De 'Boléro' van Béjart: oudbakken ballet of tijdloze tour de force? 'Het is een ware uitputtingsslag'
Achtergrond. Zelden wordt het een compagnie toegestaan om de Boléro van Maurice Béjart te dansen. Voor het eerst mag Ballet Vlaanderen zich laten opzwepen door de bezwerende dans van de eigenaardige choreograaf. Zijn dierlijke dansers lokten ooit bussen vol toeschouwers. Maar is Béjart nog van deze tijd?
De Boléro van Ravel, in een choreografie van Maurice Béjart, duurt hooguit een kwartier. De solist staat op die iconische ronde, rode tafel, omgeven door veertig dansers. Een witte spot verlicht enkel de handen van de solist, die traag over zijn lichaam glijden. De danser wordt steeds zichtbaarder en wipt zachtjes op en neer. Een eenzame dwarsfluit wordt ondersteund door het dwingende ritme van een kleine trom. Als het orkest aanzwelt, worden de bewegingen van de solist groter, seksueler, bezwerend. De dansers staan een voor een op van hun stoel om de solist te vergezellen, de choreografie en muziek zwepen hen op. Tegen het einde wordt er gestampt en gesprongen en barst de dans uit in een extatische climax.
Het is een ware uitputtingsslag, zegt danser Wim Vanlessen (Ballet Vlaanderen), die weldra op de rode tafel staat. Niet alleen moet hij de trance vermijden - "Je moet dansen in opperste concentratie, want je loopt er makkelijk in verloren" - fysiek is de Boléro niet min. Minutenlang wipt hij op en neer, pijnlijk voor de enkels. "Op een gegeven moment zijn je benen helemaal verzuurd, en dan moet je nog springen en dansen op één been." Maar: op die tafel dansen is ook de grote droom die uitkomt.
Deze maand is Maurice Béjart, de Franse choreograaf, alom tegenwoordig. Nu ja, dat was het plan. Zijn IXde Symfonie, een choreografie op het gelijknamige muziekstuk van Beethoven, zou hier dit weekend gedanst worden door het Béjart Ballet Lausanne en Tokyo Ballet, helaas werden de Japanners opgeschrikt door de aanslagen en gaven ze verstek.
Het Ballet Vlaanderen brengt gelukkig wel de alombekende Boléro, als afsluiter van een drieluik van Maurice Ravel (zie kader). Dat is best bijzonder, want het Béjart Ballet Lausanne is heel spaarzaam met de erfenis van zijn oprichter. Zelden worden de rechten van zijn balletten vrijgegeven, Lausanne beslist zelf wie op de tafel mag. Het is dan ook de eerste keer dat Ballet Vlaanderen de Boléro danst. Vanlessen: "Sommige compagnies wachten wel twintig jaar. Het is best exclusief en een hele eer. De mensen die deze rol gedanst hebben, betekenen echt iets."
Touringcars met vrouwengildes
Toen Béjart in 2007 overleed, hij werd 80, noemde deze krant hem een van de belangrijkste choreografen van de laatste drie eeuwen. "Hij introduceerde op een revolutionaire manier het moderne ballet." Was hij inderdaad een van de allergrootsten? "Een cruciaal figuur voor de hedendaagse dans was hij zeker", zegt Anne Teresa De Keersmaeker, die eind jaren zeventig les volgde aan Mudra, zijn legendarische dansschool in Brussel. "Ik ben hem het meest dankbaar voor het feit dat hij dans naar het grote publiek gebracht heeft."
We kunnen ons dat vandaag moeilijk voorstellen, maar Béjart was een choreograaf die vlotjes grote zalen als Vorst Nationaal uitverkocht. Met touringcars kwamen vrouwengildes van heinde en verre om zijn spektakelballetten met eigen ogen te zien. De Muntschouwburg, waar hij 27 jaar lang kind aan huis was, beleefde dankzij hem glorieuze tijden.
