Zondag 28/05/2023

InterviewMichael Pollan

Dat dagelijkse kopje koffie bij het ontbijt of na het diner heeft meer invloed op u dan u denkt

Journalist Michael Pollan: ‘Als je alcohol of cannabis neemt, ben je je ervan bewust dat je niet nuchter bent. Cafeïne versmelt daarentegen heel mooi met onze geest.’ Beeld Els Zweerink
Journalist Michael Pollan: ‘Als je alcohol of cannabis neemt, ben je je ervan bewust dat je niet nuchter bent. Cafeïne versmelt daarentegen heel mooi met onze geest.’Beeld Els Zweerink

Voor zijn nieuwe boek over de invloed van bepaalde planten op ons brein stopte journalist Michael Pollan met het drinken van koffie. Hij wilde het effect ervan zelf ontdekken, maar al snel bleek dat hij het zwaar had onderschat. ‘Het voelde alsof ik een aandachtsstoornis had.’

Kaya Bouma

Halverwege het schrijven van zijn nieuwste boek begon Michael Pollan (67) zich serieus af te vragen of het iemand ook maar iets zou interesseren wat hij te zeggen had. De Amerikaanse journalist heeft een reeks bestsellers op zijn naam staan over voedsel, drugs en de menselijke geest, maar op dat moment kon hij zich niet meer herinneren waarom het hem ooit een goed idee had geleken te schrijven over de invloed van cafeïne op ons mentale functioneren.

Hij voelde zich wazig, onzeker en de concentratie om iets zinnigs op papier te krijgen ontbrak. De oorzaak van deze mentale inzinking was een verschijnsel dat in de DSM, het handboek van psychiatrische stoornissen, wordt omschreven als het ‘cafeïneonttrekkingssyndroom’. Pollan had, met andere woorden, last van afkickverschijnselen nadat hij gestopt was met het drinken van cafeïne.

“Je kunt niet over een drug schrijven terwijl je onder invloed ervan bent”, vertelt de auteur. “Je moet afstand nemen, daarom was ik gestopt.” Het gevolg was dat het hem nauwelijks lukte een coherent verhaal te schrijven.

Het boek kwam er uiteindelijk toch en onlangs verscheen de Nederlandse vertaling. Plant en psyche gaat over de invloed die bepaalde planten hebben op ons brein en onze cultuur. In het boek behandelt Pollan de koffie- en theeplant (die cafeïne aanmaken), de opiumpapaver en de peyote: een cactus die het tripmiddel mescaline bevat, een middel dat in de Verenigde Staten alleen legaal is voor inheemse Amerikanen.

Het lukte u in eerste instantie bijna niet te schrijven nadat u was gestopt met het drinken van koffie. Was het effect echt zo sterk?

“Ja. Ik had niet zozeer last van de bekende afkickverschijnselen zoals hoofdpijn. Sommige mensen krijgen zelfs griepachtige verschijnselen. Bij mij voelde het alsof er een sluier was neergedaald. Ik had veel moeite me te concentreren, alsof ik een aandachtsstoornis had. Ik heb er veel van geleerd, onder andere dat mijn schrijfpraktijk diep verweven is met mijn verslaving aan cafeïne. Cafeïne heeft invloed op je concentratie, voor schrijven is dat noodzakelijk.’

Werd het niet beter na een paar weken?

“Tot op zekere hoogte wel, maar ik ben nooit meer helemaal mezelf geworden tot ik weer begon met cafeïne. Ik ben jong begonnen met koffie. Toen ik ongeveer tien jaar oud was dronk ik ‘s morgens koffie met mijn vader. Ik voel me normaler met cafeïne in mijn systeem dan zonder. Ik denk dat dat trouwens geldt voor veel mensen, maar daar kom je pas achter als je stopt.

“Een van de gekke dingen van cafeïne is dat je je er zo normaal bij voelt, tenzij je er heel veel van neemt. Als je alcohol of cannabis neemt, brengt dat een specifiek gevoel met zich mee. Je bent je ervan bewust dat je niet nuchter bent. Cafeïne versmelt daarentegen heel mooi met onze geest.”

Uw boek gaat behalve over cafeïne ook over morfine en mescaline. Waarom koos u juist voor deze drie middelen en de planten die ze voortbrengen?

“Drugs worden meestal onderverdeeld in stimulerende middelen en kalmerende middelen, uppers en downers. Psychedelica passen daar niet in, die noem ik ‘outers’. Ik wilde een middel uit elke categorie. Van deze drie middelen wist ik dat er interessante verhalen over te vertellen zijn.

“Het interessante aan cafeïne is dat bijna iedereen er ervaring mee heeft, maar weinig mensen staan stil bij de effecten ervan. Mescaline wordt vooral door de inheemse Amerikaanse bevolking gebruikt. Zij gaan er heel anders mee om dan Westerse gebruikers, daar kunnen we van leren.

