Vrijdag 31/03/2023

InterviewClarissa Ward

CNN-oorlogsreporter Clarissa Ward over haar werk: ‘Een intens bestaan waar je altijd naar terug wilt’

Clarissa Ward in Kaboel (Afghanistan) bij de machtsovername van de taliban. ‘Een van de belangrijkste dingen die ik kan doen als journalist, is de menselijke kant tonen en vooroordelen in vraag stellen.’ Beeld AP
Clarissa Ward in Kaboel (Afghanistan) bij de machtsovername van de taliban. ‘Een van de belangrijkste dingen die ik kan doen als journalist, is de menselijke kant tonen en vooroordelen in vraag stellen.’Beeld AP

De tsunami in Japan, de oorlog in Jemen, de Oeigoeren, de taliban, Oekraïne... CNN-verslaggever Clarissa Ward (42) is altijd daar waar het brandt. In Op alle fronten schrijft ze over haar jaren als internationaal verslaggever: ‘Je moet er tegen kunnen dat wat je schrijft niks uitmaakt.’

Joanie de Rijke

Ze vertrekt morgen weer naar Oekraïne, zegt Clarissa Ward als we haar in Amsterdam ontmoeten. Daarom moet ze alle interviews in één dag doen. Dus steken we best meteen van wal. “We gaan eerst naar Kiev om te horen hoe de bevolking omgaat met de nieuwe reeks aanvallen op de stad, daarna reizen we naar de gebieden waar zwaar gevochten wordt.”

Zoals ze daar kaarsrecht en toch ontspannen op haar stoel zit, heeft de perfect gekapte en opgemaakte Brits-Amerikaanse ‘chief international correspondent’ voor CNN bijna een koninklijke uitstraling. Stijlvol, maar ook behoorlijk scherpzinnig, blijkt al snel. In haar 17-jarige loopbaan als verslaggever van internationale conflicten en ander wereldnieuws, heeft Ward uitgebreide ervaring opgedaan in het peilen naar de zielenroerselen van de kleine mens te midden van grootse gebeurtenissen. “Hoe dichter ik bij de gewone mens sta, hoe beter mijn werk is”, zegt ze zelf.

“Dat heeft een prijs, want je raakt emotioneel betrokken. Tegelijk fungeert de camera als buffer tussen jou en degene die je interviewt, waardoor je je professionele afstand beter kunt bewaren.”

Ward groeide op in de VS en in Londen, en had op haar achtste al elf nanny’s de revue zien passeren, schrijft ze in Op alle fronten. Haar vader is een voormalige investeringsbankier die roeide voor Cambridge en rechten studeerde aan Yale. Clarissa’s Amerikaanse moeder werkt als interieurarchitect aan grote en exclusieve projecten. Zelf zou ze wellicht ook als designer van dure appartementen of als jurist bij een gerenommeerd kantoor aan de slag zijn gegaan, als de aanslagen op de Twin Towers in New York niet hadden plaatsgevonden. Het blijkt een ware eyeopener en Wards besluit staat vanaf dan vast: ze wil journalist worden.

BIO

geboren op 31 januari 1980 in Londen • is sinds 2015 internationaal correspondent voor CNN • eerder werkte ze al voor de Amerikaanse televisiezenders Fox, BBS en ABC • Ward viel al meermaals in de journalistieke prijzen voor haar reportages vanuit conflictgebieden als Afghanistan, Syrië en Oekraïne

Twintig jaar later is ze een van de bekendste tv-gezichten van CNN en reist ze nog altijd ’s werelds brandhaarden af. Ze is getrouwd met de Duitse zakenman en graaf Philipp von Bernstorff en heeft twee zoontjes, Ezzie (4) en Caspar (2). Het gezin woont in Londen. Tijdens haar eerste zwangerschap gaat Ward door met verslaggeven vanuit verschillende brandhaarden, bang als ze is dat ze, eenmaal moeder, “saai en burgerlijk” zal worden. Die angst blijkt ongegrond. Ze volgt boegbeeld Christiane Amanpour bij CNN, maar vergaart pas echte wereldfaam als ze in augustus 2021 wekenlang verslag doet vanuit Kaboel tijdens de machtsovername van de taliban en ze vanonder haar hidjab kritische vragen stelt aan de talibanstrijders.

