InterviewSocioloog Ruud Koopmans
‘De aanslagen die wij hier meemaken zijn maar het topje van de ijsberg’
Stevent Europa af op een nieuwe reeks terreuraanslagen zoals in de jaren 2013-2016? Socioloog Ruud Koopmans denkt dat we er nog niet vanaf zijn. ‘Als er zo veel aandacht en actieve steun naar de aanslagen in Frankrijk gaat, dan is het een ideaal moment om toe te slaan.’
Waarom er juist nu een opflakkering in het terrorisme ontstaat, is niet eenvoudig te beantwoorden, zegt Ruud Koopmans vanuit Berlijn aan de telefoon. De hoogleraar sociologie en migratie aan de Humboldt Universiteit is tevens directeur van de afdeling Migratie, Integratie en Transnationalisering aan het Wissenschaftszentrum in Berlijn. Hij doet onder meer onderzoek naar religieus fundamentalisme, Europese integratie en extreemrechts geweld. In 2019 verscheen zijn boek Het vervallen huis van de islam.
Dat er sprake is van een reeks op elkaar volgende aanslagen hoeft er niet op te duiden dat het om gecoördineerde acties gaat, denkt Koopmans: “Waarschijnlijk speelt imitatie een rol. De moord op de Franse leraar Samuel Paty kreeg veel aandacht en ook heel wat steun van de islamitische wereld. Mensen als president Erdogan en de premier van Pakistan kwamen in verweer tegen de karikaturen en veroordeelden de aanslag hoogstens formeel. Dus ja, dat kan andere, potentiële extremisten op het idee brengen dat ze moeten handelen in naam van veel mensen uit de islamitische wereld.”
Wat de recente aanslagen in Frankrijk nog beangstigender maakt, is de onthoofding van Samuel Paty en de poging tot onthoofding van de vrouw in de basiliek van Nice. Velen zijn bang dat ook deze praktijk straks opnieuw wordt geïmiteerd.
“In 2016 werd al eens een priester in Frankrijk onthoofd,” herinnert Koopmans zich. “En zestien jaar geleden werd Theo van Gogh (een Nederlandse programmamaker, JdR) de keel overgesneden. Nieuw is het dus niet in Europa. Maar het is heel erg schokkend en dat is net de bedoeling. Dus werkt het.”
Corona heeft volgens de socioloog niets te maken met de aanslagen. Hij denkt dat de gesloten grenzen en het reisverbod de activiteiten van terroristen eerder afremmen dan aanmoedigen. “Ook snijdt het weinig hout dat je de oorzaken van dit soort extremisme in Europa moet zoeken. De problemen spelen in de islamitische landen, daar valt ook 95 procent van de doden door islamistisch geweld. Een klein deel daarvan komt in Europa of de VS terecht.”
Toch zijn de aanslagen in Europa geen verrassing voor de socioloog. Verschillende onderzoeken wijzen uit dat het gewelddadig islamitisch extremisme geworteld is en ook gelegitimeerd wordt door een veel breder ideologisch spectrum, stelt Koopmans. “Een spectrum van islamistische organisaties en fundamentalistische moslims die weliswaar niet zelf tot geweld overgaan en dat ook niet de beste strategie vinden maar die wel veel van de radicale ideologieën delen en er ook verantwoordelijk voor zijn dat ze verspreid worden. Dat sfeertje wordt in de islamitische wereld constant opgestookt, ook door leiders als Erdogan de laatste tijd.”
Veel mensen dachten dat met het verslaan van de Islamitische Staat in Syrië en Irak we van het terreurgeweld af zouden zijn. Dat idee is bij deze wel gelogenstraft, vindt Koopmans. “Islamitische Staat is niet dood en in sommige delen van de wereld nog behoorlijk actief. Maar de ideologische onderstroom van het islamitisch fundamentalisme gaat natuurlijk verder dan IS, hij is al zeker sinds 1979 actief, toen de Iraanse revolutie plaatsvond en de burgeroorlog in Afghanistan. Tegelijk waren er ook in Saoedi-Arabië fundamentalistische opstandelingen in de weer. Sindsdien is het gedachtegoed niet meer weggeweest, integendeel, het is de afgelopen 20 jaar nog sterker geworden.”
Wat we in Europa vaak vergeten, denkt Koopmans, is dat het terreurprobleem in het Midden-Oosten, Pakistan, Afghanistan en in delen van Azië dagelijkse kost is. “Om nog maar te zwijgen over West-Afrika waar het jihadisme de laatste jaren enorm is opgelaaid en duizenden doden kost. Wat wij hier meemaken is maar het topje van een grote islamistische ijsberg die een groot deel van de wereld in zijn greep heeft.”
