die spitante houding wordt echter niet door iedereen geapprecieerd: in twee klassieke colleges wordt hij vriendelijk gevraagd om te vertrekken. Pas op de kunsthumaniora van Brugge heeft hij het gevoel dat anderen hem begrijpen.
Op de schoolbanken heeft Dendoncker nog niet de ambitie om uit zijn verbale schild een carrière te puren. Die interesse komt er pas wanneer zijn hogere studies mislukken en ook een job als magazijnier onmogelijk wordt door dreigende epilepsie-aanvallen. De jonge Dendoncker zit zonder veel perspectieven thuis wanneer enkele vrienden hem vragen om in een nabijgelegen atelier het voorprogramma van komieken Henk Rijckaert en Steven Mahieu te verzorgen. Die korte optredens maken een onstilbare honger naar de lach in hem wakker, en een stevige werklust zorgt ervoor dat hij een jaar later al een programma van een uur kan spelen voor een lokale serviceclub. De helft van dat werk is naar eigen zeggen ‘bagger’, maar het is een belangrijke stap op de route naar succes.
“Je kon toen al zien dat Jens een heel geestige absurditeit in zich had”, vertelt komiek Wouter Deprez. Hij organiseert in die vroege fase van Dendonckers carrière De Avond van de Luistervink, een reeks bonte theateravonden waar onontdekte talenten het podium delen met vaste waarden. Dendoncker valt hem op door het gemak waarmee hij nieuw materiaal aanmaakt en hoe hij tijdens shows durft te improviseren.
Dendoncker is nieuwsgierig en vastberaden om bij te leren, en is volgens Deprez nooit bang “om de onnozelheid in zichzelf te omarmen”. Tijdens zijn shows maakt hij zo grappen over zijn gewicht, zijn angsten en de zware epileptische aanvallen die zijn leven tekenen. In de handen van een andere artiest zouden die onderwerpen misschien zwartgallige of moraliserende anekdotes opleveren, maar Dendoncker fietst daar handig omheen. “Hij hoeft geen echte boodschap te brengen, het is anderhalf uur lang bullshit. Maar door zichzelf op die manier te relativeren, vertelt hij wel iets”, zegt zijn vriend en medekomiek Jeroen Verdick.
Niet afgeborsteld
Het is een mening die hij deelt met de juryleden van de Lunatic Comedy Award, Humo’s Comedy Cup en de Humorklas van Radio 2. Wedstrijden die Dendoncker stuk voor stuk wint en die zijn netwerk binnen andere, verrassende segmenten van de culturele wereld vergroten. Want de manier waarop Dendoncker zich profileert, roept misschien niet meteen associaties met gezellig familie-entertainment op. En toch is zijn vermogen tot zelfrelativering naast zijn komisch talent net een van de cruciale factoren om zijn snelle opmars in het televisielandschap te verklaren.
Dendoncker neemt deel aan enkele brainstormsessies voor het komische televisieprogramma Hoe zal ik het zeggen? wanneer hij plots de vraag krijgt om een schermtest te doen. Regisseur Tim Van Aelst is geïntrigeerd door de manier waarop Dendoncker zelfs aan de lunchtafel iedereen kan inpakken en wil hem graag een nieuwe rol toebedelen. Hij is misschien minder afgeborsteld dan de doorsnee VTM-presentator, maar dat kan volgens Van Aelst net een voordeel zijn voor een komisch programma. Kijkers appreciëren een aimabele uitstraling en voelen zich sneller op hun gemak.
Van Aelst: “Bovendien gaat hij de ‘lelijkheid’ niet uit de weg, terwijl veel mensen daar wel last van hebben. Hij is bezig met hoe hij de beste presentator kan zijn, niet hoe hij er zelf het best uit kan komen.” Zo komt het dat op een van de eerste promobeelden voor Hoe zal ik het zeggen? te zien is hoe Dendoncker aan een boom hangt terwijl hij enkel een lendendoek, een blonde pruik en vleugels draagt. Het programma heeft nu eenmaal een Cupido-imitator nodig.
Demonen
Het rauwe kantje van Dendoncker valt in de smaak bij VTM en zorgt later voor variatie in de vaak vrij vlakke panelshows die de zender produceert. Ondanks dat professionele succes heeft hij het echter moeilijk om in zijn privéleven gelukkig te zijn. De demonen die hem al sinds zijn adolescentie plagen, steken eind 2020 weer de kop op. Hij laat zich opnemen in een psychiatrisch centrum en communiceert daar al snel open over. In het kader van zijn shows zijn die persoonlijke problemen soms een aanleiding tot humor, maar daarbuiten haalt hij ze aan om taboes te doorbreken.
“Ik hoop dat mensen er steun of hoop uit putten en het gevoel krijgen dat ze niet alleen zijn. Zodat ze later ook sneller de stap naar professionele hulp durven te zetten”, vertelt hij later aan Luk Alloo. Naast zijn engagement rond psychische problemen probeert hij als ambassadeur van de Epilepsie Liga om aandacht te vragen voor zijn lotgenoten.
Na zijn vertrek uit de psychiatrie doet de komiek het in eerste instantie wat rustiger aan. In het vierde seizoen van Hoe zal ik het zeggen? krijgt hij daarom versterking van Verdick als copresentator. “Hij had iets nodig om naar uit te kijken”, vertelt die laatste over de opnameperiode. “Je zag hem opleven, hij haalde er echt energie uit.”
Zaalshow in de koelkast
Die moed sterkt Dendoncker nu om aan een volwaardige comeback te werken, en die speelt zich volledig binnen de studio’s van VTM af. In afwachting van het derde seizoen van The Masked Singer is hij in Jachtseizoen, Wie zoekt die wint en de nieuwe quiz Even goeie vrienden te zien. De plannen voor een nieuwe zaalshow liggen daardoor tijdelijk in de koelkast, en de vraag is of Dendoncker als rasechte creatieveling zal kunnen aarden binnen de strakke formats van VTM. Als presentator van een commerciële spelshow is er nu eenmaal minder ruimte voor gewaagde en uitdagende humor dan in een zaal vol comedyfans.
“Ik denk dat die honger op termijn wel terug zal komen, want dit alleen zal niet voldoende voor hem zijn. Al krijgt hij wel een grote speeltuin aangeboden. Na een moeilijke periode zal het hem sowieso deugd doen om daarin rond te lopen en om zich weer goed in zijn vel te voelen”, zegt Van Aelst.