AchtergrondMaatschappij
Corona maakte ons behulpzamer: ‘We zijn universeel aardiger geworden’
De pandemie maakte ons op allerlei manieren ongelukkiger, zo is aangetoond. Maar door de gezondheidscrisis werden we wel behulpzamer voor anderen. Dat stelt het World Happiness Report. ‘We zijn universeel aardiger geworden door corona.’
Grimmige tijden maken ons grimmiger. Onderzoeken in binnen- en buitenland wijzen uit dat de pandemie stress, depressie en andere mentale problemen heeft doen toenemen, want het virus bracht ons onder andere isolement, angst voor de eigen gezondheid of die van anderen, verlies van normale werkrelaties, vijandigheid en grote onzekerheid over de toekomst.
Toch zijn er ook al positieve effecten gesignaleerd. Reisverboden, gesloten cultuurhuizen en horeca en telewerk zorgden bijvoorbeeld ook voor minder druk om overal bij te zijn en aan mee te doen.
Een groot geluksonderzoek bij 9 miljoen mensen in 150 landen laat zien hoe één bepaalde positieve evolutie zich over de hele wereld sterk aftekent: hoewel velen misschien zelf ongelukkiger werden, zijn we in de pandemie aardiger geworden voor anderen.
Dat staat in het recent gepubliceerde World Happiness Report. De onderzoekers analyseerden enquêteresultaten waarbij mensen hun eigen geluk evalueren op een schaal van nul tot tien. Finnen blijken het gelukkigst, Afghanen het ongelukkigst.
Globaal genomen worstelen we nog altijd met meer negatieve gevoelens dan voor de pandemie. Maar ze nemen wel af. Lagen die in 2020 nog 8 procent hoger dan voor het virus zijn intrede maakte, dan is dat in 2021 geslonken naar 3 procent.
Volgens de onderzoekers heeft dat mogelijk te maken met de “opmerkelijke toename van welwillendheid”. In de samenvatting van hun rapport hebben ze het zelfs over “een pandemie van aardigheid door corona”. Concreet zijn mensen veel meer anderen gaan helpen, vrijwilligerswerk gaan doen en gaan doneren voor goede doelen.
Niet onlogisch
Het aantal mensen dat elk van die drie dingen doet, is in de pandemie sterk gestegen. In 2020 was er al een stijging, vorig jaar werd die meer uitgesproken. In totaal noteren de onderzoekers in 2021 een toename in de drie soorten ‘welwillend’ gedrag met bijna een kwart tegenover de periode 2017-2019, de grootste stijging die ze in tien jaar onderzoek al zagen.
Die toename, die vooral sterk is als het gaat om anderen helpen, bewijst volgens co-auteur John Helliwell (University of British Columbia) dat mensen wel degelijk reageren op anderen in nood, ook al lijkt het aannemelijker dat we dan net egocentrischer worden.
“Het is op het eerste gezicht inderdaad een verrassend resultaat”, reageert de Nederlandse geluksprofessor Ruut Veenhoven (Erasmus Universiteit). “Tegelijkertijd is het niet onlogisch dat er in deze pandemie meer solidariteit ontstaat omdat we door corona allemaal in hetzelfde schuitje zitten. Dat is in de aids-epidemie bijvoorbeeld niet zo.”
Helliwell en andere auteurs van het World Happiness Report wijzen er eveneens op dat collectief trauma net kan inspireren tot meer goedheid op individueel niveau. Toen in 2020 de catastrofe toesloeg, is iedereen diep getroffen door een besef van onze sterfelijkheid. “Je werd je bewust van anderen die ook opgesloten zaten, je liep misschien vaker in je eigen buurt rond waar je onbekenden zag die hulp nodig hadden of boden”, zegt Helliwell.
En dan ontstaat mogelijk een soort besmettingseffect. Hoe meer mensen zelf meer goedheid aan de dag leggen, ontvangen of zien, hoe meer anderen er ook toe aangezet worden én hoe gelukkiger we ons voelen. Het zou volgens de auteurs goed kunnen dat mensen in 2020 vaker anderen hielpen, waardoor dat gedrag in 2021 nog sterker doorzette en de globale negatieve gevoelens afgezwakt werden.
Want het is bekend dat wanneer je meer aardige mensen om je heen ziet, je positiever wordt over de wereld en over anderen. En dat boost ons geluksgevoel. “Anderen in nood helpen zorgt niet alleen voor meer geluk bij wie de hulp ontvangt, maar ook voor een beter gevoel bij wie helpt en het is een voorbeeld voor anderen om te volgen”, aldus nog Helliwell.
Geen verklaring
Maar of er daadwerkelijk sprake is van een universele fontein aan pure goedheid, valt volgens hoogleraar sociale psychologie Alain Van Hiel (UGent) toch te betwijfelen. “Het is interessant dat het prosociaal gedrag wereldwijd zo toenam. Daarmee hebben we er echter nog geen duidelijke verklaring voor”, zegt hij. “En dat het enkel met altruïsme te maken heeft, zou ik toch in vraag durven stellen. Zo weten we uit onderzoek naar motivaties voor vrijwilligerswerk dat eigen voordelen zoals een goed imago en kans op interessante contacten absoluut op de eerste plaats komen en altruïsme op de laatste.”
Daarom zou het volgens Van Hiel ook kunnen dat we anderen in de pandemie vooral meer hielpen omdat we ons daardoor zelf beter voelen. “Het is bekend dat anderen helpen je stemming verbetert doordat je je dan nuttig en een goed iemand voelt”, zegt hij. “Zeker als de gebruikelijke sociale contacten en bezigheden wegvallen en je je down voelt, kan onbekenden helpen of meedoen aan een hulpactie in je buurt een ideale compensatie zijn voor de weggevallen connecties die je gemoed doorgaans een boost geven.”
Sowieso is het de vraag of er van al die aardigheid veel overblijft na de pandemie. “Er was op de achtergrond wel al een trend naar meer welwillendheid, dat is typisch voor samenlevingen die complexer worden”, zegt Veenhoven. “Misschien geeft het corona-effect die trend nog een duwtje omhoog, maar dat is niet te voorspellen.”