“Opium is interessant vanwege de opiatencrisis, de verslaving aan pijnstillers. Dat is een enorm probleem is in de VS. We beschouwen opiaten nu als slecht, maar natuurlijk zijn ze ook een zegen voor mensen die geopereerd worden en voor mensen die stervende zijn, ze laten je sterven zonder pijn.”

In uw boek staat een essay dat u schreef in de jaren negentig, toen de drugsstrijd op zijn felst was. U beschrijft hoe u opiumpapaver in uw tuin verbouwde en thee ervan zette. Waarom voegde u het stuk toe?

“Destijds durfde ik delen van die tekst niet te publiceren, je kon voor zoiets in de gevangenis belanden. De oorlog tegen drugs lijkt nu te bekoelen (in verschillende staten in de VS is cannabis legaal en in de staat Oregon wordt het gebruik van magic mushrooms voor medische doeleinden ook legaal, KB).

Ik hoop dat die ontwikkeling ruimte schept voor een nieuwe relatie met psychoactieve stoffen: middelen als opium en cafeïne die invloed hebben op de geest. De Oude Grieken noemden drugs ‘pharmakon’, wat zowel gif’ als ‘medicijn’ betekent. Wij moeten leren deze twee tegenstrijdige ideeën tegelijkertijd in ons hoofd te houden als over drugs gaat. Ze zijn zowel gif als een zegen, afhankelijk van de context.

Welk middel wordt maatschappelijk het minst goed begrepen: morfine, cafeïne of mescaline?

“Ik denk toch cafeïne. Cafeïne is zo alomtegenwoordig dat we ons niet realiseren hoeveel invloed het heeft. Mensen zien het niet als drugs, maar beschouwen het als drinken. Het is legaal, het is niet controversieel, maar net als de andere middelen die ik bespreek verandert het het bewustzijn.

“Cafeïne heeft een krachtige invloed op het menselijke individu en op de menselijke soort. Sinds we de koffie- en theeplant hebben ontdekt zijn er allerlei historische veranderingen teweeggebracht: de industriële revolutie, de verlichting, het tijdperk van de rede.”

Dat is een grote stap: van het ontdekken van de koffieplant naar de industriële revolutie. Komt het een volgens u voort uit het ander?

“Zo ver zou ik niet gaan. Het is wel zo dat er zich grote veranderingen hebben voorgedaan in Europa, halverwege de zeventiende eeuw, de tijd dat koffie geïntroduceerd werd. Tot die tijd dronk de bevolking vooral alcohol, want dat was veiliger dan water. Voor koffie en thee moest je water koken, dat was weer veiliger dan alcohol. Het deed ook iets met ons uithoudingsvermogen en ons denken. Alcohol is prachtig, maar het bevordert onze productiviteit niet. We gaan er niet helder van denken.

“Het is moeilijk voor te stellen dat de verlichting of de industriële revolutie hadden plaatsgevonden als we in zo’n benevelde toestand waren gebleven als we toen waren. Je kunt dronken mensen geen zware machines laten bedienen. Ze kunnen ook niet de hele nacht doorwerken.

“Het beste bewijs dat cafeïne heeft bijgedragen aan het kapitalisme is wat we in Amerika de koffiepauze noemen. Denk er eens over na: hoe geweldig is het dat je werkgever je een gratis drug geeft tijdens werktijd en je tijd geeft ervan te genieten. Dat is opmerkelijk. Waarom zouden ze dat doen? Waarschijnlijk omdat het de werkgever meer ten goede komt dan dat het jou ten goede komt.”

Cafeïne heeft de mensheid verder gebracht, stelt u, maar is het ook goed voor het individu?

“Je zou kunnen stellen dat het de samenleving ten goede komt en dat het daarmee ons ten goede komt. Cafeïne heeft bovendien wat gezondheidsvoordelen, blijkt uit onderzoek. Maar het is ook slecht voor onze diepe slaap.”

Het zegt volgens u veel over onze samenleving dat we cafeïne wel toestaan en een middel als lsd niet.

“In het algemeen kun je zeggen dat de maatschappij positief staat tegenover die drugs die de samenleving soepeler laten functioneren. Dat is een van de redenen dat koffie en thee bijna altijd legaal zijn geweest, al waren er ook korte momenten waarop er pogingen zijn gedaan ze te verbannen.

“In Engeland en Frankrijk waren de autoriteiten bijvoorbeeld bang dat in koffiehuizen politieke gesprekken gevoerd werden die zouden uitmonden in politieke onrust. Maar over het algemeen denk ik dat koffie de economie en de samenleving soepeler heeft laten werken, terwijl sommige drugs ontwrichtend zijn.