Of de aanslagen in Europa het afgelopen jaar allemaal werk zijn van individuen, valt nog af te wachten. “De aanslag in Wenen is duidelijk langer op voorhand gepland,” zegt de socioloog. “Maar de timing is een kwestie van gelegenheid en opportuniteiten. Extremisten zijn misschien wel slecht, maar ze zijn niet dom. Als er zo veel aandacht en actieve steun naar de aanslagen in Frankrijk gaat, dan is het een ideaal moment om toe te slaan.” Andere aanslagen zijn dan ook zeker niet uit te sluiten denkt hij, al is het speculeren of we nu aan het eind van de aanslagengolf zitten of aan het begin.
Politieke chantage
Dat de recente uitspraken van president Erdogan over Macron en de islam aanzetten tot haat, kan moeilijk anders worden geïnterpreteerd. “Daar moet Europa een duidelijk standpunt over innemen. Erdogan is leider van een NAVO-lidstaat en aspirant-lid van de Europese Unie. Maar tot nu toe krijgt hij weinig tegenstand van Europa. Je komt er niet mee door te zeggen dat zijn uitspraken niet acceptabel zijn. Als we te maken hebben met iemand die dit soort dingen herhaaldelijk zegt in een context van geweld en aanslagen, dan moet je als politicus meer doen. In elk geval heeft Macron een goeie stap gezet door de Turkse Grijze Wolven te verbieden. Maar wat mij betreft mag ook Diyanet, de Turkse afdeling voor religie die onder Erdogan valt, aangepakt worden. Oostenrijk heeft dat enkele jaren geleden al gedaan.”
Europa had beter al jaren eerder het toetredingsproces van Turkije opgeschort, klinkt het. “Je hoeft de deur voor Turkije niet voor altijd op slot te gooien, maar zolang Erdogan niet op zijn schreden terugkeert en een andere houding aanneemt, ten opzichte van Europa, het islamisme en van de mensenrechten in zijn eigen land, moet die deur wel op slot blijven.”
De enige echte reden voor Europa’s afwachtende houding is de vluchtelingendeal die Erdogan met Europa heeft afgesproken. Europa vreest ervoor dat Turkije zijn grenzen opengooit, wat een nieuwe vluchtelingenstroom naar Europa zal veroorzaken. Pure politieke chantage, vindt Koopmans. “Wie zich politiek laat chanteren staat altijd zwak.”
Vraag is wat Europa kan doen tegen aanslagen zoals in Wenen en Frankrijk. In Frankrijk werd het hoogste dreigingsniveau afgekondigd. Na de gebeurtenissen in Wenen verhoogde ook het Verenigd Koninkrijk het dreigingsniveau van substantieel naar ernstig. In Duitsland geldt dan weer een verhoogde waakzaamheid aan de grensovergangen met Oostenrijk en in Berlijn. België heeft het dreigingsniveau niet opgetrokken. Er zou geen directe aanleiding voor zijn, klinkt het bij het OCAD, het orgaan voor de dreigingsanalyse.
Koopmans: “De aanslagen gebeuren iedere keer opnieuw omdat we niet willen inzien dat het om meer gaat dan een relatief kleine groep mensen die werkelijk tot geweld overgaat. Als je het louter bekijkt als een probleem van gewelddadige extremisten, dan zul je het nooit oplossen. Wat dat betreft is islamitisch extremisme niet anders dan rechts-extremisme, of van de linkerzijde zoals in de jaren 70. We moeten inzien dat er een bredere voedingsbodem is van mensen en organisaties die geen geweld gebruiken maar wel haat tegen andere groepen verspreiden. Door onder meer te verkondigen dat de Westerse wereld of de joden uit zijn op de vernietiging van de islam. Of dat je de doodstraf verdient in een islamitische staat als je blasfemie pleegt. Dan moet je natuurlijk niet raar opkijken dat er mensen zijn die het vestigen van de islamitische staat een handje willen helpen en er zelf toe over gaan die doodstraf uit te oefenen.”
Daar zit dus het echte probleem, vindt de socioloog. Ook Macron geeft die richting aan in zijn recente toespraken. Waarmee hij het anders aanpakt dan de meeste andere Europese leiders. “Je moet het geweld niet alleen veroordelen. Macron heeft het ook over het bredere probleem van het islamitisch fundamentalisme waardoor het gedachtengoed wordt verspreid en aanslagplegers gemotiveerd worden.”
Koopmans uitspraken over het islamitisch fundamentalisme veroorzaakten eerder al heel wat controverse. Na onderzoek in de moslimgemeenschap in zes Europese landen, kwam hij tot de conclusie dat 44 procent van alle Westerse moslims als fundamentalistisch aan te merken zijn. In België zou zelfs meer dan de helft van de moslims fundamentalistische denkbeelden hebben. Uit zijn onderzoek kwam ook naar voren dat Belgische moslims tot de meest fundamentalistische en xenofobe van de zes bevraagde Europese landen horen. Alleen Oostenrijk scoorde hoger. Op de kritiek dat er in het onderzoek geen enkele ruimte voor nuance was, zei Koopmans dat een Duits onderzoek met andere vragen hetzelfde resultaat had opgeleverd.
