Aanslagen Brussel
Buitenlandse correspondenten in ons land: "Waar blijft de publieke woede?"
Ze zagen ministers hun ontslag aanbieden en toch aanblijven. Ze volgden de klopjacht op - ja, op wie eigenlijk? Ze brachten verslag uit van de rouwenden aan de Beurs. En van de hooligans die kaarsjes vertrappelden en de rechterarm hoog strekten. Welk beeld bleef kleven bij de buitenlandse correspondenten?
Neen, een hellhole is Brussel niet. En een failed state, zoals Politico na de aanslagen in Parijs al schreef, zouden de meeste correspondenten ons land niet noemen. Maar het is duidelijk, zegt Carmen Paum van Politico, "dat de Belgische staat heeft gefaald".
"Je kreeg op zijn minst de indruk dat ze de boel niet onder controle hadden", zegt Ben Lewis van de Australische zender SBS. Hij coverde in november de aanslagen in Parijs en kreeg daar correcte, geverifieerde informatie van de autoriteiten. "De Fransen hadden de zaken onder controle. In België was de informatiestroom niet consistent."
Het beeld dat blijft hangen, zegt Paum, "is van een systeem dat niet werkt. Zeker na de verhoogde staat van paraatheid in Brussel na de aanslagen in Parijs. Er stonden agenten en militairen op straat. Toch zijn de juiste signalen niet opgepikt. Het maakt de schok nog groter. Wat toch op zijn minst de vraag opwerpt: is dit wel het juiste antwoord? Ik zie eerlijk gezegd geen concrete aanwijzingen dat er grote veranderingen aankomen."
Schaamteloze recuperatie
Alle geïnterviewde correspondenten verwijzen naar de complexe staatsstructuur, de 'obsessie' voor het communautaire, de vele lagen van autoriteit die tot het typisch Belgische fenomeen leidt waarbij iedereen bevoegd is, en niemand verantwoordelijk. Tim Lister (CNN) worstelde soms om de Amerikaanse kijker uit te leggen wat er gerechtelijk precies speelde, "omdat het systeem zo complex is".
Ik zie helaas, zegt Quentin Dickinson (Radio France), "dezelfde fouten als in de zaak-Dutroux: een stuitend gebrek aan voorbereiding en coördinatie, gevolgd door schaamteloze politieke recuperatie. België, het is tijd om heel diep na te denken." Natuurlijk, zo weten de journalisten: dit is een Europees, waarschijnlijk een wereldwijd probleem. Niemand heeft Frankrijk failliet genoemd, of Madrid met de vinger gewezen na 11 maart 2004, waar 191 mensen stierven bij de dodelijkste Europese aanslag sinds 1988. "Dit is het tijdperk van de blinde aanslag. We moeten leren leven met die onzekerheid."
En toch, vraagt Maria Sahuquillo van de krant El Pais zich af. "Waar is de publieke verontwaardiging? Ik zag weinig mensen met woede op straat. De Belgische burgers verdienen duidelijke antwoorden, info die de overheid hen niet geeft. Er komt een moment dat de instellingen zich moeten verantwoorden voor de steken die zij hebben laten vallen."
Er zijn gedeelde zorgen over de integratie van minderheden. Er worden vraagtekens geplaatst bij de analyse dat alleen armoede en sociale uitsluiting de oververtegenwoordiging van de Syrië-gangers in ons land verklaren. Politie en politiek hebben in het buitenland minstens de indruk gewekt vervreemd te zijn van de islamitische Belgen. Ze weten niet wat er in de wijken speelt, zijn er niet in geslaagd van nieuwkomers betrokken burgers te maken.
Moslima's voor de beurs
Toch, zegt Lewis, is het beeld dat hem zal bijblijven dat van moslima's voor de Beurs. "Erg jammer dat die rouwplek later besmeurd werd door extremisten. Maar ik zag er jonge islamitische vrouwen met bloemen, kaarsen en knuffels voor omstaanders. Ik heb geen vijandige moslims gezien, wel mensen die elkaar steunen."