Sinds de zomer van vorig jaar hebben er heel wat aardverschuivingen plaatsgevonden: eerst Afghanistan, daarna de oorlog in Oekraïne. Hoe kijkt u op de afgelopen periode terug?

“Pff, er is zoveel gebeurd dat sommige dingen beginnen te vervagen, louter omdat de gebeurtenissen elkaar pijlsnel opvolgen. Na Afghanistan moest ik echt bekomen, ik had tijd nodig om de verrassend snelle opmars van de taliban te verwerken. Ik verkeerde in de veronderstelling dat er voorlopig niets van dezelfde grootteorde zou gebeuren. En kijk, zes maanden later begon wat waarschijnlijk het grootste verhaal uit mijn carrière zal worden: de oorlog in Oekraïne.”

Is deze oorlog anders voor u omdat hij zich zo dichtbij afspeelt?

“Niet echt, omdat ik op zo veel plekken gewoond heb waar de oorlog nabij was: het Midden-Oosten, Rusland, China …”

Uw boek gaat over ruim vijftien jaar internationale verslaggeving. Wat zijn de hoogtepunten uit die periode?

“Dat is moeilijk te beantwoorden, er waren zo veel bijzondere momenten. Het was in elk geval een intense les in nederigheid waarin ik de gelegenheid kreeg om zowel het beste als het slechtste in de mens te zien. Ik heb hopelijk kunnen leren hoe ik een betere journalist kon worden.”

Nederig in welke zin?

“In de zin van de verantwoordelijkheid die je als journalist draagt en van de manier waarop je het verhaal van de mensen brengt. Natuurlijk maak je fouten tijdens al die ervaringen, maar dat is volgens mij de enige manier om eruit te leren: niet door theorie, maar door de praktijk, door het te ervaren. De ondertitel van mijn boek is dan ook ‘De leerschool van een journalist’.”

In uw boek beschrijft u hoe de Iraakse compound waar u in 2005 verbleef, doelwit werd van autobommen. ‘Er was niemand doodgegaan en ik kwam terug. Ik was verslaafd.’ Kon u dat toen al zo duidelijk bij uzelf definiëren?

“Zeker wel. Ik had voor het eerst echt doodsangst gevoeld en dat op zich was vreselijk, maar de ervaring om op een plek te wonen waar het gebeurt, waar je tot de essentie komt van wat echt belangrijk is, juist omdat je met je doodsangsten wordt geconfronteerd, was zonder meer prikkelend en ook verslavend. Je wordt constant uitgedaagd, alles staat op scherp, alles doet ertoe. Het is een intens bestaan waar je op de een of andere manier altijd naar terug wilt.”

In Kiev, februari 2022. Beeld NYT
In Kiev, februari 2022.Beeld NYT

Is dat nog altijd zo?

“Er is nog steeds een verslavend element aan dit werk en op zich is daar niets mis mee. Maar andere zaken spelen een grotere rol. Ik vind het belangrijk om de menselijke kant te brengen, via reportages over het alledaagse leven in extreme omstandigheden.

“Heel wat journalisten zijn veel beter in militaire aangelegenheden dan ik, velen zijn ook veel dapperder dan ik, bereid om risico’s te nemen waaraan ik niet mag denken.”

Als bekend tv-anker bereikt u een groot publiek. Denkt u dat uw verslaggeving door uw bekendheid ook meer mensen raakt?

“Het zorgt er in elk geval voor dat een verhaal meer aandacht krijgt. Maar het zou behoorlijk naïef en arrogant zijn te denken dat je een verschil maakt omdat je een bekende journalist bent. Het gaat niet om mij. Ik geloof absoluut in de kracht van journalistiek, als een collectief gebeuren. Maar ook dan probeer ik nooit te veel te verwachten van de reacties op een reportage, want daar heb ik geen controle over.

