Dansen in een negligé van licht
Afspraak bij de Parijse naaktrevue Le Crazy Horse, waar ontwerpster Chantal Thomass (69) dit najaar de honneurs waarneemt.
Er was eens: Alain Bernardin, antiquair en restaurantuitbater, man van de wereld, vriend van Salvador Dalí en Marcel Duchamp. Bernardin hield van kunst (hij was het liefst schilder geworden), maar misschien nog meer van mooie vrouwen. Zoals Julianne Vert, zijn tweede echtgenote, een mannequin die hardop droomde van een zangcarrière. Op 19 mei 1951 opende Bernardin een zaal voor haar in de voormalige wijnkelders van een statig appartementsgebouw langs avenue George V, op wandelafstand van de Champs-Elysées en de Seine. Le Crazy Horse Saloon was een door Amerikaanse westerns geïnspireerde nachtclub, en Julianne Vert trad er elke avond op als Julia Rouge.
Dame Fortuna
Bernardin geraakte snel verveeld. Rouge kon misschien wel zingen, maar al bij al was Le Crazy Horse Saloon een banale gelegenheid, waar, naar zijn gevoel, niet genoeg gebeurde.
Hij vond een nieuwe uitdaging tijdens een reis naar Amerika, in de stripclubs aldaar. Hij nam zich voor om de striptease in Amerikaanse stijl naar Parijs te halen. De Tweede Wereldoorlog was pas voorbij, en Europa was al door de knieën gegaan voor Coca-Cola, westerns en chewinggum; tijd voor pin-ups. Hij doopte zijn eerste naaktdanseres Fortunia. "Toen ik haar op een avond na een gala hielp uitkleden," zei Bernardin, "begreep ik dat ik met dat vrouwenlichaam mijn fortuin zou maken."
Fortunia en haar opvolgers - Diva Terminus, Fifi Standby, Melodie Bubbles, Priska Zipper, Chelsea Badminton, Pearly Offshore en een stoet andere, min of meer inwisselbare danseressen - trokken niet louter hun kleren uit op het piepkleine podium van Le Crazy. Bernardin ontwikkelde een totaalspektakel, met verschillende narratieve tableaus waarbij de danseressen de ene keer solo, de andere keer in groep op het podium stonden. Met identieke coupe carré-pruiken, make-up en kostuums, verkleed als sexy nefertiti's, zilveren kosmonautes, of in bontmutsen en laarzen gehulde Royal Guardsmen.
In het legendarische openingsnummer 'God Save Our Bareskin' stampen twaalf meisjes als soldaten met hun laarzen tegen de vloer, voorwaarts, mars, aangevoerd door een onzichtbare kolonel, waarna de ene helft danseressen over het podium glijdt, middels speciaal daartoe aangebrachte rails, en de andere helft op sierlijke wijze rond een handvol palen roteert.
Bernardin verrichtte als geen ander wonderen met gekleurde spotlampen en projecties. Op het podium van Le Crazy Horse dient het licht als een transparante, sublimerende sluier die de lichamen van de danseressen tegelijk aan- en uitkleedt. "Mijn vader was een perfectionist", vertelde Sophie Bernardin me enkele jaren nadat ze de zaak had overgenomen. "Alles begon, en eindigde, met rigueur en precisie."
Lulu en Lili
Bernardin schoot zichzelf dood in zijn kantoor in 1994. Hij was 78, en al enkele jaren getrouwd met Lova Moore, een voormalige danseres van Le Crazy Horse die in de late jaren tachtig een paar hits had gescoord in Frankrijk (met name 'Et je danse', een YouTube-aanrader). Het bedrijf werd nog tien jaar geleid door dochter Sophie en haar twee broers, maar werd daarna overgenomen door een Belgische zakenman, Philippe Lhomme. "Le Crazy Horse wordt dit jaar 65", zegt Andrée Deissenberg, directrice sinds 2006. "Alain Bernardin heeft destijds een heel bijzondere artistieke signatuur gecreëerd, die hij constant is blijven voeden. Hij zorgde ervoor dat er altijd wel iets nieuws te beleven viel in Le Crazy Horse. Na zijn dood is dat wat stilgevallen. Het cabaret teerde op zijn oude repertoire.
