PortretCharlie Bossart
Charlie Bossart: een kind van de Kalmthoutse Heide dat nooit naar school ging, maar voor de NASA een echte held is
Als er lijstjes worden gemaakt van de Grootste Belgen aller tijden, staat zijn naam er nooit tussen. Vreemd, want in de States is Karel Jan ‘Charlie’ Bossart (1904-1975) niet minder dan een held. Van de NASA tot Elon Musk: allemaal plaatsen ze de Belgische raketpionier, ‘de overgrootvader van de maanlanding’, op het hoogst mogelijke voetstuk. Niet slecht voor een kind van de Kalmthoutse Heide dat nooit naar school ging.
Kort berichtje, eind oktober vorig jaar in de krant:
‘Vanop Cape Canaveral in Florida is gisteren een Atlas-draagraket vertrokken die succesvol sonde Lucy naar de asteroïdengroep Trojanen heeft geslingerd. De missie zal 12 jaar duren en ongeveer 846 miljoen euro kosten. Wetenschappers hopen aanwijzingen te krijgen over het ontstaan van het leven. De ‘vader’ van de Atlas is de Belg Karel Bossart. Hij ontwierp in de jaren ‘50 de intercontinentale raket voor de Amerikaanse luchtmacht. Later bewees die zijn nut in de ruimtevaart.’
Wie ruimtevaart en België zegt, denkt al gauw aan Dirk Frimout en Frank De Winne, onze twee astronauten. De naam Karel Bossart zal zelden of nooit vallen. Tenzij dan heel af en toe, in zo’n kort krantenberichtje. Gelukkig is er nu een boek waarin zijn levensverhaal beschreven wordt. Het heet ‘Voorbij De Maan’ en is van de hand van Cynrik De Decker (zie ook kaderstukje).
Lezen op zijn vierde
Karel Jan Bossart wordt in 1904 geboren in Antwerpen, maar groeit op in Kalmthout. Zijn ouders, Louis en Caroline, zijn een sociaal geëngageerd onderwijzerskoppel. Vader Louis is actief lid van de socialistische Belgische Werkliedenpartij en een overtuigde pacifist. “Het Belgisch Leger kost ons jaarlijks honderd miljoen”, schrijft hij in 1905. “Dat is zoveel als het onderwijs, het gerecht, de binnenlandse zaken, de landbouw, de nijverheid en de arbeid tezamen. Voor alle volken der wereld bestaat op dit ogenblik slechts een waarachtige vrijheidseis: ontwapening!” Zijn zoontje is dan 1 jaar. Geen haar op Louis’ hoofd kan vermoeden dat die kleine jongen vijftig jaar later een sleutelrol zal spelen in de wereldwijde bewapeningswedloop.
Louis en zijn ‘Lieneke’ hebben snel door dat ze een bijzonder kind op de wereld hebben gezet. Als kleuter aapt Karel Jan zijn vader na die door boeken bladert, op zijn vierde kan de kleine al lezen. “Rekenen kon hij ook als de besten”, zal zijn moeder zich later herinneren. “Hij loste vraagstukken op in minder dan geen tijd.”
Karel Jans ouders mogen dan allebei in het onderwijs staan, ze zien hun getalenteerde zoon daar niet gedijen en kiezen voor thuisonderwijs. Zowel in het lager als in het middelbaar zal Karel Jan nooit naar een school gaan. Het belet hem niet om op zijn zestiende - na een taalbad Frans in Parijs - toegangsproeven te doen aan de ULB. Wanneer hij op zijn 21ste afstudeert als mijningenieur, zijn zijn resultaten zo briljant dat hij een studiebeurs krijgt om aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT) te gaan studeren, Amerika’s meest prestigieuze universiteit als het op technologie aankomt.
Roaring Twenties
Twee jaar lang wordt Bossart er ingewijd in de geheimen van de aerodynamica, vliegtuigmotoren en propellers. In de zomer reist hij twee maanden op de motor door de USA. De jongeman geniet volop van de roaring twenties maar bezoekt onderweg ook de fabrieken van Boeing en Sikorsky (later bekend van de helikopters). Twee weken nadat Charles Lindberghs ‘Spirit of Saint Louis’ op Parijse bodem landt (21 mei 1927) en daarmee de eerste nonstop transatlantische solovlucht uit de geschiedenis realiseert, krijgt Karel Bossart aan het MIT het diploma ‘Master of Science in Aeronautical Engineering’.