De in 1927 in Marseille geboren Béjart was veertien toen hij naar de balletschool gestuurd werd omdat hij er fysiek belabberd aan toe was. Blijkbaar had hij het daar reuze naar zijn zin, al vonden zijn leraren hem te klein en te plomp om het ver te schoppen in de danswereld.
De volhardende Béjart trok zich daar niets van aan en reisde Europa rond om in de leer te gaan bij vooraanstaande balletcompagnies. Hij werkte zich op tot principal (belangrijke danser die de solo's voor zijn rekening neemt) maar vond de klassieke balletten op den duur te beperkend. Op zijn negentiende waagde hij zich aan zijn eerste choreografieën. Hij zou er uiteindelijk ruim 120 tot 150 bedenken, afhankelijk van de bron.
Borstkas vooruit
Wat maakte zijn dansen zo bijzonder? "Als kind was ik echt onder de indruk van zijn film Les uns et les autres, van Claude Lelouch. Daarin kwamen verschillende stukjes choreografie van Béjart samen", herinnert Sidi Larbi Cherkaoui, artistiek leider van Ballet Vlaanderen, zich. "De manier waarop hij het lichaam presenteerde, was zo anders: niet artificieel maar authentiek en menselijk." Béjart emancipeerde de mannelijke danser, die voorheen vooral de prima ballerina mocht ondersteunen of hoog de lucht in tillen. Ze waren atletisch en gespierd, krachtig en sensueel. Cherkaoui: "Klassieke dansers presenteren zichzelf op een heel elegante wijze. Bij hem ging die lichaamshouding verder: ze brachten hun borstkas enorm vooruit of duwden hun heupen naar voren tot ze iets heel dierlijks kregen."
Zijn voorstellingen waren expressief, sterk mythisch geladen en niet zelden voorzien van een erotische ondertoon. Le sacre du printemps, zijn eerste triomf in 1959 op muziek van Stravinsky, toonde vijftig dansers (de vrouwen met losse haren) die zich inderdaad haast als beesten op de scène bewegen, of deelnemen aan een primitief ritueel dat aanzwelt tot een uitbundig hoogtepunt. Het lijdt geen twijfel dat jonge jongens, die worstelden met hun geaardheid, in die tijd niet wisten wat hen overkwam toen in de Boléro een halfnaakte man sensueel dansend op die tafel stond, zonder gêne. En heel de wereld vond dat nog mooi ook. Béjart creëerde evengoed voorstellingen op muziek van Queen en liet zich beïnvloeden door Indiase dans. Vanlessen: "Met het instrumentarium van de perfect geschoolde, klassieke danser creëerde hij vernieuwende interpretaties."
De Keersmaeker vindt niet dat Béjart al te flink heeft geschud aan het verleden. "Hij rukte de klassieke balletten zoals het Zwanenmeer weg uit het traditionele, narratieve stramien, maar je kunt niet zeggen dat hij het klassieke vocabularium heeft veranderd of gedeconstrueerd."
Revolutionair was wel Mudra, waar jonge dansers van over heel de wereld zich ontplooiden in de schaduw van Béjarts compagnie, het Ballet van de XXste Eeuw, dat toen zijn hoogtepunt beleefde. "We zaten heel dicht bij sterren op wereldniveau", vertelt De Keersmaeker. De studenten werden niet alleen danstechnisch onderwezen, maar kregen ook zang, theater of percussie.
De Keersmaeker beschrijft het als een bijna anarchistische opleiding in die tijd, hoewel Béjart heerste als een keizer. "Het was een totaal andere kijk op wat een dansopleiding kon zijn. Voor veel grote namen was Mudra een echt ankerpunt." Haar eigen dansschool P.A.R.T.S. is geïnspireerd op die principes, tal van Béjarts studenten zouden later uitgroeien tot ronkende namen in de danswereld. Ook daar ligt een grote erfenis. "Ik merk dat de dansers die hij heeft achtergelaten, zich nog steeds erg emotioneel met hem verbonden voelen", zegt Cherkaoui.