“Dat onderzoek betekende niet dat al die mensen met een fundamentalistisch geloofsbeeld ook geweld in naam van het geloof goedkeuren of ondersteunen. En al helemaal niet dat ze zelf tot geweld zouden overgaan. Je hebt verschillende, zeg maar concentrische cirkels, waarvan de kern wel geweld gebruikt. Daar zit dan een groep rond die dat geweld goedkeurt, gevolgd door een groep die geweld niet goedkeurt maar wel de haat tegen bijvoorbeeld joden of homoseksuelen deelt en daarnaast is er een groep die de fundamentalistische geloofsopvattingen deelt. De andere helft van de groep moslims heeft met al die zaken niets te maken. Maar je kunt wat er gebeurt in die kern van geweldplegers niet begrijpen zonder je blik ook te richten op die andere groepen.
Uit de verspreiding van de boodschap dat je de koran en de Hadith letterlijk moet nemen en dat die opvattingen nog altijd gelden, volgt dat islamitische rechtsregels zoals de doodstraf op geloofsafvalligheid, homoseksualiteit of blasfemie voor een aantal mensen nog altijd wet zijn. Dat verklaart ook waarom honderdduizenden mensen de straat opgaan in islamitische landen en ook waarom veel moslims in Europa vragen dat er een verbod komt op karikaturen.”
In Nederland werd een petitie opgestart voor een verbod op blasfemie van de profeet. Binnen een dag waren er 50.000 handtekeningen.
Het is hetzelfde met geweld van radicaal rechtse kant, vindt Koopmans. “Als we het racisme niet bestrijden, komen we ook nooit af van het rechtse geweld. Er zal altijd wel weer een gek opstaan, soms met een psychische stoornis, soms ook niet. Maar het komt erop neer dat we eerst iets aan het racisme moeten doen. Zoals het erop neerkomt dat we alle vormen van extremisme even serieus moeten nemen. We moeten niet met twee maten meten, niet zeggen dat het probleem van het rechts-extremisme alleen ligt bij het handjevol mensen dat aanslagen pleegt. Ook hier geldt dat we het hele pakket, inclusief vreemdelingenhaat en racisme, moeten bestrijden.”
Geldstromen aan banden
Of een hardere aanpak van fundamentalistisch gedachtengoed juist geen averechts effect kan opwekken, is voor velen een vraag. Uiteindelijk gaat het erom de harten en hoofden te winnen van de moslimbevolking in Europa, denkt Koopmans. “We kunnen de strijd niet winnen als we geen respect hebben voor onze eigen waarden en als we autocratische ideologen als Erdogan simpelweg over ons laten lopen. Door ons zwak op te stellen, versterken we die ideologieën. We zijn het aan onze eigen burgers, inclusief de moslims, verplicht om tegen organisaties als pakweg de Grijze Wolven en Diyanet op te treden.”
Dat er dan misschien andere, ondergrondse organisaties zullen komen, is voor de hand liggend, stelt de socioloog. Maar dat wil niet zeggen dat je niets aan de huidige situatie moet doen.
“Ik heb veel onderzoek gedaan naar extreemrechts. Bleek dat toen in de jaren 90 veel extreme organisaties werden verboden het wel degelijk affect had op het radicaal rechtse geweld. Dat nam aanzienlijk af.”
Een concrete oplossing om het radicaal islamitische gedachtengoed aan te pakken, is het aan banden leggen van de geldstromen uit islamitische dictaturen naar West-Europa om moskeeën, imams en koranscholen te financieren, concludeert Koopmans. “Oostenrijk heeft dat al gedaan, in Nederland is er een wetsontwerp voor de stopzetting van financiering van dergelijke organisaties door autoritaire regimes. Dat klinkt complex maar het is een poging om iets te doen op een niet discriminerende manier. Het is dan ook niet alleen gericht tegen islamitische organisaties maar tegen alle religieuze bewegingen. Bovendien gaat het alleen om bepaalde financiering uit landen als Turkije, Iran en Saoedi-Arabië, niet uit democratische landen.”
Een andere concrete maatregel is het sturen van subsidies in de Europese landen zelf. “Tot nu toe kunnen in veel West-Europese landen bepaalde organisaties, gelieerd aan een buitenlands regime, gewoon overheidssubsidies ontvangen voor bijvoorbeeld een deradicaliseringsprogramma of sociaal werk. Daar moeten toch voorwaarden aan gesteld kunnen worden waardoor organisaties die niet op een democratische grondslag berusten niet in aanmerking komen voor subsidies of lidmaatschap van inspraakorganen van de overheid. Daarvoor hoef je geen moskeeën te sluiten, het is een andere manier om bepaalde invloeden in te perken.”