InterviewSigrid Sterckx
Dan toch extern meldpunt grensoverschrijdend gedrag voor universiteiten: ‘Het had er al lang moeten zijn’
Ondanks protest van universiteiten en hogescholen komt er nu toch een extern meldpunt voor slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag. Eindelijk, benadrukt professor ethiek en politieke en sociale filosofie Sigrid Sterckx (UGent), die eerder al de zwijgcultuur in haar universiteit aanklaagde.
Wat vindt u ervan dat er een extern meldpunt komt?
Sterckx: “Ik vind dat fantastisch. Het had er al heel lang moeten zijn. In 2018 heeft toenmalig minister Hilde Crevits ook al geprobeerd dat gedaan te krijgen, maar universiteiten hebben zich toen heel hard verzet. Ze wilden dat liever zelf blijven doen, zogezegd omdat elke universiteit een eigen cultuur heeft. Maar de gebeurtenissen van de voorbije jaren hebben toch aangetoond dat dat geen goed idee is.
“Uit de berichtgeving van de voorbije maanden bleek bijvoorbeeld dat de interne procedures tekortschieten op allerlei manieren. Veel van de slachtoffers hadden al meermaals via interne kanalen incidenten gemeld, maar stelden vast dat er niets mee gebeurde of de dat de maatregelen ontoereikend waren. Of ze kregen er geen feedback meer over. Dus er is een ongelooflijk verlies van vertrouwen in de interne procedures.
“Het is frappant dat heel veel mensen zich tot de onafhankelijke vzw Meldet richtten toen het een oproep lanceerde. Hoewel die organisatie redelijk klein is en nog maar een dik jaar bestaat, kregen zij wel veel vertrouwen. Dat is het beste bewijs dat die interne procedures als onvoldoende efficiënt en onafhankelijk worden beschouwd.”
Wat kan een overkoepelend en extern meldpunt beter doen?
“Zorgen dat de mensen die daar in zitten zelf geen betrokken partij zijn en de mensen die ze moeten beoordelen niet kennen. Zelfs al ben je niet bevriend met de betrokken personen, als je weet dat iemand een invloedrijke figuur is binnen jouw universiteit, is het heel moeilijk om daar op een objectieve manier naar te kijken.
“Behalve die onafhankelijkheid waarborgen, moet een extern meldpunt ook de procedure harmoniseren over de universiteiten en hogescholen heen. Slachtoffers moeten weten dat er een eenvormige benadering is die niet afhangt van hoe serieus je eigen onderwijsinstelling klachten neemt. Het mag niet uitmaken waar je gaat doctoreren of werken. Het meldpunt kan ook expertise en ervaring opbouwen waar iedereen op termijn de vruchten van kan plukken.”
Universiteiten werken nu ook al samen met externe organisaties. Volstaan die dan niet?
“Zo’n externe procedure verloopt dan bijvoorbeeld via de dienst preventie en bescherming op het werk. Dat is dan wel een extern bedrijf, maar zij worden daarvoor nog altijd betaald door de universiteiten. Dus ook daar stelt zich een onafhankelijkheidsprobleem. Uit mijn eigen ervaring als klager weet ik dat je op het einde van de rit wel verneemt wat er beslist is, maar dat die procedure ook absoluut niet ontwikkeld is met het perspectief van de slachtoffers in gedachten.”
Lost het externe meldpunt alles op?
“Ik zou eerst een beeld willen krijgen van hoe het meldpunt er precies zal uitzien. Hoeveel mensen er deel van zouden uitmaken, welke expertise zij hebben, en door wie zij worden aangesteld... Dat is nu nog niet bekend. Het is natuurlijk belangrijk dat de mensen die daar in zetelen niet alleen de technische expertise hebben, maar ook dat ze zich in het perspectief van de slachtoffers kunnen verplaatsen. In plaats van alleen een schadebeperkende pr-logica te hanteren en zich af te vragen hoe ze de reputatie van de instelling kunnen beschermen, moeten ze nadenken over hoe ze ervoor kunnen zorgen dat mensen in goede omstandigheden kunnen werken. Zodat mensen niet bang hoeven te zijn om naar het werk te komen en slachtoffers zich niet pas veilig voelen als ze de instelling verlaten.”