“Nu, er zijn genoeg voorbeelden van journalistiek die verandering in gang heeft gezet, maar je moet er ook tegen kunnen dat het niets uitmaakt wat je doet. Als je in dit vak wilt blijven, moet je roeien met de riemen die je hebt en je niet blindstaren op je eigen gewicht in de gang van zaken.”

Heel wat mensen nemen tegenwoordig meer afstand van het nieuws, omdat ze er gedeprimeerd en angstig door worden. Terwijl dat het laatste is wat je wilt als journalist.

“Inderdaad. Mijn antwoord daarop is dat niemand je dwingt om alle conflicten in de wereld te volgen en depressief te worden door de klimaatverandering, de verwachte hongersnood in Somalië en de Russische aanvallen in Oekraïne. Maar als je ruimte in je leven kunt maken om wekelijks betrokken te zijn bij minstens een persoon of een verhaal, dan maakt dat een verschil, ook al is het op een microscopisch niveau.

“Ik kan begrijpen dat mensen overweldigd worden door al het nieuws en er afstand van nemen, maar toch: probeer ten minste een verhaal te vinden dat je raakt. Geef er vijf minuten tijd aan en ga dan weer verder met je leven. Maar het heeft impact als je betrokken bent.”

Intussen worden journalisten meer gewantrouwd en meer dan ooit bedreigd. Hoe gaat u daar mee om?

“Ik ben niet in staat om de kritiek op de sociale media en de stroom aan desinformatie te counteren. Maar als journalist kun je wel werken aan het vertrouwen van je publiek door zo transparant mogelijk te zijn. Over hoe je toegang krijgt tot bepaalde plaatsen en mensen. Wees daar eerlijk over. En uiteraard moet je zorgen dat je feiten kloppen. Maak je dan toch een fout, geef dat dan meteen toe. We leven in een tijd waarin het bijna de norm is dat we onze fouten nooit toegeven en ons nauwelijks nog excuseren. Terwijl het iets heel menselijks is, we maken allemaal fouten.”

'Als je in dit vak wilt blijven, moet je roeien met de riemen die je hebt en je niet blindstaren op je eigen gewicht in de gang van zaken.' Beeld Marjolein Van Damme
'Als je in dit vak wilt blijven, moet je roeien met de riemen die je hebt en je niet blindstaren op je eigen gewicht in de gang van zaken.'Beeld Marjolein Van Damme

Deze zomer zagen we op CNN hoe u en uw collega’s tijdens het draaien van een reportage in Charkiv een trappenhuis moesten binnenvluchten voor een reeks raketinslagen. Krijgt u daar achteraf kritiek op omdat het te roekeloos zou zijn geweest?

(droog) “Wel van mijn familie. Die was er niet blij mee. Voor de rest was het stil. Omdat de focus van onze reportage duidelijk lag bij de ambulancemedewerkers die hun eigen leven riskeren door gewonden op te halen na een bombardement. We volgden hen, en kwamen dan in die situatie terecht. Nu, er zijn altijd mensen die kritiek hebben op alles. Meestal negeer ik dat. Zowel de kritiek als de lof. Het kost een hoop energie, en bovendien leidt het af. Het heeft geen zin om je bij alles af te vragen wat de mensen ervan denken. Want het stopt nooit, je kunt de hele dag lezen wat anderen van je vinden.”

Maar je moet wel een olifantenhuid kweken.

“Ik ben ook maar een mens en niet altijd bestand tegen kritiek, maar ik ben in de loop der jaren wel meer gehard. Ik moet wel. Ik hou niet van Twitter, ik verblijf liever op Instagram waar ik meer persoonlijke dingen post. Hoewel je op Twitter wel veel informatie vindt, ik lees graag de briljante teksten van nerds die elk feit uitspitten. Maar van al dat toxische lawaai blijf ik weg. Als ik op reportage ben, blokkeer ik de commentaren.”

Denkt u dat uw werk heeft bijgedragen aan de manier waarop het Westen kijkt naar de situatie in het Midden-Oosten en Afghanistan?

