Centrale toetsen voor leerlingen krijgen stilaan vorm

Donderdag stelt het Steunpunt Centrale Toetsen in Onderwijs zijn vorderingen voor. Vanaf 2024 zal elke leerling vier keer in zijn schoolcarrière een centrale toets moeten afleggen voor Nederlands en wiskunde.

Die toetsen zullen digitale toetsen zijn. “Dat is efficiënter”, zegt Carolien Frijns, coördinator van het steunpunt. “Het laat ook toe dat de toetsen zich aanpassen aan het niveau van de leerling. Dat leidt tot een hogere motivatie bij de leerling. Die krijgt nog altijd uitdagende vragen die evengoed haalbaar zijn.”

Het lijkt de bedoeling dat scholen de resultaten van de toetsen kunnen gebruiken om zelf te bekijken wat beter kan. Ook zouden ze de resultaten mogen gebruiken voor de deliberatie van leerlingen, zij het nooit als enige criterium. Daarnaast zouden leerkrachten, scholen en de onderwijsinspectie de resultaten mogen inkijken. Scholen die slecht scoren zouden een begeleidingstraject moeten volgen.

Dat ligt in de lijn van het regeerakkoord. Al is dat wellicht niet helemaal naar de zin van de Vlaamse Onderwijsraad (VLOR). Die vroeg in september in een advies om geen rechtstreekse gevolgen aan de resultaten van de toetsen te koppelen.

De VLOR drong eerst aan op meer debat. Dat komt er donderdag dus. Wel heerst er bij sommige koepels en parlementsleden onvrede dat het wetgevende proces voor de nieuwe toetsen pas zo laat op gang komt. “Er wordt al heel wat op de rails gezet terwijl er toch nog geen debat is geweest of een decretale basis voor is”, zegt Anne Berckmoes, woordvoerster van de Onderwijsorganisatie van de Steden en Gemeenten.