De Blauwe Gemeneriken van Pepperland
Wereldpremière van de gerenoveerde 'Yellow Submarine' in Liverpool
Johan Ral
Met de Yellow Submarine was het niet de eerste keer dat The Beatles als tekenfilmfiguren werden opgevoerd. Van september 1965 tot 1969 zond het Amerikaanse ABC een reeks van tweemaal 39 Beatle-cartoons uit. Elke aflevering duurde (reclame inbegrepen) ongeveer een half uur, waarin telkens twee verhaaltjes te zien waren én twee songs, waarvan de woorden van het scherm te lezen waren, zodat de huiskamer de hits kon meezingen. Karaoke of De Notenclub avant la lettre dus.
Het was de producer van die reeks, Al Brodax, die einde 1966 met het idee kwam van een tekenlangspeelfilm, gebaseerd op de door Paul McCartney als kinderliedje bedoelde meezinger over een zeeman die vertelt over zijn avonturen in een gele duikboot en die John Lennon wat surrealistisch had gekruid.
Een groot deel van de ploeg die verantwoordelijk was voor de televisiereeks Beatle-tekenfilms, zal dan ook aan Yellow Submarine meewerken, in de eerste plaats regisseur George Dunning en animation director Jack Stokes.
Maar het is vooral dankzij de inbreng van de in Tsjechië geboren Heinz Edelmann dat het project is uitgegroeid tot een mijlpaal in de geschiedenis van de popart. Toen hij voor Yellow Submarine werd benaderd, was Edelmann al een gereputeerd graficus, werkzaam in Duitsland en bekend voor zijn posters en avant-garde-illustraties, onder meer voor het magazine Twen.
Op suggestie van de experimentele graficus Charlie Jenkins werd Edelmann ingehuurd als art designer. Met zijn tweeën hebben zij ervoor gezorgd dat Yellow Submarine een wervelend visueel spektakel is geworden, waarin allerlei animatietechnieken afwisselend worden gebruikt, met daarin verwerkt fotomateriaal en reële filmbeelden. De invloed van de surrealisten is overduidelijk, met Magritte voorop. Magritte, die McCartney in 1966 had ontdekt en die ook de rechtstreekse inspiratie was voor het logo van het Beatles-bedrijf Apple. De appel is trouwens zeer aanwezig in de film.
Het werd elf maanden hard zwoegen en ploeteren. In feite was er geen echt script, alleen een los verhaal met als uitgangspunt de Gele Duikboot zelf en Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band, de alter ego's van The Beatles waarnaar hun legendarische elpee van 1967 is genoemd.
Een ploeg van meer dan veertig man heeft aan de film geschreven, improviserend naargelang het project vorderde. De centrale figuur onder hen was Erich Segal, toen nog jong assistent aan de Yale-universiteit, later vooral bekend van de bestsellers Love Story en het vervolg daarop, Oliver's Story.
Om het geheel een echt Beatles-gevoel te geven, werd Roger McGough ingehuurd, de Liverpoolse dichter-schrijver die met Paul McCartneys broer Mike deel uitmaakte van de groep Scaffold. McGough moest de typisch Liverpoolse humor in het geheel brengen, vol absurde woordspelingen en referenties naar Beatle-songs. Die dialogen werden met een Liverpools accent gebracht door de acteurs die de Beatles 'speelden'. Zo werd Yellow Submarine de logische voortzetting van de vorige Beatle-films A Hard Day's Night (1964) en Help! (1965), waarin de vier ook een karikatuur van zichzelf moesten brengen.
In Yellow Submarine worden ze één voor één in het verhaal gebracht, volgens het bekende patroon. Ringo, de eenvoudige, sympathieke sul ploft te voorschijn uit een gele ballon. John Lennon, de cynische intellectueel, wordt als een monster van Frankenstein tot leven gewekt. George Harrison, de mystieke Beatle, wordt door de anderen uit zijn meditatie gehaald, op de sitarsolo van Love You To en op filmbeelden van India. Babyface Paul McCartney ten slotte, de zelfingenomen dandy, wordt ten tonele gevoerd na afloop van een pianoconcert.