Na zijn legerdienst in België keert hij terug naar Amerika. Hij heeft een contract op zak van de Sikorsky Aviation Corporation, het bedrijf waar hij tijdens zijn vakantie aan het MIT nog op bezoek is geweest. Professioneel komt alles in een stroomversnelling wanneer Bossart aan de slag gaat bij Convair (later General Dynamics), op dat moment (1943) de vierde grootste Amerikaanse luchtvaartconstructeur, met een hogere omzet dan Douglas en Boeing. De Amerikaanse Defensie klopt bij het bedrijf aan voor de ontwikkeling van een raket die de Japanse zelfmoordpiloten boven de vloot in de Pacific moet onderscheppen. De Lark Missile is geen onverdeeld succes: vooral dan omdat de oorlog voorbij is als het wapen klaar is.
Karels belangstelling voor raketten is wel aangewakkerd. Bovendien wil Washington na de Berlijnse crisis van 1948, de eerste geslaagde Sovjet-atoomtest van 1949 en het uitbreken van de Koreaanse Oorlog te allen prijze een intercontinentale raket bouwen waarmee het een atoomwapen vanuit de VS richting het Kremlin kan sturen. Slechts één firma heeft de ervaring: Convair. Geld is geen issue, het Pentagon ziet het lot van Amerika in handen van Karel Bossart, en daarvoor willen ze diep in de zakken van de Amerikaanse belastingbetaler zitten.
Eerste Amerikaan ‘in orbit’
Bossart geeft zijn ultrageheime project de naam Atlas, naar de Griekse mythologische figuur die de wereld op zijn schouders torst. Gezien het strategische belang ervan wordt er niets van in de pers gebracht. Het is mede de reden waarom het levensverhaal van Karel Bossart altijd wat onbekend is gebleven.
Wanneer de Russen met de lancering van de Spoetnik 1 in 1957 de Amerikanen aftroeven in de race naar de ruimte, wordt opnieuw naar Mister Atlas gekeken. Mits wat aanpassingen moet het mogelijk zijn om met de Atlasraket een zwaar object in een baan om de aarde te brengen en zo de sovjets van antwoord te dienen. Begin 1959 is het zover: SCORE wordt de eerste communicatiesatelliet in een baan om de aarde.
De volgende stap: een mens in een baan om de aarde brengen. Wie van ’s werelds meest vooraanstaande raketingenieurs hierin zou slagen - Wernher von Braun, Karel Bossart of Sergej Koroljov - is op dat moment een open vraag. Het antwoord komt op 12 april 1961: de Russische kosmonaut Joeri Gagarin maakt een ruimtereis van 108 minuten. Opnieuw lijken de sovjets een voorsprong te nemen en opnieuw wordt naar Karel Bossart gekeken om het gat dicht te fietsen. Wanneer op 20 februari 1962 John Glenn de eerste Amerikaan ‘in orbit’ is, zien honderd miljoen zwartwit-tv kijkers dat de eer van de Amerikanen gered is. Door een inmiddels tot Amerikaan genaturaliseerde Belg.
Beter leven
In 1963 is Karel Jan - ondertussen al lang ‘Charlie’ - nog eens in zijn geboortestad. Een journalist van Het Laatste Nieuws weet hem te strikken voor een interview tijdens een wandeling op de Kalmthoutse Heide:
HLN: “Wat is het uiteindelijke doel van de ruimtevaart? Denkt ge dat het leven van de mens er beter van zal worden?”
Bossart: “Dat hangt ervan af, wat ge onder een beter leven verstaat. Als ge bedoelt betere radio’s, betere televisies, enz., dan zeg ik: ja. Het onderzoek van de ruimte zal zeker een beter stoffelijk leven mogelijk maken. Maar een goed leven hangt niet af van stoffelijke dingen. Geld verdienen is niet alles. Zo bekeken, zal de ruimte niet veel bijbrengen.”