Mudra sloot in 1988, vier jaar later opende hij een school in Lausanne, nog steeds een van de meest bekende professionele dansscholen. Vanlessen en de drie andere solisten die klaargestoomd worden voor de grote solo, werden ook naar ginds gestuurd om zich daar onder te dompelen in de wereld van Béjart. Sommigen beweren dat Béjart, ooit een jonge hemelbestormer, uiteindelijk zelf de vernieuwing van dans lang heeft tegengehouden. Dat deed hij heus niet opzettelijk. Maar terwijl in New York figuren als Merce Cunningham en Trisha Brown furore maakten met hun radicaal minimalisme of bijzondere improvisaties, regeerde hier decennialang keizer Béjart. Het zou tot 1983 duren, het jaar waarin De Keersmaeker Rosas danst Rosas bracht, dat er in ons land een nieuw tijdperk aanbrak voor de hedendaagse dans.
Béjart was net daarvoor met slaande deuren uit de Munt vertrokken. De jonge directeur Gerard Mortier had frisse plannen voor het noodlijdende cultuurhuis, de keizer had wat van zijn glans verloren. De pijnlijke krachtmeting tussen de twee grootheden liep zodanig uit de hand dat zelfs ministers betrokken werden. Het was Béjart die de Munt en ook België verliet.
Cherkaoui: "Zijn vertrek heeft een vacuüm, een nieuwe ruimte gecreëerd."
De Keersmaeker ziet dat niet zo: "Het idee dat hij de ontwikkeling van de dans in de weg heeft gestaan, is onjuist. Zijn werk was uiteindelijk veel meer verankerd in een combinatie van spektakel en klassiek ballet dan in de vernieuwende hedendaagse dans. Zo'n sterke identiteit biedt ook een kans om je daar tegenover te positioneren als jonge maker. De enigen die hebben geleden onder het grote aura van Béjart, zijn het Ballet van Vlaanderen en (stichter) Jeanne Brabants."
Gedateerd doch tijdloos
Hoe het ook zij, in ons land wordt nog steeds gedanst op wereldniveau. Of daarin nog plaats is voor Béjart? De Keersmaeker twijfelt: "Ik vind Béjarts Sacre du printemps meer gedateerd dan Frühlingsopfer van Pina Bausch, op dezelfde muziek. En zijn IXde Symfonie, een van zijn sleutelwerken met fantastische dansers, lijdt toch wel erg onder het verstrijken van de tijd. Sowieso hield ik altijd meer van zijn vroege werken, pure choreografieën zonder theatraliteit."
Toen Cherkaoui bij het overlijden van Béjart om een reactie werd verzocht, klonk hij niet bijster geïnteresseerd. "Maar nu zie ik dingen in zijn werk waarvoor ik eerder geen oog had. Ik voel me niet geroepen om te putten uit zijn danstaal, maar de manier waarop hij zijn composities opbouwt, vind ik veel interessanter dan vroeger. In Lausanne voelde ik ook dat hij een geschiedenis en waarde belichaamt waarop wij kunnen reageren. Net zoals je beter schrijft als je veel leest." Of neem nu zijn voorstelling Firebird, met een sterke politieke lading. Inhoudelijk blijft dat overeind, vindt Cherkaoui: "Zijn expressie was zo persoonlijk en geëngageerd".
Vanlessen: "Iedereen die met dans bezig is, werd beïnvloed door Béjart. De perfectie in zijn lijnen vind ik bewonderenswaardig, helaas zie je dat weinig vandaag. Maar net die geschoolde vernieuwing maakt zijn stukken tijdloos."
RAVEL
Sidi Larbi Cherkaoui, Jeroen Verbruggen en Maurice Béjart, van 28/5 tot 25/6 operaballet.be