AchtergrondCongo
Congo bindt de strijd aan met China vanwege dubieuze kobaltwinning
Congo onderzoekt Chinese mijnbouwbedrijven die de kobaltmarkt beheersen en het Afrikaanse land benadelen bij de winning.
Het Chinese mijnbouwbedrijf Molybdenum raakt voorlopig de controle kwijt over een van de rijkste kobalt- en kopermijnen ter wereld, de Tenke Fungurume-mijn in de Democratische Republiek Congo (DRC). President Félix Tshisekedi van Congo heeft de strijd aangebonden met buitenlandse mijnbouwondernemingen in zijn land, en vooral de Chinese, die onder zeer gunstige voorwaarden delven en vaak hun contractuele verplichtingen niet nakomen.
Een Congolese rechter stelde het staatsmijnbouwbedrijf Gécamines in het gelijk in een rechtszaak tegen Molybdenum, dat financieel gesteund wordt door de Chinese staat. Er komt nu een onafhankelijk onderzoek naar de echte omvang van de kobalt- en koperreserves van de mijn. Het vermoeden is dat de Chinezen die veel te laag in de boeken hebben gezet om zo weinig te hoeven afdragen aan de Congolese overheid. Het gaat daarbij om een verschil van miljarden dollars die Congo niet heeft ontvangen.
Ondertussen wordt de Tenke Fungurume-mijn geleid door een Congolese ingenieur in afwachting van de uitkomsten van het onderzoek.
Elektrische auto's
China controleert inmiddels vijftien van de negentien kobaltmijnen in Congo-Kinshasa. Het Afrikaanse land is goed voor ruim 70 procent van de wereldwijde productie van kobalt. Het zeldzame metaal is uiterst belangrijk voor de fabricage van lithiumbatterijen en accu’s voor onder meer elektrische auto’s en smartphones. China controleert nu het grootste deel van de kobaltdelving wereldwijd en kan de prijs van producten met kobalt als het wil opdrijven. Het Westen, de Verenigde Staten en Europa, is vooral afhankelijk van lithium dat in Australië wordt gewonnen, maar dat is maar 4 procent van de jaarlijkse hoeveelheid in de wereld.
Tshisekedi nam in januari 2019 de macht over van president Joseph Kabila, die het land ruim achttien jaar runde en veel deals met de Chinese staatsbedrijven sloot als het gaat om de winning van grondstoffen. Een van de overeenkomsten uit 2008, en stiekem nog eens aangepast in 2017, ligt nu onder het vergrootglas. Het Chinese bedrijf Sicomines, dat ook koper en kobalt wint, blijkt zich niet aan de contractuele afspraken te hebben gehouden. Na bijna dertien jaar is er van de 3 miljard dollar die het bedrijf zou investeren in infrastructurele werken in Congo slechts een miljard gerealiseerd en de investeringen in het mijnbouwbedrijf blijven ook ver achter. Sicomines heeft ook een vrijstelling van de meeste belastingen.
Smeergeld
Het vermoeden bestaat dat oud-president Kabila en zijn entourage vele tientallen miljoenen dollars smeergeld hebben gekregen van de Chinezen, die zo het contract binnensleepten.
Zijn opvolger Tshisekedi wil het contract openbreken en gunstiger voorwaarden bedingen voor Congo. Inmiddels buigt een Chinees-Congolese commissie zich over deze kwestie. China doet er alles aan om de mijnbouwcontracten in Congo niet kwijt te raken, en zeker niet van de kobaltwinning, want dan verspeelt Peking zijn dominante positie in de wereld.
De Chinezen stemden daarom ook in met het verbannen van zes Chinese mijnbouwbedrijven die zonder vergunning, dus illegaal, opereren in de provincie Zuid-Kivu. Het beloofde zelf met strafmaatregelen te komen tegen die bedrijven.
Houtkapconcessies
Tshisekedi poogt met een offensief betere voorwaarden te scheppen voor Congo, dat arm is maar rijk aan grondstoffen. Andere landen, vooral China, profiteren daarvan. Zo is de president van Congo nu ook aan de slag met houtkapconcessies. In die sector zijn in het verleden ook veel dubieuze contracten gesloten met buitenlandse ondernemingen, vooral Chinese bedrijven.
De houtkapbedrijven zagen vaak ook bomen om buiten de gebieden waar ze contractueel mogen werken. Ook zijn er vergunningen uitgegeven voor veel grotere percelen dan wettelijk is toegestaan. Het beleid van Tshisekedi wordt inmiddels positief ontvangen door natuurbeschermingsorganisaties.