Couleur Cafépraat
Acht zomerfestivals bezoeken, verkleed als kat, en kijken wat er gebeurt. Dat was het idee. Dit is het relaas. Deze week: Couleur Café.
'One size fits all' is de grootste leugen sinds hoestsiroop. Aangezien mijn vorige masker me een weekje cortisone had gekost, hadden de mensen die mijn loon betalen een alternatief gezocht. Latexvrij, maar daarom niet minder kinky. En dus trok ik deze keer naar Couleur Café, gekleed als een sm-liefhebber uit een Wes Craven-film. De festiviteiten bleken plaats te vinden in het centrum van Brussel, een oord waar - zeker voor een simpele plattelandsjongen als ik - het gevaar om elke hoek loert: hangjongeren, zakkenrollers, en het grootste geboefte van al: enquêteurs.
Omdat ik mijn leven niet beu was, liet ik de auto thuis ten faveure van de trein. De weg naar het station was zo'n 2 kilometer lang en al na 150 meter verlangde ik intens naar een frigobox stampvol ijsblokjes. Om mezelf de kop mee in te slaan. Verzengend is een prachtig woord, maar onvoldoende om de hitte van die zaterdagmiddag te beschrijven.
Enkele Afrikanen in mijn wagon hadden duidelijk geen last van de warmte. De stemming was uitgelaten: er werd gepraat, er werd gelachen, en het enige wat ik kon denken was: eikels. Konden ze niet in stilte lijden, zoals iedereen? Het was nog niet erg genoeg dat dat bleke oude mannetje aan de andere kant van de wagon en ik, gebukt onder de gloeiende gruwel van bovenaf, lagen te zieltogen. Neen, de doodsstrijd moest zich per se voltrekken op een soundtrack van hoongelach.
Sop
De sik is terug en ze resideert in de Picardstraat. Als een klap in het gezicht trof ze me, toen ik stond te wachten op mijn fotograaf. En terwijl de nietsvermoedende eigenaar ervan langs me heen richting festivalterrein wandelde, liep een koude rilling over mijn rug. Welgekomen afkoeling, dat wel, maar de prijs was hoog.
Ik had nog maar net mijn zelfbeheersing hervonden toen ik werd getroffen door alweer een nieuwe openbaring, namelijk dat er ook zoiets is als te veel zonnemelk. De huid van deze festivalganger had de grenzen der verzadiging afgetast en met een stuitende overtuiging overschreden. Hij leek geheel opgetrokken uit room. Zelden zo de aandrang gevoeld om iemands arm van pols tot schouder in één lange haal af te likken.
Het was inmiddels wel duidelijk dat de omstandigheden me te veel werden. Het mooiste bewijs daarvan was de onweerstaanbare aantrekkingskracht die een schuimkanon op me uitoefende. Ik ben drinker noch danser, dus fuiven hebben me nooit aangesproken. Zeker een schuimfuif leek me altijd een onhygiënische bedoening. Tot die zaterdag op Couleur Café. Plots begreep ik het. Niets brengt mensen samen als een mond vol zeepsop. En laat ons wel wezen: als een handvol mooie jongedames iets in mijn baard wil smeren, wat het ook moge zijn, wie ben ik dan om hen tegen te houden?
Pauze
Geluk is: verkleed als een volslagen zwakzinnige een drankje bestellen in de vipruimte, alsof het de normaalste zaak van de wereld is. En doodserieus blijven als iemand in de lach schiet. Niets zegt 'tijd voor mijn pauze' als de vertwijfeling die een vrijwilliger voelt na zo'n ontmoeting.
Even meende ik minister van Cultuur Sven Gatz te ontwaren, te midden van wat eruitzag als een resem gladde marketingjongens en bankdirecteuren, het soort volk dat zich doorgaans schuilhoudt in vipruimtes van eender welke strekking. Ik onderdrukte de opwelling om ook hem met een uitgestreken gezicht gedag te gaan zeggen, want het moest toch wat plezant blijven. Voor je het weet sta je je bewusteloos te schreeuwen om een cultuurbeleid waarvoor zelfs Kim Jong-un zich zou schamen.
Couleur Café herbergde ook een ongelofelijke batterij eetstandjes. Alle mogelijke landen waren vertegenwoordigd: Kameroen, Libanon, Argentinië... En plots bevind je je in een situatie waarin je een standhoudster probeert uit te leggen dat we van een grote krant zijn en of we een foto mogen maken waarbij zij mij voedert. Ik weet niet wat ze me gaf, maar het smaakte naar hongersnood. Ik rekende af en verliet het festivalterrein, me afvragend of er ook in de Belgische gastronomie plaats zou zijn voor een ingrediënt als acrylverf.
Komend weekend stuurt De Morgen zijn kat naar Cactusfestival.