Yellow Submarine was voor de Beatles zelf niet veel meer dan een middel om van hun verplichtingen met United Artists af te geraken, hetgeen overigens mislukte. Brian Epstein, hun manager, had aan het prille begin van hun carrière met United Artists een contract getekend voor drie films. Maar na A Hard Day's Night en Help! hadden ze er geen zin meer in. Ondanks het succes van Yellow Submarine en hoewel UA hem ook verdeelde, accepteerde de filmmaatschappij de tekenfilm niet als derde Beatle-film. Dat werd later Let It Be.
De Beatles waren dus nauwelijks bij het project betrokken. Wel gaven ze, met tegenzin, vier tot dan uitgegeven nummers voor de film, All Together Now, Hey Bulldog van Lennon en McCartney en It's All Too Much en Only A Norther Song van George Harrison. En aan het einde komen ze nog even zelf in beeld voor een korte epiloog van welgeteld 35 seconden. Sindsdien hebben ze zich blijkbaar bij hun eigen geschiedenis neergelegd en zich met het project verzoend.
Hoewel de Beatles dus, behalve via hun muziek, niet de creatieve kracht achter Yellow Submarine waren, draagt de film zeer sterk bij tot de beeldvorming rond de Fab Four.
Een belangrijke rol daarin speelt de figuur van Ringo Starr, die met name in de Verenigde Staten altijd de meest populaire Beatle is geweest. Nu wordt Yellow Submarine precies door hem gezongen en zoals in A Hard Day's Night en Help! draait de plot op een bepaald ogenblik rond Ringo die in gevaar is. In de Angelsaksische wereld is Ringo, voor een hele reeks opeenvolgende generaties, trouwens een soort van Nonkel Bob of Samson. Vanaf 1984 zal hij ook de verteller zijn van de razend populaire tv-avonturen van Thomas the Tank Engine.
Niet toevallig laat hij zich midden de jaren tachtig zelfs verleiden tot het presenteren van een reeks radioprogramma's waarin hij het verhaal van de Beatles vertelt, getiteld: Ringo's Yellow Submarine - A Voyage Through 20 years of Beatle Magic.
Alleen door middel van zoiets kunstmatigs als een tekenfilm konden twee op zich onverenigbare dimensies van The Beatles met elkaar worden verzoend: het stereotiepe imago van John, Paul, George and Ringo en een bloemlezing uit hun sterkste werk, geproduceerd in hun meest creatieve jaren: 1965 (Rubber Soul), 1966 (Revolver) en 1967 (Sgt. Pepper). Maar intussen evolueren de vier uit Liverpool op het artistieke en persoonlijke vlak met een niet bij te houden snelheid.
Op het moment dat de film wordt gemaakt en zeker wanneer hij uitkomt, is hij daarom hopeloos achterhaald ten opzichte van The Beatles zelf. Yellow Submarine gaat in première in juli 1968, drie maanden na de terugkeer van de Beatles uit India, tijdens de opnames van de dubbelelpee The Beatles, beter bekend als The White Album. Daarvoor nog, einde 1967, was er bovendien de door de groep en vooral Paul McCartney zelf geschreven en geregisseerde tv-film Magical Mystery Tour.
Wanneer eindelijk de plaat van de film uitkomt, begin 1969, tijdens de opnamen voor Let It Be, is hij helemaal misplaatst, tussen de avant-gardistische geluidsexperimenten van John en Yoko, de 'dubbele witte' en, acht maanden later, Abbey Road. Maar nu, 30 jaar later, maakt dat allemaal uiteraard niets meer uit.
De kracht van Yellow Submarine ligt ook in de universaliteit van het verhaal. Het vredige Pepperland, 240.000 zeemijl onder de zeespiegel, wordt op zeer brutale wijze bezet door de gemene Blue Meanies. In hun dictatuur zijn kleuren en muziek verboden. Met hun leger van Apple Bonkers, Butterfly Stompers, Snapping Turtle Turks, the Count Down Clown en de gevreesde Vliegende Handschoen smoren de Blue Meanies de muziek van de lokale fanfare, Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band en 'bevriezen' ze de bevolking van Pepperland in zwart-grijs-wit.
Precies hetzelfde thema was - in 1966! - het onderwerp van Chromophobia, de tien minuten lange tekenfilm van de Belg Raoul Servais.