“Ik hoop van wel, al kan ik niet zeggen dat ik nu werkelijk een verschil heb gemaakt. Een van de belangrijkste dingen die ik wel kan doen als journalist, is de menselijke kant tonen en vooroordelen in vraag stellen. Vooroordelen als: er is altijd oorlog in het Midden-Oosten, ze weten daar niet beter. Maar als je met de mensen spreekt in plaats van het alleen over nummers en aantallen te hebben, dan krijgt een gemeenschap een gezicht. En kom je tot de conclusie dat het ook maar gewoon mensen zijn die een normaal leven willen, zoals iedereen.”

Laten we er een citaat bijnemen van uw collega Marie Colvin, die in 2012 in het Syrische Homs door een bombardement om het leven kwam. ‘Je raakt nooit waar je wilt raken als je bang bent’, zei ze. ‘De angst komt later.’ Is dat herkenbaar?

“Nee. Ik voel angst op het moment zelf. Marie was zonder twijfel een van de dapperste journalisten die ik heb ontmoet. Ze nam risico’s die weinig anderen aandurfden. Maar ik heb die angst dus wel, meteen en ter plaatse. Je kunt er op den duur wel beter mee om, in de zin dat je de angst niet laat overheersen. Je beslist rationeel, laat je de angst te veel toe, dan raak je in paniek en ren je weg. Meestal is dat niet de slimste reactie.”

Vraagt u zich bij elk verhaal af of het de risico’s waard is?

“Ja, elke keer weer. In het algemeen neem ik liever geen grote risico’s voor een ‘kleiner’ verhaal, ik neem wel grote risico’s als ik het de moeite waard vind. Zoals de reportage over de ambulancemedewerkers in Charkiv. De moed van die mensen... Dan neem ik de risico’s er bewust bij.”

Is dat veranderd nu u moeder bent?

“Ja, ik denk nu drie keer zo veel na voor ik een risico neem. Ik vind het ook moeilijk als ik ze lange tijd niet zie, daar voel ik me soms best schuldig over. Mijn prioriteit ligt bij hen, ik ben hun moeder en ik wil er zo veel mogelijk voor hen zijn. Dat is het allerbelangrijkste. Zoals mijn echtgenoot zegt: het gaat niet meer om mij maar om die twee kleine mensjes.”

null Beeld rv
Beeld rv

In uw boek schrijft u over het grensoverschrijdend gedrag van Saif al-Kadhafi, zoon van de voormalig Libische leider Moammar al-Kadhafi. U kreeg met heel wat seksueel overschrijdend gedrag te maken. Waarom besloot u precies het verhaal van Kadhafi bekend te maken?

“Omdat mensen zoals hij er altijd in slagen met dit soort dingen weg te komen. Ik vermoed dat al-Kadhafi zichzelf de afgelopen jaren aan honderden vrouwen heeft opgedrongen. Hij kende mijn naam niet eens, hij vond me niet speciaal of zo, daar had het niets mee te maken. Ik zat toevallig naast hem in de auto, hij was dronken en hij dacht dat het zijn goed recht was om me te benaderen. Ik wilde met dit verhaal zeker niet de aandacht trekken. Ik wil wel duidelijk maken dat dit niet kan, dus schreef ik erover. Zodat de mensen het weten, ook als hij straks probeert om president van Libië te worden, zoals de ronde doet. Niet dat de mensen zich er veel van aantrekken dat hij zich opdrong aan een westerse journalist in een auto in Moskou, maar toch. Vrouwenhaat mag ons werk niet bepalen, maar we moeten het wel bekend maken als het ons overkomt.”

Heeft hij nog gereageerd?

“Nee, de vriend in Moskou in wiens huis ik Kadhafi ontmoette, reageerde wel. Hij voelde zich er ongemakkelijk bij. Wat ik wel begrijp. Dat is soms best moeilijk voor je omgeving. Als je met journalisten omgaat, weet je dat als het er echt op neerkomt uiteindelijk niets off the record is.”

Clarissa Ward, Op alle fronten, Pluim, 367 p., 24,99 euro.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234