Op pensioen
In 1967 is Karel Bossart 63 jaar. Voor een landing op de maan is zijn Atlas te licht, Charlie speelt dan ook geen rol in het Apollo-programma. Het is welletjes geweest, vindt hij. Tijdens een feest ter ere van zijn pensioen spreekt senator Bob Wilson de volgende woorden: “Charlie Bossart wordt aanzien als de grootvader van het Amerikaanse ruimtevaartprogramma. En als de eerste astronaut op de maan zal wandelen, mag Bossart zich de overgrootvader van dit succes noemen.”
Heel veel genot heeft hij niet van zijn pensioen. Hij lijdt al enkele jaren aan een zeldzame bloedziekte wanneer hij op 3 augustus 1975 - thuis in La Jolla, een kustgemeente bij San Diego in Californië - op 71-jarige leeftijd overlijdt. Tijdens de crematie houdt Bob Wilson opnieuw een toespraak: “Charlie Bossart is voor de ruimtevaart wat de gebroeders Wright waren voor de luchtvaart.”
UFO in Kalmthout?
Grote woorden, maar niet geheel onjuist. De Atlasraket wordt ook na Charlies pensioen verder ontwikkeld. Ze wordt gebruikt om onbemande ruimtetuigen te lanceren die de eerste beelden maken van Mars, Venus, Jupiter en Saturnus. Het meest recente ontwerp, de Atlas V, wordt nog steeds gebruikt door de NASA en het Pentagon. Ondermeer dus om sonde Lucy naar de Trojanen te sturen.
28 september 2021. Wie toen op de Kalmthoutse Heide wandelde en naar boven keek, zag een driehoekig licht verschijnen aan het firmament. De UFO-meldpunten werden overstelpt met berichten, tot de NASA met een verklaring kwam: die nacht hadden ze, weer maar eens, een Atlasraket gelanceerd. Eenmaal de satelliet in een baan om de aarde vloog, zeeg de raket naar de dampkring. De motoren brandden na het gedane werk nog even, wat het spookachtig verschijnsel verklaarde. Een wondermooi teken van Karel Bossarts geesteskind, dat al haast zeventig jaar onze kennis over het heelal helpt uitbreiden. Of zoals Tesla-baas en ruimte-ondernemer Elon Musk in 2020 tweette: ‘Bossart was Boss Art’.
Auteur Cynrik De Decker: ‘Reizen naar Mars, Jupiter en Saturnus met ‘zijn’ Atlasraket’
Cynrik De Decker: “Toen Karel Bossart in 1975 in de VS overleed, werd hiervan in de Belgische pers nauwelijks gewag gemaakt. Maar omdat zijn verhaal zo boeiend is, besloot ik zijn levensloop te kaderen in het bredere verhaal van de pioniersjaren van de ruimtevaart. Het was namelijk Karel Bossart die eind jaren vijftig de atoomraket ontwierp waarmee de VS in de wapenwedloop de Sovjet-Unie bijbeenden. Het was ook Bossart die slaagde in wat de illustere Wernher von Braun (een Duitser die na de oorlog in Amerika aan de slag gaat als ingenieur voor Defensie en later de man achter de maanlanding, red.) niet lukte: een Amerikaan in een baan om de aarde te brengen. Daarmee was die dekselse Gagarin ook ingehaald. En het is met de raket van Karel Bossart dat de meest fantastische interplanetaire reizen naar Mars, Jupiter, Saturnus gemaakt werden. En worden, want tot vandaag is Bossarts geesteskind, de Atlasraket, een pijler van de ruimtevaart, die nog steeds in productie is. Bossart zette de bakens uit in de geschiedenis van de ruimte-exploratie. Zijn naam prijkt geheel terecht naast die van Wernher von Braun en Sergej Koroljov, de vader van de Sovjetruimtevaart.” (DB)
‘Voorbij de Maan, België en de Ruimtevaart’, uitg. Houtekiet, 280 blz, 24,99 euro.