De maatschappelijke inspiratie voor het verhaal ligt voor de hand: 1966-1967 is de tijd van de dictatuur in Griekenland, de culturele revolutie van Mao in China, de oorlog in Vietnam en de Koude Oorlog. De Blauwe Gemeneriken zouden oorspronkelijk trouwens rood gekleurd zijn. Maar om allerlei onduidelijke redenen werden ze plots blauw.
Gelukkig kan Old Fred ontsnappen in de Gele Duikboot. Hij komt in Liverpool terecht, waar hij John, Paul, George en Ringo kan overtuigen met hem mee te gaan om Pepperland te redden. Onderweg ondergaan ze de meest uiteenlopende ervaringen. Zo varen ze door de Sea of Time en de Sea of Monsters, waar ze opgeslokt worden door het gevreesde Stofzuigermonster, dat bovendien zichzelf opzuigt. Onderweg maken ze ook kennis met de innemende Nowhere Man, de hoogbegaafde Jeremy Hilary Boob. Via de Sea of Holes en de Sea of Green komen ze uiteindelijk in Pepperland aan. De Beatles trekken er de uniformen aan van hun alter ego's van Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band en beginnen zo aan de muzikale herovering van Pepperland.
Aan het slot van de film komen The Beatles zelf in beeld, om ons te waarschuwen voor een volgende invasie Blue Meanies - en ons uit te nodigen om ze op een afstand te houden door met volle borst All Together Now mee te zingen. Dit is duidelijk een vervolg op het televisieoptreden van The Beatles, in de eerste 'Mundovisie'-uitzending die op 25 juni 1967 in 25 landen live was uitgezonden. Daar brachten ze All You Need Is Love - het nummer dat de Blue Meanies uiteindelijk tot overgave dwingt. Nog beter: de Beatles slagen erin ze te bekeren tot het goede.
Uiteindelijk bevat Yellow Submarine dus twee boodschappen die je 30 jaar later in een film als The Matrix terugvindt. Ten eerste: ten slotte overwint de liefde alles, ook totalitaire regimes. Ten tweede: nothing is real. Dit zinnetje uit Strawberry Fields Forever was indertijd het motto van de film.
"De film is gerenoveerd, niet gerestaureerd", zegt Bruce Markoe van MGM/United Artists. "Restauratie betekent dat je iets in zijn oorspronkelijke vorm terugbrengt. Maar wat wij met Yellow Submarine hebben gedaan, is hem renoveren, dat wil zeggen: een kunstwerk verbeteren terwijl je trouw blijft aan de integriteit van het origineel." De beelden zijn digitaal opgepoetst - vooral de eerst 40 minuten van de film waren erg vuil en gekrast - en de kleuren zijn in hun oude glorie hersteld. Maar sommige onvolkomenheden, met name van de beweging in de animatie, zijn er met opzet in gelaten om de authenticeit van de film te vrijwaren.
Alweer om trouw te blijven aan het originele concept, is de scène met de blauwe bloedhonden, op de tonen van John Lennons Hey Bulldog, en die indertijd uit de Amerikaanse versie van de film was geknipt, er opnieuw in ingelast.
Het is vooral de klank die verrassend frisser klinkt, dankzij de digitale behandeling en het volledig hermixen van de muziek, in 5.1 surround sound. Sommige geluidseffecten zijn wel versterkt of aangevuld, maar uitsluitend met gebruik van het originele materiaal.
Conclusie: om optimaal van de nieuwe Yellow Submarine te genieten, in al zijn kleuren en geluiden, moet je hem eigenlijk in de bioscoop zien.
De Yellow Submarine thuis
Thuis kunt u van de gerenoveerde Yellow Submarine genieten op VHS of op DVD.
De vorige VHS-versie dateerde al van meer dan tien jaar geleden.
Op de special edition DVD, in breedbeeldversie, staan bovendien The Mod Odyssey, een exclusieve kijk achter de schermen, de originele bioscooptrailer, storyboards die in de film niet werden opgenomen, interviews,
en een apart kanaal met alleen de originele filmmuziek.
'Yellow Submarine' was voor The Beatles zelf niet veel meer dan een middel om van hun verplichtingen met United Artists af te geraken, hetgeen overigens mislukteDe maatschappelijke inspiratie voor het verhaal ligt voor de hand: 1966-1967 is de tijd van de dictatuur in Griekenland, de culturele revolutie van Mao in China, de oorlog in Vietnam en de Koude Oorlog