AchtergrondBurt Bacharach
Burt Bacharach (1928-2023): de jazzman die voor duizend artiesten tientallen pophits schreef
Van ‘Walk on by’ over ‘Say a Little Prayer’ tot ‘Raindrops Keep Falling on My Head’ Burt Bucharach schreef ontelbare hits en was een van de beste songschrijvers van de twintigste eeuw. Hij overleed woensdag op 94-jarige leeftijd.
Het zou een koud kunstje zijn om deze pagina van de eerste tot de laatste regel te vullen met titels van bekende liedjes, geschreven door Burt Bacharach (1928-2023). Of met namen van grote artiesten die zijn werk uitvoerden.
Meer dan duizend verschillende artiesten namen een Bacharach-song op. Van zijn popliedjes haalden er 73 de bovenste helft van de Amerikaanse Billboard Hot 100 en 52 de Britse Top 40.
‘Raindrops Keep Falling on My Head’ door B.J. Thomas (1969). ‘(They Long to Be) Close to You’ door The Carpenters (1970). ‘That’s What Friends Are For’ door Dionne Warwick, Elton John, Stevie Wonder en Gladys Knight (1985). Zomaar enkele nummer-éénhits.
Burt Freeman Bacharach stierf een natuurlijke dood op 94-jarige leeftijd, thuis in Los Angeles. Hij was pianist, songschrijver, arrangeur, producer en muzikant in elke vezel. Hij maakte georkestreerde pop en easy listening cool en bleef actief tot ruim na zijn negentigste verjaardag.
In de greep van de jazz
Bacharach werd geboren in Kansas City, maar New York was de stad die hem vormde. Zijn vader Mark ‘Bert’ Bacharach, gerenommeerd dagbladcolumnist, verhuisde zijn gezin naar Kew Gardens in Queens, waar moeder Irma haar zoon op jonge leeftijd piano leerde spelen.
Als New Yorkse tiener raakte Bacharach in de greep van de jazz. Hij zag grootheden als Dizzy Gillespie en Count Basie optreden. Zijn loopbaan als muzikant, componist en songschrijver zou Bacharach langs talloze genres voeren, maar zijn akkoordenschema’s en harmonieën zouden altijd blijven verraden dat hij van origine een jazzjongen was.
Vanaf 1948 studeerde Bacharach klassiek en jazz aan drie verschillende conservatoria, waaronder die in Montreal en het Californische Montecito. In 1950 verdiende hij als dienstplichtig militair, gestationeerd in Duitsland, een zakcentje door als pianist in de officiersmess te spelen.
Na zijn diensttijd, in 1954, werd hij gevraagd als dirigent en arrangeur van de nachtclubvoorstellingen van Marlène Dietrich, waarna hij in 1957 in dienst trad bij New Yorks beroemdste ‘liedjesfabriek’, het Brill Building, waar hij een onafscheidelijk duo ging vormen met Hal David: Burt de muziek, Hal de teksten. Nog datzelfde jaar stonden ze tweemaal bovenaan de hitlijsten in Groot-Brittannië. Marty Robbins (‘The Story of My Life’) en Perry Como (‘Magic Moments’) waren de uitvoerenden.
Het was het begin van een continue stroom hits die pas tegen het einde van de jaren tachtig zou opdrogen, al bleef Bacharach ook daarna muzikaal actief: om werk zat hij in geen enkele fase van zijn leven verlegen.
Tom Jones zong ‘What’s New Pussycat?’ (1965), Aretha Franklin deed ‘Say a Little Prayer’ (1967), Dusty Springfield ‘The Look of Love’ (1967). Niet zelden werden Bacharach-liedjes hits in verschillende uitvoeringen, zoals ‘Make It Easy on Yourself’, door Jerry Butler (1962) en The Walker Brothers (1965). ‘My Little Red Book’ werd succesnummer voor het Britse Manfred Mann (1965) en het Amerikaanse Love (1966). De filmhit ‘Alfie’ was in Groot-Brittannië een hit voor Cilla Black (1966) en in Amerika voor Cher (1966) én Dionne Warwick (1967).
Met Warwick werkte Bacharach langdurig samen. Vanaf 1961 schreef hij in totaal 38 hits voor haar, waaronder ‘Walk on By’ (1963) en ‘I’ll Never Fall in Love Again’ (1968). Toen Bacharach in 1973 de samenwerking met Warwick wilde beëindigen na een mislukt filmproject was ze zo radeloos dat ze een rechtszaak begon om Bacharach te dwingen liedjes te blijven leveren. Ze legden het in 1985 bij. Hij schonk haar ‘That’s What Friends Are For’, een van haar grootste successen.
Dat Bacharach in diezelfde periode een handvol liedjes schreef voor drie succesvolle albums van Neil Diamond is veelzeggend: iedereen die hem kende, stond versteld van het aantal ballen dat hij in de lucht kon houden, ook op het podium, waar hij kon pianospelen en dirigeren tegelijk. Tijdens concerten zong hij ook weleens wat, op plaat deed hij dat zelden.
Grootste verdriet
Ondertussen vulden artiesten tv-specials of albums met zijn bekendste melodieën: van jazzgigant Stan Getz tot Barbra Streisand. Een van Bacharachs opvallendste samenwerkingen in zijn latere leven was die met vurig bewonderaar Elvis Costello. Met hem schreef en produceerde Bacharach het album Painted from Memory (1998), een samenwerking die in 2018 een vervolg kreeg in drie liedjes op Look Now. Bacharach werd dat jaar negentig.
Twee jaar eerder had hij, als 88-jarige, muziek gecomponeerd die diepe persoonlijke betekenis voor hem had, voor de film A Boy Called Po, over een autistisch jongetje. Het hielp hem het grootste verdriet uit zijn leven een plek te geven: de zelfverkozen dood van zijn dochter Nikki (40) in 2007. Ze had aspergersyndroom en leed aan depressies.
“Het maken van die muziek ontroerde me enorm”, zei Bacharach. “Ik had het allemaal meegemaakt met Nikki. Soms doe je dingen gewoon omdat je ze vóélt. Het gaat niet om geld of prijzen.”
En nóg was hij niet klaar. EP Blue Umbrella met muzikant Daniel Tashian (2020) zou Bacharachs laatste zijn, goed voor een laatste Grammy-nominatie in maart 2021, op zijn 92ste. Stoppen? Burt Bacharach wist domweg niet hoe je zoiets deed.