"Toen ik begon, vond ik het mijn taak om opnieuw te gaan creëren, zodat er weer meer over ons zou worden gesproken. Le Crazy Horse was natuurlijk al geweldig. Het is nooit de bedoeling geweest om dat erfgoed te vernietigen, wel om het verder te laten leven. Vandaar het idee om met invités te werken, te beginnen met Dita Von Teese, precies tien jaar geleden." Von Teese hernam onder meer Le Bain, een nummer dat in 1954 voor het eerst gedanst werd door Miss Candida. Deissenberg haalde de voorbije jaren ook onder anderen Arielle Dombasle, Pamela Anderson en Christian Louboutin naar Le Crazy Horse, en dit najaar is ontwerpster Chantal Thomass gastregisseur van een revue, Dessous Dessus.
"Wij brengen onze knowhow, onze tools, onze stijl, de signatuur van Alain Bernardin. Invités als Christian Louboutin of Chantal Thomass brengen hun eigen perspectief en hun savoir-faire, en samen proberen we unieke nummers te creëren, die deels van hun wereld zijn en deels van de onze. De wereld van Chantal Thomass ligt heel dicht bij de onze. De nummers zijn heel anders, maar tegelijk ook verwant. Kijk bijvoorbeeld naar de rode lipstick, of naar de kapsels. De frange van Chantal is geïnspireerd door Louise 'Lulu' Brooks, een Amerikaanse actrice uit de jaren dertig. De pruiken van onze danseressen waren destijds een knipoog van Bernardin naar Lili St Cyr, een Amerikaanse stripteaseuse die in de jaren veertig naam heeft gemaakt. Onze inspiratiebronnen zijn met andere woorden niet identiek, maar parallel. En complementair."
Rode mond
"Die rode lipstick draag ik al sinds ik een tiener was", vertelt Chantal Thomass enkele weken voor de première van haar spektakel. We zitten naast de vestiaire van Le Crazy Horse, in een knus kamertje met spiegelwanden en roodfluwelen banken en een reusachtige lamp in de vorm van een naakte vrouw.
"Ik had toen nog lang haar. De mode schreef roze lippenstift voor, maar voor mij persoonlijk was rose nacré een catastrofe. Ik vond mijn mond een verschrikking. En ik wou anders zijn. Daarom heb ik mijn mond toen rood gekleurd. En ik heb die rode mond gehouden, en ik herteken hem elke ochtend, op exact dezelfde manier. Mijn mond neemt die vorm nu bijna vanzelf over. Geloof me, ik heb niets laten doen." Ze lacht. "Geen spuitjes."
"Ik had vlechten, en op een dag wou ik daar vanaf. Ik weet niet meer precies waarom. Ik veronderstel dat ik mijn haar beu was. Mijn nieuwe kapsel had geen pony, en dat stoorde me, omdat ik altijd haar over mijn voorhoofd had gehad. Ik heb de pony laten groeien, en toen was ik tevreden."
De pony werd het handelsmerk van Thomass. "Ergens tussen 1975 en 1977 leerde ik tijdens een diner een reclameman kennen, Benoit Devarrieux. Hij vroeg me waarom ik niet communiceerde met mijn merk, en ik zei dat ik geen geld had voor campagnes. Waarom pak je niet uit met jezelf, vroeg hij, en hij heeft toen een foto van mij gemaakt. Ik zat in een zetel, in ombre chinoise. Het idee was dat je mijn schaduw kon herkennen, maar dat je me nooit echt kon zien. Op die manier zou ik nooit oud worden. We adverteerden elk seizoen in de krant Libération. Je zag me van ver op de pont Napoleon III, of op een rots in de Seychellen. En zo ben ik in het begin van de eighties enigszins bekend geworden bij een breder publiek."
Thomass vertelt dat ze Alain Bernardin zelf heeft ontmoet: "Hij heeft me gecontacteerd toen ik pas lingerie begon te tonen tijdens mijn catwalkshows, dertig, misschien vijfendertig jaar geleden. Hij wou bekijken of we samen iets konden doen. We hadden afspraak in zijn kantoor. Ik was jong, zenuwachtig, geïntimideerd. Op dat moment had ik er geen zin in. Ik was modeontwerpster. Lingerie was slechts een klein onderdeel van mijn werk. Er is toen niets van terechtgekomen."
Avontuur
"Maar de voorbije jaren ben ik regelmatig naar spektakels komen kijken, en ik heb verschillende keren gepraat met Andrée. Ze had al een paar keer laten vallen dat het leuk zou zijn als ik kostuums zou ontwerpen voor de meisjes, en op een bepaald moment heeft ze me gevraagd of ik een volledig spektakel in elkaar wou steken, als artistiek directeur. Dat vond ik meteen veel interessanter.
