Calvo & Pohlmann
Kristof Calvo is federaal fractieleider van Groen. Zijn wisselcolumn met Joachim Pohlmann (N-VA) verschijnt op vrijdag.
Na een zomer zoals deze zijn er heel wat thema's in de running om over te schrijven. De verleiding is - ik geef het toe - groot om het te hebben over enkele vervelende juli- en augustusstatements van andere politici. Over de Wetstraat die vergeet vakantie te nemen of de noodtoestand van en bij N-VA. Maar daarover is al genoeg inkt gevloeid. De lezer is bovendien wijs genoeg om er ondertussen het zijne of hare over te denken. Ik gooi het dus graag over een andere boeg.
Want als ik al die collega's bezig hoor, zou je de indruk krijgen dat we in dit land alleen maar ruziemaken en dat in onze grootsteden vooral jihadi's rondlopen. Dat is stilaan politiek correct nieuwe stijl. Tijd om het hele verhaal te vertellen, de zaken echt te benoemen. En dan is er ook zoveel positiefs om over te schrijven, ook deze zomer, ook als het gaat over samenleven in verschil, hoe moeilijk dat soms ook is.
Want deze zomer was immers niet (alleen) die van Theo en Bart maar zeker ook van Yasmien Naciri, Emmanuel Stein, Ish Ait Hamou, Hanan Challouki en ondanks alles ook Youssef Kobo. Dat hebben we mogen merken: nadrukkelijk op deze pagina's, bij Bart - excuseer, meneer - Schols in de studio of op het podium van Pukkelpop. Yasmien Naciri was de revelatie van de week in De afspraak. Emmanuel Stein had dan weer de moed om afstand te nemen van Michael Freilich (Joods Actueel) over activiste Brigitte Herremans (Pax Christi).
Jonge mensen als Yasmien Naciri en Emmanuel Stein moeten we koesteren. Hen vooral niet vastpinnen op hun anders zijn of we dreigen ze te ontmoedigen. Want het is al niet evident om de hele tijd brugfiguur te zijn. Want wie het debat kleurt, krijgt in Vlaanderen ook slaag. Het is voor hen geen pretje om na een passage op televisie Twitter te checken. En dus moeten ze heel taai zijn om te blijven staan. Wat er met Youssef Kobo is gebeurd afgelopen zomer is dus pijnlijk. Hoewel hij zich distantieerde van eerdere uitspraken, bleven die hem achtervolgen.
De complexloze houding van Yasmien en Emmanuel is te kostbaar om er slordig mee om te springen. Het publieke debat kan hun actieve bijdrage goed gebruiken. Ze reiken jongeren met twijfels en vraagtekens een democratisch alternatief aan dat hen toelaat om hun ongenoegen te uiten en toch bij te dragen aan meer 'wij'. Zulke mensen kunnen mee de bakens verzetten. Zeker voor hen moeten we die etnische bril afgooien. Anders dreigen we hen te ontmoedigen.
Het is simpel om pessimistisch te zijn over onze samenleving in diversiteit. Te simpel. De werkelijkheid is veel hoopvoller dan het grijsgedraaide melodietje van het failliet van multicultuur. Dat leert een factcheck: een wandeling in de stad of bij het lezen van deze pagina's. Een nieuwe generatie opiniemakers inzake samenleven staat op. Ze eisen mee het recht om genuanceerd doch duidelijk te zijn; een recht dat we in deze tijd best assertief opeisen. Geen voltijdse boosheid, maar kritisch en constructief. Ze tonen dat je niet onredelijk hoeft te zijn om dingen in beweging te krijgen.
Het maatschappelijk debat over deze thema's is niet enkel meer iets van Michael Freilich of Abou Jahjah en dat is een goede zaak. Yasmien en Emmanuel zijn een relatief nieuw geluid in het maatschappelijk debat. Maar als we openstaan voor zulke stemmen, ze echt willen horen en ernaar luisteren, zullen we merken dat er zo heel veel zijn.