“In de jaren zestig weigerden jonge mannen ten strijde te trekken naar Vietnam. President Nixon gaf lsd de schuld. Psychedelica werden maatschappelijk gezien als ontwrichtend. Nu verandert hun status, ze worden steeds vaker ingezet bij psychische problemen zoals depressie en verslaving. Ze helpen de samenleving in plaats van haar uit te dagen en nu zie je dat er steeds meer stemmen opgaan ze te legaliseren.”

U hoopt dat er einde komt aan de oorlog tegen drugs. Wat brengt dat ons?

“Drugs zijn schadelijk én ze kunnen iets moois brengen. De vraag is: hoe kunnen we de positieve kanten het meest benutten? Dat zal niet makkelijk zijn. In de staten in de VS die cannabis hebben gelegaliseerd, gebruiken meer mensen cannabis. Dat is iets waar we mee te maken krijgen.

“Ik denk dat we per drug moeten uitzoeken hoe je ermee om moet gaan. Van sommige drugs kun je een overdosis nemen en aan overlijden, aan anderen niet. Je kunt bijvoorbeeld geen overdosis van klassieke psychedelica krijgen. We zullen regels en voorschriften moeten bedenken voor elk middel, maar dat zal niet eenvoudig zijn.

“Ik denk dat er gezonde en veilige manieren bestaan om drugs te gebruiken. Een van de redenen dat ik in dit boek ook over mescaline wilde schrijven is omdat het vooral door inheemse Amerikanen gebruikt wordt. Zij hebben een manier gevonden om dit krachtige middel veilig te gebruiken, op een manier die bijdraagt aan de sociale cohesie. Daar kunnen we van leren.”

Hoe werkt dat?

“Het is waarschijnlijk een oude traditie die opnieuw werd ingevoerd vanaf de jaren 1880, de tijd dat inheemse Amerikanen werden aangevallen door witte Amerikanen. Wij ontvoerden hun kinderen, stuurden ze naar internaten en dachten dat we ze daarmee een plezier deden. Dat was traumatisch voor die cultuur.

“Het gebruik van peyote werd een manier voor inheemse Amerikanen om hun culturele identiteit te versterken omdat peyote een oude traditie was. Het was niet alleen de drug, het was de muziek, het vuur, de tent waarin het plaatsvond en omdat je het samen doet, als groep. Het ritueel was een manier om iets van hun eigen cultuur vast te houden. Dat werkte en het werkt nog steeds.’

Wat kunnen wij daarvan leren?

“Ik denk niet dat we hun rituelen moeten overnemen. Het gaat erom dat je rituelen hebt. Wij hebben ook rituelen rond het gebruik van alcohol. Je drinkt alcohol niet ‘s morgens. Je drinkt het niet alleen, maar met anderen. Dat beschermt tegen misbruik. Ik denk dat we soortgelijke rituelen nodig hebben rond psychedelica.”

Is het niet naïef om te denken dat wanneer we alles wat nu illegaal is legaliseren we vanzelf nieuwe rituelen uitvinden die misbruik tegengaan?

“Natuurlijk kan er veel mis gaan. Daarom vind ik het ook zo spannend wat er nu in Oregon gebeurt, waar harddrugs gedecriminaliseerd worden. Ze zijn er nu aan het uitvinden hoe dat er in de praktijk werkt. Hoe hou je drugs uit handen van kinderen? Dus het is zeker niet eenvoudig, maar we moeten het wel doen.”

Waarom?

“We kunnen niet verder zoals we vroeger deden. Nu gebruiken mensen drugs illegaal, die zijn vaak vervuild. Toen mijn zoon studeerde, kregen een paar van zijn vrienden slechte MDMA en belandden in het ziekenhuis.

“Het andere probleem met het illegaal houden van drugs is dat je in wezen de destructiefste politieke krachten sterker maakt in de landen waar drugs vandaan komen. Kijk naar Mexico, de democratie daar wordt verwoest door de drugsoorlog. De kartels zouden geen macht hebben als drugs legaal waren. Het geld dat we uitgeven aan drugs gaat naar de slechtst mogelijke handen. We richten enorme schade aan.”

Drinkt u inmiddels weer elke dag koffie?

“Jazeker en ik geniet er enorm van, maar het is niet zo lekker als dat allereerste kopje koffie nadat ik gestopt was. Als je verslaafd bent aan cafeïne en je neemt ‘s morgens je kopje koffie, dan ben je in feite ontwenningsverschijnselen aan het onderdrukken. Dat is een goed gevoel, maar het is niet te vergelijken met dat eerste kopje koffie of thee als je geen cafeïne in je systeem hebt. Dat is een heel krachtige ervaring. Voor mij voelde het alsof ik cocaïne of iets dergelijks had gebruikt, het was zo sterk en geweldig. Alleen dat al is een reden om eens te stoppen met cafeïne.”

Michael Pollan, Plant en psyche, De Arbeiderspers, 280 pagina’s, € 22,99

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234