"Zo'n uitnodiging zorgt voor veel stress", lacht Deissenberg. "Dat is goed, heel goed, omdat het iedereen wakker schudt : de technici, de regisseurs, de kostuumafdeling, de danseressen zelf. Elk nieuw nummer is een avontuur. De danseressen nemen risico's. Iedereen voelt zich heropleven, fris en vol energie. En voor het publiek is zo'n nieuwe show een goede reden om terug te komen, om Le Crazy Horse te ontdekken, of te herontdekken.
"Het is ook een aanleiding om in de archieven te duiken. Met Chantal bewerken we een oud nummer, 'Je suis ton cadeau'. Tijdens de repetities kreeg ik een mail van een vroegere danseres die op zoek was naar foto's van vroeger. En wat bleek: in de jaren zeventig was zij het cadeau. Ik vind dat interessant. We vinden onszelf opnieuw uit. En het verleden voedt onze toekomst."
Thomass ontwierp outfits voor het volledige spektakel, en ontwikkelde samen met een choreograaf vier nieuwe nummers. "De spirit is iets meer Chantal Thomass", zegt ze. "Ik heb het licht laten aanpassen. Minder blauw en groen, meer roze en rood, want dat zijn mijn kleuren. Nu blijkt roze heel moeilijk: de spotlampen zijn heel sterk, en als je roze gebruikt, krijg je wit. Daar is nogal wat tijd in gekropen.
"De meisjes zijn iets meer aangekleed dan gewoonlijk. Wat uiteraard niet wil zeggen dat ze niet uit de kleren gaan. Er zit ook een nummer tussen dat misschien iets romantischer is. Daar stond ik op. Het was allemaal iets vermoeiender dan verwacht. Ik breng sinds juni bijna al mijn namiddagen in Le Crazy Horse door. Maar het is ook erg fijn. De sfeer is goed, iedereen is heel professioneel. Uiteindelijk is het een heel aangename samenwerking geworden."
Op de bodum van de put
Thomass is tegenwoordig vooral bekend als lingerieontwerpster (de groep Chantelle heeft een meerderheidsaandeel in haar merk). Maar tot 1995 had ze haar eigen klerenlijn. "Ik mis de prêt-à-porter", geeft ze toe. "En daarom ga ik graag uitdagingen aan als deze. Want lingerie is uiteindelijk toch maar beperkt. De collecties zijn kleiner. En er zijn geen shows, tenzij je over de middelen van Victoria's Secret beschikt. Ik heb hotels ingericht, met Canderel gewerkt, meubels en tapijten ontworpen, en keramiek, en een minicollectie voor Damart, die dit najaar in de winkels ligt. Toen ik nog mijn eigen lijn tekende, had ik tien of meer licenties in Japan. Handtassen, horloges, fantasiejuwelen, schorten, zakdoeken. Destijds verdiende je daar als ontwerper goed geld mee.
"Het systeem is geëvolueerd. Nu doet iedereen capsulecollecties. En ik vind dat eerder sympathiek. Je hebt geen tijd om je te vervelen. Je werkt één keer samen aan een project, en je wordt automatisch goed ontvangen. Iedereen is enthousiast, je bent zes maanden dikke vrienden, en dan is het weer tijd voor iets anders. Met een licentie moet je voor elke lijn elk seizoen iets nieuws bedenken. Je wordt moe, hebt minder ideeën, je enthousiasme wordt kleiner. Een capsulecollectie stimuleert veel meer.
"Ik mis de defilés het meest. Een defilé is beangstigend, en opwindend. Met de première in Le Crazy Horse hoop ik ergens dat gevoel terug te vinden. Ik kan nu al nauwelijks eten, heb geen honger meer. En ik zie me nu al wakker worden, de morning after, au fond du trou." Ze lacht. "Daar kijk ik nu echt eens naar uit."
Dessous Dessus, tot 31 december, Le Crazy Horse Paris, lecrazyhorseparis.com
Chantal Thomass met haar iconische coupe, geïnspireerd op Louise 'Lulu' Brooks, een Amerikaanse actrice uit de jaren dertig.
Chantal Thomass (hier in kostuum) ontwierp outfits voor het volledige spektakel, en ontwikkelde vier nieuwe nummers.
De danseressen van Le Crazy Horse in het legendarische openingsnummer 'God Save Our Bareskin'.